Stroppendrager

Op het grasveld aan Bachtenwalle (Prinsenhof) staat de stroppendrager uitdagend naar het geboortehuis van zijn vernederaar Keizer Karel te staren. Daarbij houdt hij één hand achter de rug met zijn duim tussen wijs- en middelvinger als teken van verachting.

Opmerkelijk is ook de zichtbaarheid van de mannelijkheid van de stroppendrager. Dit is louter een gevolg van de strakke wind die destijds het gewaad tegen het lichaam aanblies.

Capture d’écran (98)
Gent13.01.2013receptiestbaafs 093

Het is een ontwerp naar de hand van Chris de Mangel en kwam tot stand in 1986 na een wedstrijd uitgegeven door de Gentsche Sosseteit.

Dit beeld, dat 1.80 meter groot en 180 kilogram zwaar is, typeert de koppigheid van de Gentenaar. Na jarenlange onenigheid met zelfs juridische gevolgen en de nodige bemiddeling kwam het standbeeld op 29.09.2000 op zijn huidige plaats te staan.

De “strop” verwijst naar 14 februari 1540 waarbij Karel V Gent binnenvalt in opdracht van Maria van Hongarije. Aanleiding was het voortdurend weigeren van de Gentenaars landvoogdes Maria van Hongarije financieel tegemoet te komen als bijdrage in haar strijd tegen de Franse koning Frans I. Gent wordt van al haar rechten beroofd, gepaard met boetes en strafmaatregelen (Carolijnse Concessie).

Ter info: 27 februari 1479. De graanschaarste en de invoering van nieuwe belastingen verwekken een volksopstand te Gent die door baljuw Jan van Dadizele wordt onderdrukt. Negen opstandelingen worden onthoofd.

Gent05-06-2011(2) 010

14 februari 1540: Op weg naar Gent, om zijn geboortestad te straffen, had keizer Karel V te Brussel een aanzienlijk leger samengetrokken. Op 25 januari had de sluwe keizer te Valenciennes een audiëntie verleend aan een Gentse delegatie in een vriendelijke en ontspannen sfeer. Hij had beloofd Gent weldra te zullen bezoeken.

Zaterdag 14 februari 1540 bezetten vier vendels Duitse infanterie de Vrijdagmarkt. Aan elke straat die toegang gaf tot de Vrijdagmarkt stelden zij een kanon op. Dan deed de keizer zelf zijn intrede. Zijn gevolg bestond uit Maria van Hongarije, de hertogin van Milaan, Willem van Oranje, de hertog van Aarschot, de graaf van Hoogstraten, vele gezanten, de pauselijke nuntius, zijn hof en talrijke hoogwaardigheidsbekleders. De stoet werd voorafgegaan door enkele honderden boogschutters en hellebaardiers. De rest van zijn troepenmacht telde 4000 Duitse landsknechten en 800 ruiters van de Nederlandse Ordonnantiebenden.

Capture d’écran (1155)

Vervolgens bewoog de stoet zich naar het Prinsenhof waar de keizer met zijn gevolg zijn intrek nam. De troepen bezetten intussen de verschillende wijken van de stad. Voorlopig bleef het een paar dagen rustig want de keizer bezon zich eerst voor hij met zijn straf uitpakte.

Op 17 februari 1540 vaardigde keizer Karel een arrestatiebevel uit tegen de 25 belangrijkste leiders van de opstand. Vijftien man werden onmiddellijk in Gent opgepakt en gevangen gezet. Twee anderen, die in Brabant verbleven, sloot men op in het kasteel van Vilvoorde. De rest bleef voortvluchtig.

Gent 27.05.2013 092
GentstroppendragerMarcel-GentFb

Na een verzoeningsceremonie worden uiteindelijk 25 leiders onthoofd, waarbij een verantwoordelijke groep Gentenaars met een strop om de hals de Keizer om vergiffenis smeken. De meest opstandige Gentenaren waren de creesers (krijsers). Zij behoorden tot de lagere klasse van de maatschappij gedirigeerd door enkele Gentse patricïers.

Ten gevolge hiervan wordt het Spanjaardenkasteel opgetrokken, een dwangburcht op de plaats van de oude St-Baafsabdij.

Op donderdag 13, vrijdag 14 en zaterdag 15 maart 1539, ging de “auweet”, de grote Gentse nachtelijke parade voor het laatst driemaal uit. Zij duurt telkens twee uren en trekt door de voornaamste straten van de stad. Die auweet was oorspronkelijk een nachtwacht tijdens de grote halfvastenmarkt. Spoedig ontaardde ze echter in een machtsvertoon vanwege de neringen. Zij was een doorn in het oog van keizer Karel. Net op het moment dat hij Gent kwam bestraffen waren de voorziene data voor de auweet 4, 5 en 6 maart 1540.

In plaats van te mogen paraderen en indruk te maken op die dagen moesten de Gentse schepenen op 6 maart 1540 bij de keizer in het Prinsenhof op het matje komen. Enige dagen later, op 17 maart, werden negen aanstokers van de opstand van 1539 op het Sint-Veerleplein onthoofd. Het bleef niet bij een éénrnalig verbod. Op 30 april 1540 schafte de “Concessio Carolina” de dreigende auweet voorgoed af.

———-

Bron:

Ghendtsche Tydinghen 1996 – Vol25 N°1

Ghendtsche Tydinghen 1997 – Vol 26 N°3

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.