Kouter

Gentse Feesten 24.07.2022

Stijldansen tijdens Bal 1900 op de Kouter, festiviteiten gaan nog door tot in de vroege uurtjes.

Verhalen tussen 1852 en 1857. De Kouter was nog omringd met aan arduinen stijlen vastgemaakte ijzeren kettingen voor de paardenmarkten welke er gehouden werden. Als in de aard van de afsluitingen welke ook de Beestenmarkt versierden. Op de Kouter hadden de militaire parades plaats. Wij hebben het visioen bewaard van een revue over het alhier in garnizoen liggende regiment kurassiers (cavaleriesoldaten te paard met een kuras of borstharnas), wier helmen en kurassen glansrijk schitterden onder de zonnestralen. Het is ook op de Kouter dat alle woensdagen, ’s avonds, voor d’ure van ’t appel, de trommelaars en trompetters van ’t garnizoen bijeenkwamen om al spelende terug naar de kazerne te trekken. De retraite, of “taptoe”, gelijk men het noemde, was een pret voor grote en kleine kinderen. Vooral voor de straatbengels van de St.-Pieterswijk die de “taptoe” zeker in meer schilderachtige wanordelijkheid en rumoermaking volgden dan de jonge figuranten die met de opkomende en afgaande wacht zoveel lokale en muzikale kleur gaven aan het eerste bedrijf van “Carmen”.

Gentkouter1904postkaartrolanddesmetFb

Een kouter is een akker, een bewerkt land en verraad hiermee het oorspronkelijk belang van dit gebied. Het is afgeleid van het Latijnse “cultura”.

Een eerste bron uit 1281 spreekt over “heredes Lennoti de Cultura”. In 1306 verwees de naam al naar de huidige Kouter nl. “- ande Coutre”.

5 September 1379. Rogier van Hauterive (=Van Outrive), Baljuw van Gent die een opstand van de Witte Kaproenen wilde bedwingen, wordt door hen op de Kouter vermoord. Hij was hier sinds 4 jaar de Hoogbaljuw.

Capture d’écran (6451)

De Kouter is altijd een plek van aanzien geweest. Sinds het plein in 1661 werd aangelegd fungeerde het vooral als wandeloord voor de bourgeoisie. Het strekte zich uit tot aan de Ketelvest en werd daar de “Couterveste” genoemd. Zo’n 12000 m² werd voorzien voor de creatie van het plein.

Tijdens de eeuwen daarvoor werd het plein verhard met zand en gruis en was het een plaats van ontspanning. Zo waren de “rollebane” (soort bowling) en het ganzewerpen erg in trek. Het terrein was eveneens tot dienst voor het organiseren van ridderfeesten en plechtige ontvangsten. Tot 1540, toen Karel V er een einde aan maakte, vond de jaarlijkse parade van ambachten en notabelen hier ook plaats. In de vastenperiode, reeds in 1339, vond op de “Peerdenkouter” de paardenmarkt plaats en op zondag was er markt voor neerhofdieren.

GentKouterscheet
447

Begin 18e eeuw nam de gilde van de handboogschutters als één van de eersten het initiatief tot het oprichten van een complex aan de Kouter. In 1755 liet ridder Hector Falligan met het fortuin van zijn schoonvader het Hotel Falligan bouwen, een majestueus gebouw in rococostijl.

14 november 1781. Dood van Hector Falligan. Hij werd geboren in Doornik op 4 Februari 1716. Hector Gabriël Falligan d’Aubuisson trouwde met de schatrijke Jeanne Agnès Depestre. Zij hadden een gelukkig leven zonder historie en zonder kinderen. Veel valt er niet te vertellen over Hector, buiten het feit misschien dat deze muziekliefhebber zich Koning geschoten had in de St-Antoniusgilde. Zijn naam zou ongekend gebleven zijn, ware het niet dat hij in 1754 op de Kouter een oud steen kocht, het liet afbreken en in de plaats ervan een prachtig Louis XV-hotel liet bouwen. Dit alles met het geld van zijn vrouw. Na zijn dood werd het hotel verder bewoond door zijn weduwe tot aan haar dood in 1795. 
 

Velen volgden hun voorbeeld en de kouter was na verloop van tijd volgebouwd met indrukwekkende herenhuizen. Het plein kreeg een grondige facelift en werd al vlug de ontmoetingsplaats voor de vermogende dames en heren.

