Vrouwebroerstraat (1763)

31 Oktober 1763. Vijfvoudige moord gepleegd door Mast en Danneels.

Deze 2 boeven vermoordden de rentenier Daniël Van Beveren, zijn zuster Anna en hun 3 nichten Françoise, Marie en Colette. Ze werden op een beestachtige wijze met een hamer doodgeslagen. Het is pas 4 dagen later dat de lijken ontdekt werden in het huisje op de hoek van het Kuipersstraatje (nu Vrouwebroerstraat) en de Plottersgracht, die toen nog niet gedempt was en ook niet volledig overeenstemt met de huidige straat. In die tijd waren gewelddadige moorden geen uitzondering, maar deze misdaad bracht een enorme beroering teweeg en liet een heel diepe indruk na.

Twee weken na de moord waren de daders reeds gevat. Danneels werd aangehouden in Rijsel, Mast in het Kapelleke Schreiboom in Gent. Zij ontkenden aanvankelijk alle schuld en de rechter besloot hen te onderwerpen aan het “scherp-examen ordinaire en het extra-ordinaire”. Maw eerst de gewone folteringen, dan de iets meer geraffineerde folteringen. Danneels viel door de mand alvorens het “examen” nog moest beginnen. Mast is overmoedig en brutaal, maar na 3 kwartier van een scéance die volgens het programma meer dan 5 uren in beslag zou nemen, legde hij ook volledige bekentenissen af.

Op 3 december 1763 worden zij van de Mammelokker, waar ze opgesloten zaten, overgebracht naar het Schepenhuis waar het doodvonnis wordt voorgelezen en onmiddellijk wordt uitgevoerd. Op horden (tenen matten) zijn de 2 moordenaars naar de Vrijdagmarkt gesleept waar het schavot opgetimmerd stond voor het Tooghuis. Beiden worden naakt aan een dwarskruis gebondenen. Hun lichaam wordt 5 maal genepen met een gloeiende nijptang (1 maal voor elke moord). Vervolgens worden zij geradbraakt, krijgen een hamerslag op het hoofd en worden in het vuur geworpen tot wanneer de dood er op volgt. Recht geschiedde … althans volgens de begrippen van die tijd.

Napoleon Destanberg maakte er een drama van waarbij de muziek was voorzien door Karel Miry. In 1864 vond in de Minard een eerste opvoering plaats door de Fonteinisten.

Hieronder de tekst van een uiterst zeldzaam exemplaar van een lied dat een onbekend gebleven zanger op de moordzaak gezongen heeft: “Rechtveerdige justitie van Mast en Danneels gedaean binnen de stad Gent over twee grauwzaeme moordenaeren, dewelke vyf moorden gedaen hebben in een Huys omtrent·de Lieve Vrouwe-Broeders, hebbende vermoord Broeder en zuster met hun dry nichten, waervoor hun rechtveerdige Sententie hebben ontvangen op den 3e Décember 1763”.

Het lied bestaat uit 13 zesregelige strofen waarvan ik enkele kopieer:

1 Mast en Danneels die moordenaeren,

Die blijven onder ’t volk bekend

Die namen blijven afschuw baren

Nog onder ’t volk van ’t oude Gent

Het is ook wreed wat ze eens misdreven

Het doet van schrik het herte beven.

6 Het middernacht uer was verstreken

Dan klonken ze aen Van Beevrens woon

Ze moesten hem noodzakelijk spreken

Zoo ze zeggen op een zoeten toon

De man was goed en zonder schromen

Liet hij de schelmen binnen komen

8 Twee menschen in hun bloed daer zwommen

Maer boven klonk een hulp gekreet

Zy zyn de trappen op geklommen

Verwoerd, als zinneloasen wreed

Dry zusters woonend in één kamer

Die vielen onder hunnen hamer

13 Zy werden in een vuer gesmeten

En beide levendig verbrand!

Dit was !t gevolg van plicht vergeten

Wie luidheid eert vervalt in schand

laet ons deugd en vlyt beminnen

En zuiver zyn van ziel en zinnen.

———-

Bron:

Ghendtsche Tydinghen 1973 – Vol2 N°7-8

Ghendtsche Tydinghen 2009 – Vol38 N°5