Verlorenkostbrug

Op stadszichten uit 1534 is op te merken dat de Verlorenkostbrug eertijds gelegen was tussen de huidige St.-Agnetestraat en de Tiebaertsteeg. In het kader van het graven van de Coupure en meerdere waterhuishoudkundige werken in opdracht van de Staten van Vlaanderen verdween deze houten brug eind 18e eeuw.

gentverlorenkostbrug1901heidirogierfb
foto: Heidi Rogier – Fb

De naamgeving verwijst naar twee eilandjes die fungeerden als losplaats ten zuiden van de brug. Op één van die eilandjes stond zelf een houten loodsje. De steile helling aan de Verlorenkost zelf was daar niet geschikt voor. In verband hiermee verwijst “Strekels Aerd” naar die aanlegplaats. “Aard” in de betekenis van laad- en losplaats en Cornelis van de Strekele die hier reeds in 1350 geregistreerd stond. Een eerste vermelding uit 1374 spreekt dan ook over “tsente Pieters ten Spriete up den ornic van Strekels aerde”.

De “Verloren Kost” wordt beschreven, letterlijk, als de plaats waar het niet meer mogelijk is om zoals voorheen water te scheppen en/ of de kost te verdienen door visvangst of scheepvaart. De Verlorenkostbrug hier in Gent is inderdaad zeer hoog boven het water gelegen.

GentVerlorenkostbrugJacquesDrubbel2
Verlorenkostbrug – Jacques Drubbel (Fb)
GentVerlorenkostbrugGSPD16
Verlorenkoststraatje – http://www.sint-pietersdorp.be

Het “Hof ten Spriete” was een grafelijk hof gelegen aan de Leie beneden de Verlorenkost. Zo genoemd naar zijn ligging tegenover het Spriet, gevormd door de Kortrijksepoortstraat en de St.-Kwintensberg. Reeds in 1281 stond het vermeld als “Immesoeta de Spriete”.

Om nog meer in detail te treden:

In het tijdschrift “Gentsch Museum, bijvoegsel aan het Zondagsblad van het Vaderland” nr 24 van 17 juli 1898, vonden we er volgende verklaring door “eenen der voornaamste kenners onzer plaatselijke geschiedenis” die verder wel anoniem blijft:

In de Lei, voor de “Strekelsaerde”, lag een langwerpig eilandeken, dat men den “Verloren kost” noemde, omdat men er verscheidene malen zonder goeden uitslag gepoogd had waterwerken uit te voeren, welke veel geld gekost hadden. T’halven de laatste eeuw, bij het delven der Coupure, welke de wateren der Brugsche vaart met die der Lei vereenigd heeft, werd de ruimte tusschen den westelijken oever van de Lei en den “Verloren kost” opgevuld, en alzoo dit eilandeken aan den oever verbonden. Dan sloeg men over de Lei eene houten brug, langs waar men zich van de Coupure naar het Verkensstraetjen kon begeven. Die brug stelde Akkergem met Sint-Pieters in gemeenschap en men noemde haar de “Verlorenkost-brug”. De stadhuismannen van 1812, die onze Vlaamsche naamstraten aan ’t vertalen gingen, waren, naar het mij schijnt, met hunne moedertaal niet al te best bekend. Wetende dat het Vlaamsch woord “kost” in het Fransch ook “aliment of nourriture” kan beteekenen, doch niet wetende dat het nog eene andere beteekenis heeft, namelijk van “coût, frais of dépense” hebben alsdan dien “kost” (in de meening dat het “spijs” beteekende) eenvoudig in “brood” veranderd. En zij hebben in hunne “nomenclature” eene Verlorenbroodbrug en eene Verlorenbroodstraat (in het Fransch “pont du Pain –perdu en rue du Pain-perdu”) uitgevonden. Indien men naar eenen nieuwen naam voor de verbreede straat en voor de herbouwde brug zoekt, dan kan men maar dadelijk de aloude onvervalschte benamingen teruggeven van Verlorenkoststraat en –brug.

Capture d’écran (1908)

“St.-Pieterbrugsken” of “’t Verlorenkost” was een allereerste benaming dd. 1429 voor een houten oeververbinding tussen de wijken Ekkergem en St.-Pieters. ’t Verlorenkoststraatje was toen nog gekend als “Strekels-aerde ten Spriete” en later “Verkensstraetje”. De omgeving stond eeuwenlang bekend voor lastbreek- of losplaats, bleekweiden, kalk- en wijnlospaats en scheepstimmerwerf in gebruik. Door haar ligging kreeg ze ook wel eens de naam “Leiebrugge buiten Cuupe” mee.

