Keizer Karel – Karel V

24-02-1500 – †21-09-1558

Graaf van Vlaanderen – Koning van Spanje

Keizer van het Heilig Romeinse Keizerrijk

De stambuum van oenze kaazer koarel. t’ Es de gruutste incestueuze famielde van europa. t’ Es nie moeilijk da zuu een luulijke debiele bende es, nichten en kozijns. En generoases lank mee malkoar gekwiekt. Van broers en zusters goame nog zwaage want da was uuk geweune kost. Ge moet kaaken noar de gekleurde lintjes en vergelaake mee het veurbeeld links onder. Onze Fliepe zijn zuster es uuk mee zuu iene getrewd van die afstammelingen. Ze veugelden der op los oender malkoar veur toch moar de fortuinen in de familede te ewen. (J. Verplancken-Fb)

Keizer Karel zag het levenslicht in het Prinsenhof, het paleis van de Aartshertog, als zoon van Filips de Schone van Oostenrijk en Johanna van Castillië (de Waanzinnige). Hij heeft zijn naam te danken aan zijn overgrootvader Karel de Stoute. Zijn doopsel vond plaats in de St.-Janskerk, de huidige St.-Baafskathedraal.

In het graafschap Vlaanderen was hij gekend als Keizer Karel. Op andere plaatsen zoals in Nederland sprak men over Karel V.

Karels opvoeding lag in eerste instantie bij zijn tante Margaretha van Oostenrijk. Vanaf september 1506 tot aan zijn meerderjarigheid in 1516 verbleef hij aan het Bourgondisch hof van de Regentes der Habsburgse Nederlanden in Mechelen.

Op 6-jarige leeftijd verloor hij zijn vader die in dubieuze omstandigheden (vermoord?) kwam te overlijden. Zijn moeder Johanna liet een verwarde indruk na, dat zich na verloop van tijd in krankzinnigheid uitte waarbij zij in een gesticht (kasteel van Tordesillas) werd opgesloten.

Karel sprak verschillende talen als het Vlaams, Frans, Spaans, Latijns, Duits en Italiaans.Volgens bronnen liet hij zich ontvallen Spaans te spreken tegen God, Frans tegen mannen, Italiaans tegen vrouwen en Duits tegen zijn paard.

Hij was keizer van een rijk waar de zon nooit onderging. In Europa regeerde hij over 40% van de bevolking. Verder waren er kolonies in Amerika, Afrika, Azië en Oceanië.

We spreken 1537. In Gent heersten er woelige tijden. Mede door de belabberde sociale en economische toestand van de bevolking.

De stad bleef ondanks alles teren op zijn oude voorrechten verkregen bij het “Groot Privilege” dd. 11.02.1477 doch in 1492 nietig verklaard door toedoen van Maximiliaan van Oostenrijk. Het “Calfsvel” waar de macht van de stad aan banden wordt gelegd werd genegeerd. Er groeide verzet tegen het betalen van taksen en accijnzen.

Gent weigerde te voldoen aan de oproep van Karels zus en regentes Maria van Hongarije die haar tante Margaretha van Oostenrijk opvolgde bij haar dood op 1 december 1530 tot het verkrijgen van financiële hulp van de Vlaamse steden. Ook Ieper weigerde, Brugge bleef voorzichtig terughoudend. Gent wou terug naar het vroeger autonome zelfbestuur met inbegrip van de oude voorrechten.

De geschillen escaleerden. Van Kortrijk over Oudenaarde tot Aalst begonnen de minder begoeden en mensen van gewone stand zich anti-sociaal en opstandelijk te gedragen. Gent wou niet langer onderdanig maar een vrije gemeente zijn. Een revolutie brak uit.

Toen Gent steun zocht bij de Franse koning bracht deze Karel V op de hoogte tot doel de Gentenaars eens en voor altijd te straffen.

Op 1 Mei 1539 komt Isabella van Portugal te overlijden, de vrouw van Keizer Karel. Deze dochter van Emmanuel, koning van Portugal, trad met hem in het huwelijk te Sevilla op 11 Maart 1526. Gedurende de afwezigheid van Keizer Karel bestuurde zij Spanje in zijn naam. Haar beeltenis is te zien in één van de nissen van het Stadhuis, gotische kant.

Na zijn bezoek op 4 januari 1540 aan Frans I Koning van Frankrijk, waarbij met enige trots voor zijn geboortestad de historische uitspraak ‘Je mets Paris dans mon Gand’ viel, stuurde Karel op 14 januari 1540 3000 Duitse landsknechten naar de Vrijdagmarkt. Daarna vestigde hij zich voor 3 maanden in het Prinsenhof beveiligd door 5 compagnies zwaar bewapende soldaten.

Karel had te maken met een beweging van kerkhervormers zoals protestanten en gereformeerden. Steunend op de gedachten van theologen zoals de Fransman Calvijn en de Duitser Luther uitten deze mensen bezwaren tegen het katholieke geloof met afkerigheid tegenover de Paus.

