Zuidpark

Het Zuidpark is gelegen op de Muinkmeersen, een laaggelegen grasland eigendom van de monniken van de Sint-Pietersabdij. Hier liep de Oude Schelde als grens tussen het rechtsterritorium van de stad en dit van de St.-Pietersabdij. Vanaf de 16e eeuw waren de uitgestrekte velden tot nut voor het bleken van linnen. Omstreeks 1770 waren er 18 bleekweiden gevestigd waarvan drie van was, zeven van lijnwaad en acht van garen. Met houten blekersgieters besproeiden de blekers het linnen.

Aanvang 19e eeuw namen de blekersaktiviteiten af. De inhuldiging van de spoorweg door Leopold I in 1837 transformeerde de omgeving. In 1851 begon de realisatie van een dierentuin. De urbanistatie begon in 1869 door het vrijgeven van bouwterreinen.

Op 9 mei 1937 vond in het Zuidpark de onthulling van het ruiterstandbeeld van koning Albert I plaats. Een ontwerp van de Gentse beeldhouwer Domien Ingels (23/7/1881-16/11/1946). Het park zelf was gelegen op de vrijgekomen ruimte na afbraak van het in 1928 tot onbruik geraakte Zuidstation. Toen Koning Albert I in 1934 het leven liet bij een val van rotsen in Marche-les-Dames kreeg het park al vlug zijn naam toebedeeld.

Capture d’écran (5520)

25 September 1954. Onthulling van het borstbeeld van Karel Van de Woestijne in het Zuidpark.

Capture d’écran (5526)

Aan de Jules de Bruyckerdreef verscheen rond 1956 een arcade opgebouwd met de pilaren van de voorgevel van het Zuidstation. Het omgeeft het herinneringsmonument voor de oorlogsslachtoffers van WOI en WOII.

Daarnaast werd ook een postgebouw opgetrokken, kwam er een muziekkiosk in het park en had ook het Elektriciteits-, Gas- en Waterbedrijf hier een administratief onderkomen. Rond de jaren 1970 is het park een deel ingekort met de aanleg van de B401 die aansloot op de autosnelweg E17 (E3). Uiteindelijk zal de bouw van een administratief centrum aan het Woodrow Wilsonplein het park voor een groot deel aan het zicht onttrekken.

———-

Koning Albertpark

Zuidpark: de lente van mijn leven – Caatherine Boone

Zuidpark: de herfst van mijn leven – Caatherine Boone

Ghendtsche Tydinghen 2008 – Vol37 N°4