Luxemburgstraat

Aan het einde van het Klein Raamhof belanden we in een deel van de Luxemburgstraat. Maur. Gysseling merkt op dat de benaming van die plaats aanvankelijk “Ritsenborg” was; “in Ricenborgh”, Richenborgh” 1315; te “Ritcheborgh”, in “Ritcheboerch”, in “Ridchenborch”, in “Ridsenborch” 1335; in “Rutseborgh” 1337; in “Ritseborgh” 1362.

We lezen verder bij dezelfde auteur: Mnl. “riden”: beven en Nl.: rillen; “hridiskan burg”: bevende burg … ; “de grond was er zo drassig dat een aldaar gebouwde burg, die natuurlijk in die tijd van hout was, inderdaad wankel moet geweest zijn” en hij besluit met iets dat zeer belangrijk is: “hoogstwaarschijnlijk is Ritsenborg de oudste Gentse burg”. Men staat dus op een zeer oude en historische plaats.

K. Haerens schrijft dat men in 1487 voor het eerst de benaming “Ludtsen-burch” aantreft en dat die benaming blijft. Lutsenburg was, steeds volgens Haerens, de wijk van de “lutsende huisjes”. “Lutsen”, zo gaat hij verder, betekent in het Gents: “het bewegen van iets dat niet al te vast staat”. In de 16de eeuw begrepen de stadsschrijvers, volgens Haerens, het woord “lutsen” niet en maakten ze van “Lutsenburg” eenvoudigweg “Luxemburg”. Zo is in de stadsrekening van 1574 sprake van “het straetjen genoemd Luxemburg”. Bij J. Billet is het in 1662 “Luxemburgstraatje”; op het plan Goethals in 1796 komt het voor als “Luxembourgstraatje” en op het plan Gevaert-Vanimpe van 1878 heet het “rue du Luxembourg”.

De Luxemburgstraat (1994) bestaat uit drie delen:

1) een stuk dat uitmondt in de Ramen en tegenover de Komijnstraat gelegen is

2) het tweede stuk dat ligt aan het uiteinde van het Klein Raamhof en dat er haaks op staat;

3) nog een eindje dieper ligt het eigenlijk oud beluik waar een aantal kleine huisjes staan (de nrs. 18 tot en met 40) met heel wat rommel, materialen, fietsen, stukken van fietsen en moto’s voor de deur maar ook met hier en daar bloembakken aan het raam en groen aan de gevel, zie foto hierbij. Het beluik laat wel een schamele en rommelige indruk. Er is gebrek aan het gewoon, individueel, huiselijk comfort. Maar toch is het bewoond, door nogal wat jongere mensen en wordt er hier en daar gewerkt en hersteld. De bewoners zelf zijn blijkbaar aan de woonomgeving gehecht.

Toen er enkele jaren geleden stemmen opgingen om een aantal panden onbewoonbaar te verklaren, hebben de bewoners zich tegen dat plan met kracht verzet. Het was de bedoeling van de stad om er o.m. een parking aan te leggen maar men heeft daar uiteindelijk van afgezien. Beluiken zijn niet alleen overblijfselen van een stuk Gentse geschiedenis maar er wonen ook nu mensen die, spijts de ongunstige huisvestingsvoorwaarden en het gebrek aan de normale uitrusting, aan de buurt gehecht blijven.

Van het deel van de Luxemburgstraat dat haaks op de twee andere delen staat en uitmondt in Ramen, tegenover de Komijnstraat, geven we hierbij ter illustratie twee foto’s. De eerste toont de situatie op heden, de tweede dateert van 1890. Zoals men ziet hebben er in dit deel van de Luxemburgstraat sinds het einde van de vorige eeuw heel wat verbouwingen plaats gehad en hebben veel van de kleine huisjes, die er stonden, plaats gemaakt voor woonsten van recenter datum. De straat heeft trouwens een groot deel van haar vroeger karakter verloren. Zoals men kan zien op de foto van 1890 hebben er vooral aan de Noorderkant eertijds typische oude woonsten gestaan. Op een paar uitzonderingen na, hebben de meeste huizen er thans architectonisch geen bijzondere betekenis. Te noteren valt dat er in de Burgstraat een aantal grote panden gelegen zijn die een achterbouw, garages en een in-en uitrit hebben in de Luxemburgstraat.

Te noteren: aan het nr. 50 in de Luxemburgstraat staat een appartementsgebouw dat bovenaan de gevel, ter hoogte van het tweede verdiep, een grote gebeeldhouwde kop draagt, gekapt in een roodachtige hardsteen. Deze stelt, volgens K. Haerens, L.J. Gay-Lussac voor, een beroemde Franse scheikundige en physicus die leefde van 1778 tot 1850. Steeds volgens dezelfde auteur is dit beeld het werk van de vroegere Gentse beeldhouwer Geo Verbanck, die toen werkte voor de architect Lelubre.

Voor de kunstliefhebbers kunnen we hier ook nog vertellen dat de gekende Gentse beeldhouwer Leon Sarteel in 1915 zijn atelier onderbracht in de Luxemburgstraat nr. 7 en er werkte tot hij in 1923 in het huwelijk trad en zich elders ging vestigen.

———-

Bron:

Ghendtsche Tydinghen 1994 – Vol23 N°3