25 September 1790. Stichting van de “Société Littéraire Gantoise”. Aanvankelijk was het lokaal het Gildehuis van St-Sebastiaan, maar vanaf 1802 was Hôtel Falligan hun onderkomen. Deze vereniging is in Gent beter bekend als de “Club des Nobles”. 

Aan het woord “taptoe” kon verschillende betekenissen gehecht worden die allen met elkaar verwant zijn. Het was onder meer het signaal dat iedereen huiswaarts moest keren en dat in de herbergen niet meer mocht getapt worden. Bijgevolg moest de kraan of de tap toe, vandaar de naam “tap toe”. Het kon ook een politiemaatregel zijn waarbij het verboden werd na een bepaald uur nog op straat te komen. Of zoals hier aan de Kouter een militaire parade, maw het aflossen van de wacht, wat gepaard ging met trompet- of klaroengeschal. 

gentkouterlegeroudefotorolanddesmetfb

11 maart 1737: Eerste steenlegging van het nieuw lokaal van de Sint-Sebastiaansgilde op de Kouter, naar de plannen van architect Bernard De Wilde.

Tijdens de 18e eeuw waren de keizerlijke wachttroepen hier ondergebracht en werd het plein omgedoopt in “Place d’Armes”. De dagelijkse taptoe kon steeds op de nodige aandacht rekenen van de plaatselijke bevolking. Rond 20.00u verzamelde de wacht en trok met tamboer en trompet naar de kazerne. Deze aflossing gebeurde traditioneel op de Kouter voor de Hoofdwacht, het gebouw dat wij sinds lang “De Beurs” noemen. 

Het werd opgetrokken in 1738-1739 en was bestemd als “Corps de Garde” voor de Oostenrijkse troepen. Tot aan de Franse invasie bleef de Hoofdwacht zijn militair functie trouw vervullen en elke avond kwamen er heel wat Gentenaars, na hun dagelijkse wandeling op de Kouter, de traditionele aflossing van de wacht bijwonen, of het vertrek van de gewapende soldaten voor hun nachtronde door de stad. 

Alhoewel de Hoofdwacht eigendom was van de Stad, konden de Fransen niet weerstaan aan hun manie om alles wat enige waarde had om te vormen tot een “nationaal bezit”. Ze waren wel zo vriendelijk ons dit gebouw terug te schenken in 1803 op voorwaarde dat het dienst zou doen als “Corps de Garde”. Deze rol zou het dan ook blijven spelen tot op 8 september 1867 wanneer de laatste taptoe plaatsgreep die zeer veel Gentenaars naar de Kouter had gelokt om voor de laatste maal dit kleurrijk schouwspel bij te wonen.

Trouwens … bij M.B. van 10 september 1867 is de taptoe op de openbare plaatsen afgeschaft. Het geblaas en getrommel van de taptoe zal in plaats van op de Kouter voortaan aan de kazernes plaats hebben.  

Wat weinigen weten is dat in 1814 Russische kozakken op de Kouter bivakkeerden. Het waren zij die de Fransen uit de stad verdreven, alhoewel het grotendeel der Fransen reeds op de vlucht geslagen was. Nooit greep er te Gent een dergelijke “verbroedering” plaats, nooit werden bevrijders zo geestdriftig door de Gentse bevolking onthaald. Doch langzamerhand milderde het enthousiasme door een gebrek aan respekt en manieren van de “kozakken”. Met paard en al huizen binnendringen, met hun lans de beste brokjes van tafel wegpikken en bij vertrek roepen “burgemeester al betalen”.

kouter marcelgélaude

Toen Toontje Verstuyft in 1772 enkele bloemetjes wou verkopen in de buurt van de Kouter zal hij nooit gedacht hebben dat zijn initiatief zo’n succesvol vervolg zou krijgen. Nog steeds wordt elk jaar door de bloemenhandelaars een prijs uitgereikt die zijn naam draagt.

