Overpoort

Mocht de Overpoort (Gents: Overpuurte) je vreemd zijn, voor vele studenten is dit hun derde thuis. Vele van die “jeugdige toekomstige intellectuelen” bezitten of huren in de buurt een “tweede thuis”, waar de Overpoort gerust een verlengde van die “tweede thuis” mag genoemd worden. Hier zoekt de student zijn vertier, zijn afleiding, zijn ontspanning, …, hier schijnt de zon wat langer en lengen de dagen. Informeer anders eventjes bij mijnheer Marc Coucke. Die zal wel de nodige anekdotes willen blootleggen over studeren en uitgaan aan, en in de Overpoort.

De Overpoortstraat loopt van het kruispunt Normaalschoolstraat en Heuvelpoort met de R40 in het zuiden naar het St.-Pietersplein in het noorden. De straat staat bekend als de uitgaansbuurt voor studenten in Gent en wordt soms door hen de Toverpoort genoemd. Er zijn tientallen cafés, restaurants en nachtclubs. In de nabijheid van de Overpoort zijn er ook verschillende studentenhomes en koten. Tot in 2011 was er ook een studentenrestaurant in de Overpoortstraat, de Resto Overpoort (of Octopus-resto). Sindsdien huisvest het gebouw onder meer een fitness en een supermarkt.

Van 3 cafés in de jaren 1970 naar uitgaansbuurt voor de student?

In den beginne van onze alma mater, dat willen zeggen rond 1850, was er alleen maar campus Aula in de Voldersstraat. De paar studenten die onze universiteit toen had, hingen vooral rond in de cafés rond deze campus. Er was nog geen sprake van een echte studentenbuurt; de meeste studenten dronken hun pintjes in dezelfde cafés als gewone Gentenaren. 

Met de komst van het complex aan de Rozier, en later ook de Boekentoren, verschoof het zwaartepunt van het universitaire leven naar de Blandijnberg. De Blandijn – vroeger een armoedige arbeiderswijk – werd in enkele jaren getransformeerd tot studentencentrum. Van de Overpoort als uitgaansbuurt was toen nog niet veel sprake. De blandino’s van de jaren 1950 gingen uit in dancings de Kuiperskaai en De Zuid (de toenmalige stationsbuurt, waar zich nu het Urbiscomplex bevindt).

De universiteit stopte echter niet met uitbreiden. In de jaren 1960 zorgde de verdere democratisering van het onderwijs ervoor dat het aantal studenten nog verder steeg, waardoor de campussen van destijds hopeloos te klein werden. De ‘nieuwe’ universiteit (campus Ledeganck, het UZ en de Sterre) werd gebouwd om deze stijging op te vangen. Deze campussen werden gebouwd in een tijd dat een groot deel van het zuiden van Gent nog werd ontwikkeld. Er was dus ruimte zat om deze campussen groot, en min of meer futureproof te maken. 

De Overpoortstraat was de perfecte verbinding tussen deze oude en nieuwe universiteit. In de jaren 70 was de geliefde “Toverpoort” slechts een grijze winkelstraat met enkele kledingwinkels en een tramlijn. De komst van studentenhomes Fabiola en Vermeylen maken van de Overpoort niet alleen een verbindingsweg, maar een echte studentenbuurt. Al die nieuwe studenten hadden natuurlijk ook dorst, en dachten daarbij niet aan water. Horeca-uitbaters roken de harde cash die de studenten meebrachten, en cafés schoten als paddenstoelen uit de grond. 

Zeggen dat de Overpoort berucht is, is een open deur intrappen. Na jarenlang liters bier (en kots) te hebben verdragen, is de straat niet meer moeders mooiste. Net zoals jij er niet al te best uitziet na feesten tot zeven uur in de ochtend, heeft de straat zelf ook enige moeite met het daglicht te verdragen. Het Gentse stadsbestuur heeft dan ook beslist dat er iets moet veranderen aan de straat, waardoor deze overdag ook een functie kan hebben. De volledige straat wordt heraangelegd en krijgt meer ruimte voor bankjes en terrassen. Ook worden er bomen aangeplant. Het valt nog te bezien of deze bomen zullen gedijen in een zure ondergrond.

Iconische danstempel Decadance in Gentse Overpoort sluit de deuren

1.11.2018: De Overpoort verliest deze week één van zijn absolute uithangborden. Na 22 jaar trekken broers Bart (55) en Yves (45) De Kegel de stekker uit hun legendarische club ‘Decadance’. “We zijn fier dat we zoveel grote dj-namen naar Gent hebben gehaald.”

