Predikherenbrug

De Predikherenbrug ligt aan het Predikherenklooster dat op zijn beurt zichtbaar langsheen de Leie aan de St.-Michielskerk grenst.

In 1322 werd er gesproken over de “ander Jacoppinen brucge”. In 1367 was het “ter Jacopine brugghe”.

Tijdens de Franse bezetting sprak de bezetter over de “Pont de Cicéron” en “Quai de Cicéron”. De Gentenaars hielden het echter bij Predikherenlei of “Quai des Dominicains”.

Het was in 1265 een stenen brug met nauwe doorgang. In 1754 is de brug vervangen geweest door een houten draaibrug waaraan in 1813 en vervolgens in 1862 de nodige aanpassingen werden gedaan. Pas in 1882 was er de herplaatsing van een nieuwe draaibrug.

Bij de heropbouw in 1973 was de overbrugging voorzien van een stalen constructie ten dienste van de verkeersmobiliteit.

De Jacobijnenstraat die tot aan de brug leidt is een verbreding van de vroegere Predikherenstraat die na afbraak van de kerk is aangelegd. Die brug was eertijds zeer smal, enkel voor voetgangers waarop het beeld van de H. Joannes Nepomucenus pronkte. (zie sage)

gentbegin19eeuwpredikherenkloosterjjw

De Predikheren waren leden van  een Rooms-Katholieke kloosterorde opgericht rond 1216 door de heilige Dominicus waarbij in 1228 de goedkeuring van het generaal kapittel van Parijs werd verkregen. De volgelingen zijn ook gekend als Jakobijnen of Predikbroeders. Leden zweren ketterij af en verkondigen het evangelie.

De orde der Predikheren had een klooster te Parijs. De Graaf van Vlaanderen, Ferrand, zat daar gevangen in het Louvre  en onderhandelde dikwijls met de kloosterlingen. Hij was zo onder de indruk van deze kloosterlingen dat hij hun verzocht in Vlaanderen hun godsdienst te willen onderwijzen. Op verzoek van zijn vrouw Joanna van Constantinopel vestigden de Predikheren zich omstreeks 1220 in Onderbergen naast het gasthuis van Jonkvrouw Utenhove.

Het klooster verrees gedeeltelijk op de plaats van het vroegere Utenhovehospitaal, eigendom van de rijke patriciërsfamilie Utenhove. De hospitaalzusters verhuisden naar de Bijloke. Na verloop van tijd was de volledige ruimte tussen de St.-Michielskerk en de Jakobijnenstraat door het klooster ingenomen. Het is nu gekend als “Het Pand”.

De kerk van het klooster langsheen de Predikherenstraat (nu Jakobijnenstraat) was indrukwekkend en door kenners geprezen. Tot spijt van vele kunstminnaars werd ze in 1860 afgebroken ter verbreding van de straat. De grafzerk van kunstschilder Gaspar de Crayer, begraven in deze kerk, zou teruggevonden zijn in 1919.

De Predikherenbrug is gekend voor de sage van “Osschaert de Waterduivel”. Het vertelt het verhaal van Osschaert de kwelduivel die sinds de Middeleeuwen in de Leie verbleef. Meestal verscheen hij ’s nachts en kon je hem horen aan het gerammel van kettingen. Doch onverwachts sprong hij op de rug van een late passant tot wanneer deze onder het gewicht van deze Gentse kwelduivel ineenzakte. Dan zette Osschaert het op een lopen en verdween hij terug onder de brug de Leie in. Nog tot half 19e eeuw spraken de mensen over “Osschaert de Waterduivel”.

Op vrijdag 31 mei 2013 is uitzonderlijk, normaal draait de brug ’s nachts, de brug overdag gedraaid om ervoor te zorgen dat verschillende mensen van Waterwegen en Zeekanaal het elektrische onderhoud konden meevolgen. Voetgangers moesten even wachten, maar bootjes konden wel doorvaren tijdens de controle.

———-

Bron:

Gentse straten – Gidsenbond van Gent en Oost-Vlaanderen vzw

http://www.nieuwsblad.be – Marieke Van Pee

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.