1971-1976: Van Den Daele Geeraard Léonce

°21-07-1908 – †1-10-1984

Deze CVP-politicus was van 1971 tot 1976  burgemeester van Gent in een coalitie met BSP.

Trad van 1946 tot in 1965 op als volksvertegenwoordiger om vervolgens als senator te dienen tot 1971.

Hij was actief als minister van Arbeid en Sociale Voorzorg van 1950 tot 1954.

Was 11 jaar lang havenschepen van Gent (1959-1970), waarbij hij een voorname rol speelde in het Volvo Cars Gent dossier.

Van de Heer G. Van den Daele, Burgemeester der Stad Gent, ontvingen wij een.brief gedateerd 1 maart 1973, waarvan wij hieronder de volledige tekst afdrukken:

1. Ik lees in uw uitstekend blad van februari 1973 op blz. 31 de volgende passus: “Nu is het wel zo dat de Burgemeester ons bij de opening van de fototentoonstelling “Gent Gisteren” verteld heeft dat Gent geen stad is waar de toeristen moeten komen naar kijken en dat legt dan misschien veel uit.”

Ik deel U eenvoudig mede dat ik zulke dwaasheid niet heb gezegd. Ik heb beklemtoond dat de aanpassing van het oude Gent aan het moderne leven in harmonie moest gezien worden met de huidige en toekomstige noodwendigheden van tewerkstelling. Er is geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt het toerisme daarbij uit te schakelen. U heeft trouwens maar de begroting van de stad na te zien om U daarvan te overtuigen.

2. Ik wil ook protest aantekenen bij wat U op blz. 38 schrijft: “Ook in Gent bestaat er een plan de Plotersgracht in het Patershol weer open te leggen en er de oude brugjes over te bouwen, maar dit plan komt niet van het stadsbestuur dat het altijd bekeken heeft met koele, vijandige blikken”.

Ik vraag mij af waar u die vijandige blikken hebt ontwaard. Integendeel, wij hebben sedert lang een plan uitgewerkt dat op goedkeuring wacht van de Koninklijke Commissie van Monumenten en Landschappen. Wij hebben aangedrongen opdat er een spoedige goedkeuring zou komen.

3. “Het spijt ons dat u, naar aanleiding van een besluit van de stad Gent waardoor de verplichting kan opgelegd worden de gevels te verfraaien, besluit dat enig is ons land, nog aanleiding vindt om op het stadsbestuur kritiek uit te oefenen. Het ware mij zeer aangenaam kon U deze terechtwijzingen in uw volgend blad opnemen.”

Met oprechte hoogachting,

G. Van den Daele.

Waarop de “Heemkundige en Historische Kring Gent” replikeert: “Het is best mogelijk dat de woorden van de burgemeester zijn gedachten voorbijgegaan zijn. Wij hopen het, maar dat is iets dat hij alleen kan beoordelen. In alle geval hebben wij de waarheid geenszins verdraaid en hebben wij woordelijk weergegeven wat er gezegd werd.

———-

Bron:

Ghendtsche Tydinghen 1973 -Vol2 N°3