Tolhuisdok

De gracht die als zuidelijk deel van de grens tussen Gent en de Zeeschelde zou moeten doorgaan, werd bij zijn eerste vermelding in 1251 zeer duidelijk omschreven als de Schipgracht die Gent met Ertvelde (oorspronkelijk Artevelde) verbond. Deze waterloop vertrok te Gent aan de Leie bij het Sluizeken en liep via Meerhem naar het huidige Tolhuis en vandaar rechtdoor naar Langerbrugge. Te Langerbrugge splitste de waterloop en gaf Gent toegang tot het noorden via twee aftakkingen.

De belangrijkste was de oostelijke aftakking die de Oude Kale of Durme (de huidige Moervaart en Zuidlede) volgde, met het daarbij aansluitende netwerk van de Stekene-, Asseneedse-en Akselse vaartjes en andere waterlopen. Hierdoor lag het hele noorden open voor Gent, van Biervliet en Boekboute in het westen tot Hulst en Hontenisse (Kloosterzande) in het oosten. Hoewel men via deze waterlopen vanuit Gent de zee kon bereiken, maakten de Gentenaars tot voor de aanleg van de Sassevaart in de 16de eeuw nooit gebruik van deze mogelijkheid, al heeft men zeker al veel vroeger met dat idee gespeeld.

De andere aftakking, de noordwestelijke, was in zijn oorsprong geen natuurlijke waterloop zoals de eerste maar het vervolg van de vanuit Gent gegraven Schipgracht die vanaf Langerbrugge vrijwel recht doorgetrokken werd tot Ertvelde. Te Evergem en te Ertvelde staat hij nog steeds bekend als Burggravenstroom. Bij het dorpscentrum van Kluizen waren en zijn er nog steeds vier aftakkingen waarvan de belangrijkste de Oostwatergang of Eeklo’s vaardeken, later eveneens de naam Burggravenstroom toegedeeld kreeg.

Te Gent werd het waterpeil geregeld met een sluis aan de Nieuwe Schaapbrug tussen Oudburg en Sluizeken (al in 1322 vermeld) bij de monding in de Leie. In 1580 werd dit sluisje bij de aanleg van de Calvinistische stadsversterkingen en de bijhorende aanpassingen aan de Sassevaart, vervangen door de Tolpoortsluis.

Deze Tolhuissluis is op 20 mei 1864 gedynamiteerd door geniesoldaten. Hierbij werden 37 grafstenen ontdekt waarbij 2 zerken van kannunikken in relatie tot St.-Veerle (St.-Pharaïlde) dd. 1572.

Op Gents grondgebied zijn er geen resten meer van de Schipgracht, tenzij de Voorhaven en het Tolhuisdok als opvolgers beschouwd worden. Het meest zuidelijke deel van de gracht buiten de Gentse stadsvesten tot Langerbrugge werd immers in 1547 onderdeel van de Sassevaart, voorloper van het huidige zeekanaal uit de Hollandse tijd (1825-1827).

De beslissing om de Sassevaart te verlengen naar Terneuzen werd reeds genomen in 1823, dus tijdens het Nederlandse bewind. Tussen 1830 en 1841 was er geen verkeer op het kanaal aangezien Nederland de Westerschelde had afgezet na de onafhankelijkheid van België. Het kanaal verzande. Na uitbaggering kon de scheepvaart vanaf 1840 hervatten. Vanaf 1870 werd het kanaal verdiept en verbreed.

Op het eilandje in het Tolhuisdok zijn er tussen 1880-1886 verschillende sashuisjes opgericht bereikbaar langsheen de Sassekaai via 2 brugjes met ijzeren reling voorzien van leeuwenkopjes. Aan de Wiedauwkaai is er eveneens een brugje voorzien in verbinding met het eilandje. Naast de sluis en stuw zijn er op het eilandje ook bureau’s en logement aan te treffen.

De huidige Tolhuissluis dateert uit 1889 en laat toe schepen op te schutten of af te schutten, wat wil zeggen op een hoger of op een lager waterniveau brengen. Logischerwijze spreken we hier over een schutsluis die de doorvaart van boten regelt, ondermeer door het gebruik van lichten. De sluis meet 85 op 12 meter.

Augustus 2021- Ingenieursbureau Boorsma(NL): “De houten sluisdeuren van de sluis Tolhuissluis in Gent zijn aan vervanging toe. Het betreft een set deuren aan de stroomopwaartse en een set aan de stroomafwaartse zijde. De deuren zijn voorzien van een stalen bordes, zodat de deuren als oversteekplaats voor voetgangers kunnen worden gebruikt. De bestaande deuren zijn gemaakt van eikenhout, de nieuwe deuren worden uitgevoerd in Azobé. Het onderdraaipunt, inclusief de verankering in de sluisbodem en het bovendraaipunt inclusief verankering in de kade zijn opnieuw doorgerekend. De gehele sluiskolk met deuren is door ons in 3D gemodelleerd (Inventor), waarbij rekening is gehouden met inmetingen van de bestaande situatie.”

Over de verbinding van het Meerhemkanaal met het afleidingskanaal van de Lieve lag sinds 1904 de Meerhembrug en over de verbinding met het Tolhuisdok lag de oude Tolhuisbrug of Tolbrug (niet te verwarren met de huidige Tolhuisbrug over de aansluiting van het Tolhuisdok met het Verbindingskanaal).

Het nabijgelegen Tolhuisplein, waar de Tolhuislaan aanvang neemt, is in 1942 tot Tolpoort omgedoopt. Echter is er hier nooit sprake geweest van een stadspoort maar van een ontvangstkantoor ter inning van de tolrechten betreffende de Sassevaart. Vóór het graven van de Ringvaart (1948-1969) werden er tot 125 schepen per dag versast.

De volledige site Voorhaven en Tolhuis, met inbegrip van Tolhuiskaai en Wiedauwkaai, werd in 1996 beschermd. De Voorhaven  als stadsgezicht wegens de industrieel-archeologische waarde met daarin diverse gebouwen, onderdelen en uitrustingselementen, waaronder treinsporen, als monument.

———-

Bron:

Ghendtsche Tydinghen 2004 – Vol33 N°5

beeldbank.stad.gent

inventaris.onroerenderfgoed.be

gentblogt-archief.stad.gent/2013/09/27/albert-sugg-en-de-belle-epoque-in-gent

http://www.boorsma-consultants.nl