Zwembad Dossche

Het eerste Gentse zwembad dd. 1938 is genoemd naar zijn toenmalige eigenaar Constant “Pruuke Dossche”(°1811). Zo genoemd omwille zijn weelderige bos haar en baard. Zo zou hij model hebben gestaan voor de uitbeelding van Neptunus boven de ingang van de Vismijn aan het Veerleplein.

Tijdens een oproer van de katoenbewerkers in 1839, door een hevige katoencrisis verwekt, had Constant Dhossche zich aan het hoofd van de met hongerloon bedreigde werklieden gesteld. De oproerlingen kwamen in botsing met het leger met bijgevolg doden en gekwetsten. Met een list werd Constant Dhossche naar het Stadhuis gelokt, gevangen genomen en omringd door een grote krijgsmacht naar de Citadel (toen nog een zware versterking, nu stadspark) overgebracht. Toen de rust hersteld was, moesten acht deelnemers aan de oproer, waaronder Dhossche, voor het Assisenhof te Brussel verschijnen. De beschuldigden werden op één na vrijgesproken en ‘s avonds, bij hun terugkomst in Gent, geestdriftig ontvangen. Pruuke Dhossche werd aldus een Gentse beroemdheid.

Stad Gent nam in 1912 het beheer van het zwembad over. Pruuke Dossche was toen al een tijdje overleden (†1890) maar zijn beide dochters gaven er tot dan nog zwemles.

In 1962 werd deze onoverdekte zweminrichting, de “Overzet” (naar de nabijgelegen overzet van de in 1972 gedempte Leiearm, nu Henri Dunantlaan), afgebroken. Hoofdreden was de verouderde toestand van het zwembad en de weinige bezoekers. Bijkomend was er ook de opening van het zwembad “Rooigem”, wat het definitieve einde betekende van deze historische zwemplaats.

———-

Bron:

Ghendtsche Tydinghen 2017 nr. 3