Een eerste smalle draaibrug geconstrueerd in 1754 verscheen na het graven van de Coupure. In 1811, 1836 en in 1856 kwam er telkens een nieuwe brug te liggen.

20 maart 1846. De bouwkundige Renodeyn doet een voorstel een nieuwe brug te bouwen aan de Verlorenbroodbrug en de straat te verbreden tot 12 m. Thans ligt er een klein houten brugje. De straat heeft een helling van 10 cm per meter. De helling zou verminderd worden tot 3 cm per meter.

17 mei 1857. De nieuwe Verloren Broodbrug wordt in gebruik genomen. De vorige was enkel bruikbaar voor voetgangers. In 1942 werd zij herdoopt in Verloren Kostbrug. Bij de inhuldiging van de nieuwe brug reden voor de eerste maal ook rijtuigen over de brug. De brug was amper 4m breed. Een laatste draaibrug zal in 1873 geplaatst worden.

Gentverlorenkostbrug1898N.LotigiersFb
1898 foto: N. Lotigiers-Fb

De grootste verandering kwam er na verbreding van de Verloren Broodstraat van 4m naar 12m waardoor een nieuwe brug noodzakelijk bleek. Er werd op 4 juli 1898 aanvang genomen met de werken van een monumentale brug. Op 30 september 1899 is de brug aan een gewicht van 18000 kg blootgesteld waarna ze tot dienst van de gemeenschap behoorde.

Twee bronzen beelden respectievelijk de scheepvaart en de arbeid voorstellend sierden de brug. Sierlijke gaslantaarns fleurden de brug nog meer op. Echter tijdens WO I zijn de beelden tot oorlogsmateriaal versmolten. Het begin van WO II betekende het einde van de brug. Mei 1940 werd de brug opgeblazen bij de inval van de Duitsers.

30 oktober 1906. Dood van beeldhouwer Domien Van den Bossche. Hij werd geboren op 11 februari 1854. Onder de artiesten was hij bekend als “den Dom”. Hij was leerling geweest van Louis Van Biesbroeck, Theodoor Canneel en Pierre De Vigne-Quyo. Van zijn hand zijn de 2 monumentale vrouwenbeelden die vroeger op de Verloren Broodbrug stonden. Enkele van zijn werken: de buste van Désiré Van Monckhoven, deze van Professor Boddaert, de beelden van Jacob en Filips Van Artevelde op de hoek van de Borluutstraat. Hij werkte trouwens regelmatig samen met Jacob Semeij. Een medaille voor Dr. Victor Deneffe was eveneens een creatie van Domien. Hij stierf plotseling in zijn huis in de Geldmunt.

Gentpostkaartverlorenkostbrugmarcelgentfb
foto: Heidi Rogier-Fb

De brug die wij nu kennen als de Verlorenkostbrug heeft verscheidene jaren van opbouw gekend. Tijdens de oorlogsjaren werd op 29 juli 1941 gestart met de werken voor een nieuwe brug. Ondertussen voorzag een noodbrug van 28m lang en 2.30m breed voor een vlotte oversteek van het Leiewater.

Eén der strengste winters van de eeuw (10.01.1942 tot 14.03.1942) dwarsboomde tijdelijk de plannen. Pas op 26 maart 1942 mocht er verkeer over de brug. Het zou nog tot na de oorlog duren vooraleer het nodige materiaal ter beschikking werd gesteld de brug af te werken.

Gentdeverlorenkostbrug

——————–
Bron:
Ghendtsche Tydinghen 1997 – Vol26 N°5
Ghendtsche Tydinghen 1980
Ghendtsche Tydinghen 1979 – Vol8 N°6
Ghendtsche Tydinghen 1975 – Vol4 N°6
Ghendtsche Tydinghen 2001 – Vol30 N°6
Ghendtsche Tydinghen 2009 – Vol38 N°5
Gent’s vroegste geschiedenis – Maurits Gysseling
Albert Sugg en de Belle Epoque in Gent – serie 1 (41) Lindenlei
Beschryving der Stad Gend – JJ Steyaert