De Protestantse Reformatie nam aanvang in 1517 wanneer Luther aan de poort van de Slotkerk te Wittenberg zijn 95 stellingen ophangt, het “Disputatio”. Daarin klaagt hij ondermeer het machtsmisbruik aan van de clerus (geestelijken) binnen de Rooms-Katholieke kerk. De oprichting van een katholieke rechtbank, de Inquisitie, zorgde voor de vervolging en bestraffing van ketters.

Gent zou het bezoek van Keizer Karel nooit meer vergeten. Klokke Roeland werd uit de toren van het Belfort verwijderd. Een vernedering voor de Gentse inwoner. Vervolgens dateren we enkele feiten:

  1. 17 januari 1540: 25 leiders met aanzien worden aangehouden
  2. 24 januari 1540: wegens majesteitsschennis verliezen de opstandelingen alle voorrechten op hun bezittingen en hun leven
  3. 6 maart 1540: schepenen geven antwoord op uitspraak dd. 24.01.1540 doch steunend op verloren voorrechten wat hun door de fiscale rechter van het Parlement van Mechelen kwalijk wordt genomen
  4. 16 maart 1540: onthoofding op het Veerleplein van 9 muitende leiders. Later zouden nog 16 personen hetzelfde lot beschoren zijn.
  5. 24 maart 1540: beslissing bouw van een dwangburcht op St.-Baafssite
  6. 29 april 1540: binnen de 3 dagen dienen de schepenen en hun bedienden, 30  poorters, de deken van de wevers, 6 mannen van ieder  ambacht, 50 wevers en 50 kreezers vergiffenis te vragen aan Keizer Karel en zijn regentes Maria van Hongarije. Zonder schoenen aan, blootshoofds en in hemd.
  7. 30 april 1540: Concessio Carolina: stadskeure dat een einde maakt aan de stedelijke autonomie van Gent en het gezag van de vorst verstevigt
  8. 3 mei 1540: vertrek vanaf het stadhuis richting Prinsenhof alwaar genade zal worden afgedwongen bij de vorst. In stoet liepen de schepenen, de sradssecretarissen met alle stadsambtenaren, dertig notabele poorters en de ambachtsdeken blootsvoets met zwarte tabbaard. Daarachter 318 leden van de kleine ambachtsgilden en vijftig wevers. De creesers sloten de stoet af, enkel gekleed in lang hemd met de strop om de hals, als teken dat zij de galg verdiend hadden. Opgelet! De stropdragers waren de creesers, mensen zonder burgerrechten en als het uitschot van de bevolking aanzien. Zij leefden buiten de stadsomwalling in miserabele  omstandigheden. Het waren dus niet de Gentse poorters noch de ambachtslieden die de strop droegen.
  • 12 mei 1540: eerste steenlegging van de dwangburcht – de citadel

Karel V lag ook aan de basis van de eenmaking van de Zeventien Nederlandse provincies. Na verovering in 1543 van de Duitse stad Düren kwam hij in handen van het Hertogdom Gelre. Hiermee beschikte hij over een onlosmakend geheel met hetzelfde opvolgingsrecht, Luik niet inbegrepen maar wel met een groot deel Noord-Frankrijk, de Benelux en alle Nederlandstalige streken.

Ook was hij de bezieler van het tot stand komen van een kanaal dat aan de basis zou  liggen van de huidige Gentse haven. Op 26 mei 1547 gaf hij de toelating tot het graven van de Sassevaart, een vaargeul van Roodenhuyze tot de Braeckman. Later werd het de “Gentse Vaart” om zich te ontwikkelen tot het zeekanaal Gent-Terneuzen.

Zijn huwelijk vond plaats op 10 maart 1526 met Isabella van Portugal. Filips II zou als oudste zoon zijn vader opvolgen. Keizer Karel was ook gekend voor zijn amoureuze escapades bij wie hij enkele bastaardkinderen verwekte.

25 September 1550. Uitvaardiging van het “Bloedplakkaat” door Keizer Karel. Het verbood het bezit, het lezen en de verspreiding van ketterse boeken, het lezen van de bijbel, het herbergen van ketters en zo meer. Als straf werden de mannen onthoofd met het zwaard. De vrouwen, wanneer zij tot inkeer kwamen, werden levend begraven. Zoniet kwamen zij terecht op de brandstapel.

Op 14 september 1556 stapte hij aan boord van de “El Spirito Santo” die hem naar Spanje zou varen. Tot aan zijn dood op 21 september 1558 leefde hij teruggetrokken in de abdij van Cuacos de Yuste (Monasterio de Yuste).

———-

Bronnen:

Gent de stad der 3 keizers- Clement Morraye – Uitgeverij Concorde Print

Gentenaars Stropdragers – Johan Decavele – Stadsarchief Gent

Ghendtsche Tydinghen 2000 – Vol29 N°3

Ghendtsche Tydinghen 2008 – Vol37 N°4