Legendarische Decadance in Overpoort officieel heropend: “Dit is een instituut in Gent”

16.09.2022: Regen of niet, in de Overpoort was het vrijdagavond schuiven om binnen te geraken in de Decadance. Na vier jaar sluiting is de alternatieve nachtclub weer open. En dat werd stevig gevierd. De Gentse house- en technoscene komt opnieuw thuis.

Geschiedenis

In de stadsrekeningen van het begin van de 14° eeuw wordt deze poort aangeduid onder de naam Overpoorte, Oeverpoorte, Hoverpoorte, Sint-Pieters. In de 15e eeuw noemt men ze Heuverpoorte. De Franse vertaling Porte de la Collitie kwam in 1812 in toepassing van het reglement, waarbij de namen van straten, kaaien, bruggen en pleinen in het Frans moesten vertaald worden. De bedienden, belast met de vertaling, kenden niet of onvoldoende het Vlaams. Ze wisten evenmin dat in de spreektaal in plaats van “over”, “heuver” werd uitgesproken. Bijvoorbeeld: heuverdeken voor “overdeken”, heuvecite voor “overste”. De vertalers dus dachten, gezien de poort zich bevond op het hoogst gelegen punt van de stad, heuver eenvoudig heuvel betekende en ze vertaalden dan ook Heuverpoort door Porte de la Colline. De Gentse bevolking sprak echter verder van de Heuverpoort en de Heuverstraat. Onder het keizerrijk kreeg de poort de naam Porte de l’agriculture. Alzo werd ze opgetekend op het plan opgesteld op 3 frimaire jaar IX (24 november 1802) door de landmeter Jean François de Deken. (Stadsarchief reeks 98 nr. 17)

De poort, gebouwd in de tweede helft van de 13e en in het begin van de 14e eeuw, was vermoedelijk niet zo sterk want men begon ze te herbouwen in 1405. Het Memorieboek zegt : “In dit jaer den 6 april was de Reuverpoort ’t Sente Pieters te Ghendt begonnen te fonderen”. De poort was gelegen aan het einde van de Overpoortstraat. De stedelijke archieven bevatten enkele contracten, waarbij het gebruik van de gebouwen van de Heuverpoort aan particulieren werden toegestaan. De stad behield zich echter het recht voor er over te beschikken in geval van algemeen belang. Een akte van 6 september 1450 vermeldt: “Reserverende die altydts tonserwaerts opdat de voorseyde stede het met de selve poerte ofte woenste te doenen hadde het waere omme daer inne te waeckene, ofte andersints ende dan haere vryheit daer mede te hebben algoet behaoren zal”. In het artikel over de Sint-Lievenspoort werd verteld, dat in toepassing van het verdrag van Gavere van 28 juli 1453 er bij vergissing bevolen werd dat de Heuverpoort en de Petercellepoort eeuwig alle donderdagen zouden gesloten blijven. Dit verbod moest echter van toepassing zijn op de Sint-Lievenspoort.

De Overpoort werd herbouwd tijdens de godsdiensttroebelen in de zestiende eeuw. De werken begonnen in 1578. In 1632 deed de stedelijke overheid nieuwe werken aan de versterkingen aan de Overpoort uitvoeren. De schepenen besloten in de muur een steen met het wapen van de stad te plaatsen. De abt van de St-Pietersabdij beschouwde dit als een aanslag op zijn recht van jurisdictie en verlangde dat het wapen werd weggenomen. De zaak kwam voor de Raad van Vlaanderen. In zijn vonnis van 30 october 1635 verklaarde de Raad : “Dat het stellen ende blyven van de wapenen deser stede in de wercken van de heuverpoorte den eeschere niet en prejudicieert nochteen prejuditieeren en sal in syne heerlichede ende jurisdictie”. Justo Billet, de Gentse politiemeester, die bevoegd was over de wegen, de inspectie van de gebouwen, enz. schreef tussen 1658 en 1667 zijn elf Politieboecken, waarin hij alles wat betrekking had met zijn opdracht chronologisch optekende.

