Klokke Roeland

Capture d’écran (1100)

De “stormclocke”. Felix Timmermans liet ze luiden over alle Vlaamse torens. Ze werd geassocieerd met strijd en vrijheid, met leven en dood. In 1876 componeerde Johan Destoop Klokke Roeland op tekst van Albrecht Rodenbach. Ons Gentse vrijheidssymbool oversteeg  door “La Cloche des Flandres” of “The Bell of Ghent” haar stedelijk karakter. “Clocke Roeland” is vandaag het stadslied van Gent dat door vele associaties en zijn universele vrijheidsgedachte nog sterke emoties oproept.

Aanvankelijk was Klokke Roeland een banklok of “bannum”, een aanduiding voor het afkondigen van macht, vorstelijke macht over een bepaald gebied. In 1339 was er sprake van een “stoel” waar de banklok hing en een andere “stoel” waar de schepenenklok en de werkklok zich bevonden. Het nut van de schepenenklok was niet echt duidelijk terwijl de werkklok het begin en het einde van de werktijden luidde.

We mogen er van uitgaan  dat de oudste Gentse banklok een creatie was van de monniken van de St.-Pietersadij. Het waren niet alleen bastions van wetenschap en cultuur, maar ook ambachtelijke werkhuizen. Archeologisch onderzoek wees uit dat het aangetroffen verbrande leem op het St.-Pietersplein dateert uit de 12-13e eeuw en duidt op metallurgische activiteit toen deze omgeving als abdijgebied was ingekleurd.

Capture d’écran (1096)

Vervolgens trad het klokkengietersambacht uit de anonimiteit. Toen in de 14e eeuw leken deze activiteiten overnamen van de monniken, kwam er meer en meer concurrentie daar waar dit beroep in hun levensonderhoud voorzag. Nieuw was het signeren van klokken, waarbij de namen van de onwerpers in hun kunststuk gegraveerd stonden. De originele Klokke Roeland, in 1314 te Gent gegoten door Jan van Ludeke en Jan van Roosbeke, zou een vroegste bewijs zijn van deze werkwijze.

Vóór de uitvinding van het uurwerk gaven klokken de tijd aan. In 1376 was er de uurklok die naast de oudere “Klokke Roeland” in het zo goed als afgewerkte Belfort zou komen te hangen. Echter, onderzoek door Alfons van Weveke wees uit dat die uurklok een mechanisme was en geen klok.

Capture d’écran (1124)

In 1376 is dus in het Belfort een uurwerkmechanisme geplaatst waardoor ieder uur de rust in het Gentse stadscentrum werd verstoord door het weergalmen van de 60-jarige Klokke Roeland. Nieuw was het niet want tussen 1370 en 1390 waren de stadstorens van alle Vlaamse grootsteden ermee uitgerust. Het uur werd geslagen door een klokhamer aangestuurd door het mechanisme terwijl de klepel enkel in uitzonderlijke gevallen tot nut was. Uit contracten is op te maken dat reeds in de 14e eeuw de klokken ook het halfuur luidden.

Gelukkig spaarde Karel V Klokke Roeland tijdens de bestraffing van de Gentenaars in 1540. Hij was op de hoogte wat betreft het belang van de klok voor de Gentenaars, liet deze verwijderen maar gelukkig niet vernietigen.  In 1544 hing Klokke Roeland terug in het Belfort.

Eeuwen later, we spreken 1659, is “Klokke Roeland” uit zijn functie ontheven door barstvorming. De klok zal worden hergoten in een beiaard van 40 klokken waarbij de  “Grote Triomfante” als grootste basklok door het volk al vlug “Klokke Roeland” wordt genoemd.

In 1914 is de klok geëlektrificeerd. Door barstvorming verdween de dagelijkse vertrouwde klokslagen uit de Gentse binnenstad. Het zou tot 1949 duren vooraleer de Grote Triomfante een plaatsje verkreeg aan de voet van het Belfort terwijl in het Belfort de St.-Michielsklok kwam te hangen.

Capture d’écran (1125)

Met een korte onderbreking in 2002-2003 stond de klok sinds 1949 in de schaduw van een boom op het Emile Braunplein.  “Klokke Roeland” werd eind augustus 2009 weggehaald van het Emile Braunplein, om plaats te maken voor de vernieuwingswerken in de stadskern. Op 5 juni 2012 lezen we in de krant: “De Grote Triomfante, in de volksmond Klokke Roeland, staat na bijna drie jaar afwezigheid terug op het Emile Braunplein in Gent. De zes ton zware luidklok krijgt een plaats in een speciaal ontworpen klokkentoren naast de Sint-Niklaaskerk.”

Nu fleurt “Klokke Roeland” alias “Grote Triomfante” alias “Trots van Gent” statig het Emiel Braunplein op. Het roemrijke verleden van Gent weerspiegelt zich in de aanblik van het monument gesterkt door het neuriën van het Gentse volkslied.

“De Clocke” in ’t kort

De nieuwe Roeland wordt op 26 april 1949 in de toren van het Belfort gehesen. Dat was dan de 3e in de reeks. De eerste “banclocke” of “stormclocke” werd gegoten in 1314-1315 en in de toren geplaatst in 1325. Ze werd in 1540 door Keizer Karel verbeurd verklaard, maar hij deed wel een oogje toe toen ze nog geen 3 jaar later al weer in het Belfort hing. Om haar te luiden waren er 16 man nodig en haar slechte vorm maakte het hanteren ervan zeer moeilijk. Die eerste Roeland werd gebroken in 1659 en haar klokspijs verdween in de nieuwe klokken die Hemony hier kwam gieten. De 2e Roeland barstte in 1914 en is nu nog te zien op het Braunplein. De 3e Roeland is een geschenk van het “Verbond van Gebuurtedekenijen van Gent” en werd aan de Stad aangeboden. Hij werd plechtig ingehuldigd op 14 November 1948, en luidde voor het eerst op 7 Mei 1949.

Weetje: De nieuwe klokkenstoel naast de Sint-Niklaaskerk werd eigenlijk ontworpen voor de “Mathildisklok”, maar de Gentse Beiaardkring wou die in het Belfort hangen. “Dat kan niet volgens Monumentenzorg, omdat het Belfort daarvoor opengebroken moet worden”, aldus schepen van Cultuur Lieven Decaluwe. Bovendien wordt ook gevreesd voor stabiliteitsproblemen.  Daarop besliste de Beiaardkring om de Mathildisklok niet in de klokkenstoel te hangen, waardoor de “Grote Triomfante” er onderdak kreeg.

——————–

Bron:

Ghendtsche Tydinghen 2000 – Vol29 nr.1

Ghendtsche Tydinghen 2004 – 33e jaargang nr. 3

Ghendtsche Tydinghen juli-augustus 2004 – 33e jaargang nr. 4

Ghendtsche Tydinghen 2012 – 41e jaargang nr. 5

http://www.standaard.be – kidr (O5.07.2012)