Reeds vóór de Belgische onafhankelijkheid beschikten de rijkste Gentse burgers over privéclubs, enkel toegankelijk voor de financiële elite. Gelet op hun aanzien en connecties speelden deze vaak een politieke rol, zowel plaatselijk als op nationaal vlak. Sinds 1790 bestond er een “Société Patriotique”, katholieke vereniging die vanaf 1836 in “L’Union Civile et Militaire” (een literair gezelschap!) werd omgedoopt. Hun lokaal was eerst het “Hotel Royal” en vanaf 1804 het indrukwekkende “Hotel Falligan”, in 1755 in rococostijl op de Kouter neergezet. De burgermaatschappij “La Concorde”, in 1809 door Franssprekende industriëlen, advocaten en schatrijke renteniers gesticht, was liberaal van strekking en bij de onafhankelijkheidsverklaring in 1830, duidelijk orangistisch. Deze oorspronkelijk kleine gezelligheidsvereniging vergaderde aanvankelijk in het “Café Gantois” in de Veldstraat, later in het “Café des Arcades” op de Kouter en tenslotte opnieuw in de “Gantois”. In 1825 kochten de leden het “Hotel Papejans de Morchoven” ofte “Hotel de la Concorde” op de Kouter. Dat werd later uitgebreid met het “Hotel Limnander” aan de Korte Meer. Toen waren er achthonderd leden!  

“L’Union” speelde samen met de “Concorde” een rol in het politieke leven alhier. Deze maatschappij werd in 1842 opgericht door liberale “trafiquants-boutiquiers” en bestond enkel uit personen die patent betaalden. Het ledenaantal was onbeperkt. Bij de stichting bedroeg het aansluitingsgeld voor de eerste zes maanden 5fr (0.12€) en later 10fr (0.25€) en 15fr (0.37€). In 1851 telde men er zevenhonderd leden. Een paar jaar vroeger (in 1849) kocht “L’Union” het oud hotel der paardenposterij naast de Hoofdwacht (de latere Handelsbeurs). De 26e mei 1858 kwam de orangistisch-liberale “Cercle Commercial et Industrie” (Koophandels-en Nijverheidskring) tot stand. Eerst gevestigd op de Poel, in het “Hotel de Nockere”, vergaderde deze kring in 1886 in het “Hotel Royal” op de Kouter en in 1890 in de Lange Meer 13 (Universiteitstraat) waar, sinds 1880 ook de “Consulskring” bijeenkwam.  

25 Maart 1840. De paardenmarkt tijdens de halfvastenperiode, die heden en morgen plaats heeft op de Kouter, is tamelijk voorzien van boerenpaarden en trekpaarden, maar rijpaarden zijn schaars.

13 September 1840. ’s Zondags is er op de Kouter veel volk. De duiven, konijnen, geiten, honden, kanarievogels, … die men er te koop stelt lokken veel volk. Ook voor de bloemenmarkt zijn veel liefhebbers.

22 februari 1850. De maatschappij Concorde heeft het huis Limmander op de Kouter aangekocht voor 110000 fr (2727€).

10 maart 1850. Het “Hotel de la Poste” op de Kouter is verkocht voor 100000 fr (2479€). 

Maandag 24 september 1850. Vandaag werd door de maatschappij Union de eerste steen gelegd voor de nieuwe zalen in het “Hotel der Paardenposterij” op de Kouter, onlangs door haar aangekocht. 

Op 18 mei 1851 werd op de Kouter de kermiskiosk opnieuw opgesteld tot nut van de muziekkorpsen van het leger. Volgens de Gazette van Gent lijkt de kiosk op een grote vogelkooi. Vervolgens, op 27 juli 1851, is het nieuwe lokaal van de maatschappij UNION ingehuldigd. Deze maatschappij, gesticht in 1842, telt op dat moment meer dan 700 leden. Later, op 22 april 1874, zal maatschappij l’Union de gevel van zijn lokaal op de Kouter naast het Wachthuis(= Beurs} verbouwen naar het plan van architekt Marchand. De maatschappij Union  zal ontbonden worden in 1899.

21 mei 1854: Te koop. Hotel Royal, Kouter 13 te Gent. Eén der vermaardste hotels, met talrijke salons en een zaal voor minstens 250 couverts, badkamers, stallen voor 20 paarden. Verhuurd aan Maret voor 6500 fr (161€) per jaar plus lasten. 

Het hotel “Royal” is op 22 april 1863 verkocht voor 108500 fr (2690€). Het Hotel Pycke met een blok huizen op de Kouter 27 is op 6 mei 1871 verkocht aan Pl. van Loo-Wauters voor 249200 fr (6178€).

De begroting van 1876 voorzag een bedrag van 32000fr (794€) voor verbeteringswerken op de Kouter. Deze werken omvatten :

  • een betere verlichting door het plaatsen van kandelaars met vier armen en vijf lantaarns,
  • het planten van een tweede rij bomen,
  • het aanleggen van een groot voetpad,
  • het bouwen van een ijzeren kiosk.