Justo Billet geeft ons een beschrijving van de toestand van de Heuverpoort omstreeks 1660. “Den selven dito (21 aug. 1660) van dar gijnghen wij besichtighen het werck van den muer an d’heuverpoorte, alsmede van buijten de casamatten ofte kelders van de selve poorte die commen onder ofte ter sijden van de valbrugghe, die staen in eenen seer soberen staet, om teenemael te vallen, alsoo den arduyn ligt sonder moortel ofte calck, ende door de vochticheyt van de greppen ofte gotten heel rot. “Hebben oock ghesien met verwonderinge hoe dat de selve heuverpoorte ghemetst ende ghemaect staet sonder fondamenten ende alleene ghemetst op het sandt, soo men can sien neffens de selve poorte an het poortgat van secours.” (Boeck I, fol. 54.) “1662. Van derselve voornoemde poorte tot aen de petercellepoorte loopt een parapet boven eenen nieuwen stercken steenen muur met drooghe wallen. .”Daer is mede die groote machien ofte grofswar stuck werck van de Heuverpoorte die men bevonden heeft tegen alle maxiemen van bauwen, ghemetst te zijn op eenen sandighen grondt zonder eenige fonns dit verslag had de Overpoort dus geen grondvesten. In hetzelfde boek vertelt Billet dat vroeger de Heuvelpoort ook diende om personen, die aan melaatsheid leden, op te sluiten : “de welcke heuverpoorte plaegt tè weseli de ghevanghenisse van de Lazarissen ofte ackersiecken”… . Om de stad beter te beschermen tegen de aanvallen van het Frans leger tijdens de Spaanse successieoorlog, werden nieuwe versterkingen gebouwd in de nabijheid van de Overpoort. Alzo werd een klein fort met torentje aan de oever van de Schelde aan ter Plaeten gebouwd, torentje dat thans nog bestaat. Men versterkte tevens de muren tussen de Overpoort en de Kortrijkse poort en dit in 1676. De muur, die de beide poorten verbond, was gebouwd in 1662. Onze Justo Billet vertelt in zijn tweede boek : ” … te doen coopen de materialen van arduyn, blauwe steen, calck om daermede voorts op te doen maecken den muer deser stede tusschen de Petercellepoort ende de Heuverpoorte tot minder cost ende bedroog”.

Wanneer in 1678 de legers van Lodewijk XIV de stad Gent belegerden, vervielen ze de Overpoort aan. Na de belegering werd de Overpoort hersteld en bleef ze zonder grote veranderingen tot in 1827, jaar waarin de Overpoort werd afgebroken. In 1829 werd een nieuwe poort gebouwd, bestaande uit twee gemetselde kolommen verbonden met een ijzeren hek. De nieuwe poort werd afgebroken in 1860 na de afschaffing van de stedelijke octrooirechten.

Bij de afbraak van de Overpoort in 1827 schreef de Gazette van Gend op 2 augustus: “De oud beruchte heuverpoort gaet eerstdags afgebroken worden,waertoe de aenbesteding den 20 augusti 1827 zal plaets hebben. Nu zal er maer de St.-Lievenspoorte meer overblijven der oude versterkingswerken dezer stad (uitgenomen de Postern en Zandpoorten op de Houtlei). “De eerste bouwing dezer poort moet, zoo het schijnt, plaets gehad hebben in de twaelfste eeuw namentlijk onder de besturing der negen en dertig. Haere oude naem van heuverpoort bewijst dat zij voor de bijzonderste van de stadspoorten gehouden wierdt; sedert dien tijd is die poort verseheide mael geheel ofte gedeeltelijk hersteld geworden, als in de oproerige tijdstippen van 1340, onder het ruwaertschap van den beruchte ]acob van Artevelde; in 1382 ofte 1383, onder het bewind van Philips van Artevelde; in 1452, in den opstand tegen de zoogenaemde Picardieis; en, in 1572 onder de dwingelandij van ]oncker jan van Hembyze en den heer van Rijhove. “Men bemerkt dat deze poort, bij het vredetraktaet van Gaver, gesloten tusschen den hertog van Bourgondien Philippus den Goeden en de oproerige Gentenaers, moest toegemetst worden omdat de gentsche witte Caproenen langs dezelve naer het slagveld van Gaver getrokken waeren, doch wierdt niet uitgevoerd.

“Ten tijde der beeldstormerij werden de materialen der afgebroken abdij vanS. Pieters tot herstelling dezer poort gebruikt, en in 1674 wierdt de zelve andermael hersteld en versterkt door de zorgen van den graef Mont.erey, gouverneur ad interim der spaensche Nederlanden, wanneer buiten deze poort een fort gebouwd wierdt onder den naem van Fort Monterey ofte Zegelfort.”

Naar een artikel van Pr. Claeys in de Messager des Sciences Historiques 1892.

———–

Bron:

Ghendtsche Tydinghen 1980 – 9e jaargang N°1 (M.Lievens)

http://www.schamper.ugent.be

https://ra.co/clubs