In juni 1876 werd de aanbesteding van 34 kroonkandelaars voor 20000fr (496€) goedgekeurd.

De aanbesteding van het bouwen van een kiosk naar het plan van bouwmeester A. Pauli had plaats op 3 juni 1878. Het werk kostte 15395,25fr (382€).

In het Jaarverslag van de stad Gent voor het jaar 1879 lezen we: “De kiosk op de Kouter beantwoordde aan de algemene verwachting. De plaats waarover lang werd geredetwist heeft bijna iedereen voldaan en voor het voorkomen verwierf de bouwmeester welverdiende gelukwensen”.

Vanaf 1886 werden tijdens de concerten op de Kouter stoelen geplaatst aan de kiosk. In 1886 bracht deze verpachting 30fr (0.75€) op. In 1892 bedroeg de pacht reeds 100fr (2.50€). De concerten moesten veel toehoorders aantrekken want in 1897 is de pacht geklommen tot 402fr (10€) en vanaf 1898 tot 932fr (24€). Ook het krantenhuisje dat sedert 1886 de Kouter opfleurt. Tot 1894 bedroeg het pachtrecht 146fr per jaar. Vanaf 1897 bracht dit pachtrecht 222fr op. 

GentkouterkioskbloemenmarktBaeyensGuyFb
Kouter kiosk – Baeyens Guy – Fb

De gietijzeren constructie siert dit plein statig en wordt nog steeds gebruikt voor muzikale opvoeringen. Het draagt de namen van vier befaamde componisten nl. 

  1. Mozart W. (1756-1791) Mozart schreef zijn Figaro naar een libretto van Beaumarchais, zoals ook Rossini met zijn Barbier.
  2. Auber D. (1782-1871) De Stomme van Portici.
  3. Rossini G. (1792-1868) De Barbier van Sevilla. Ouverture tot Willem Teil.
  4. Grétry A. (1741-1813) Belgisch componist. Richard Leeuwenhart 

26 december 1878. Men is heden begonnen op de Kouter de houten kiosk af te breken. Een nieuwe kiosk zal op 18 mei 1879 worden ingehuldigd.

Kiosken sierden o.a. ook de Korenmarkt, Vrijdagmarkt en andere pleinen waar wandelingen hun eindpunt kenden en gezelligheid primeerde.

Sinds aanvang van de Gentse Feesten vindt op dit plein het “Bal Populaire” plaats, een notoir dansgala dat zijn oorsprong kent in de 19e eeuw en steeds een geweldige indruk nalaat onder de aanwezigen. Een eerste volksbal werd hier gedanst in 1801.

De Gentse Kouter stond in 1950 herhaalde malen op de agenda van de “Commissie van Monumenten en Stadsgezichten” betreffende het oprichten van een flatgebouw voorzien van twee verdiepingen dat boven het gabariet van de andere gebouwen zou uitreiken. De Commissie zei neen, maar het was slechts een advies dat niet werd gevolgd. Na ingewikkelde procedures mocht het gebouw er toch komen en eens dat precedent geschapen, mochten andere eigenaars er zich op beroepen om op hun beurt het aspect van de Kouter te verminken. 

Ondertussen is de stad zo expansief ontwikkeld dat een innovatieve ingreep noodzakelijk bleek dit plein een multifuncioneel karakter toe te kennen zonder afbreuk te doen aan de schoonheid van deze plaats.

———-

Bron:

Ghendtsche Tydinghen 2010 – Vol39 N°2

Ghendtsche Tydinghen 2007 – Vol36 N°4-5

Ghendtsche Tydinghen 2005 – Vol34 N°1

Ghendtsche Tydinghen 1997 – Vol26 N°3

Ghendtsche Tydinghen 1992 – Vol21 N°1

Ghendtsche Tydinghen 1982 – Vol11 N°4

Ghendtsche Tydinghen 1981 – Vol10 N°2

Ghendtsche Tydinghen 1980 – Vol9 N°5

Ghendtsche Tydinghen 1979 – Vol8 N°2/N°6

Ghendtsche Tydinghen 1977 – Vol6 N°3

Ghendtsche Tydinghen 1976 – Vol5 N°5/N°6

Ghendtsche Tydinghen 1974 – Vol3 N°4

Ghendtsche Tydighen 1973 – Vol2 N11

Begroting Stad Gent

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.