Bagattenstraat

Eindelijk! Na 2 jaar intense arbeid is vandaag, 23 december 2021, de Bagattenstraat opnieuw opengesteld voor alle verkeer. Na decennia lang de hobbelige kasseistroken te moeten trotseren is het vanaf heden aangenamer autorijden en vooral fietsen in dit drukke stadsdeel. Het resultaat is een comfortabele fietsstraat met fietsparkeervakken waar het bordeauxkleurige asfalt de fietser secuur geleidt naar zijn bestemming. De authentieke kasseien zijn mooi ingewerkt in het totale concept waar voorlopig nog het groen ontbreekt. En vergeet vooral niet dat voortaan koning fiets voorrang heeft!

Aan de Nederkouter neemt de Bagattenstraat aanvang en zet je op weg naar de St.-Pietersnieuwstraat, alwaar het “Kunstencentrum Vooruit” de omgeving domineert.

8 november 1880. De Bagattenstraat schrijft geschiedenis. De eerste telefoonlijn in Gent wordt gelegd tussen de burelen en de fabriek van Thienpont in de Bagattenstraat.

Historie

Het volstaat een plattegrond van het oude Gent te bekijken en vast te stellen dat het in de stad wemelde van “gaten”. In dat opzicht is er de mogelijkheid te verwijzen naar:

1. een waterloop, meer bepaald een opening of weg tussen 2 vakken van die waterloop. Zoals:

Windgaten (Lange Violettestraat)

Paddegat (Baudelohof, kruising oude en nieuwe Leie)

Rendelgat (Minnemeersbrug, overdekte uitmonding van een oude Leiearm)

2. een toegangsweg, een doorgang, een passage of nauw straatje leidend naar een open plein, weide of bouwland. Zoals:

Ingelandgat

Koutergat

Rodegat (tussen Kortrijksesteenweg en Maaltebruggestraat)

Wisselgat (Blankenbergestraat)

3. ook: een zeestraat gelegen tussen kusten of banken. Zoals

Brielsche Gat

Kattegat

Veersche Gat

Gat in de betekenis van smalle weg of bij uitbreiding van straat is terug te vinden in meerdere Germaanse talen:

Duits: gasse

Noors: gade

Zweeds: gate

Met betrekking tot de Bagattenstraat was er bij vele geschiedkundigen de verwijzing naar de Franse periode waar deze straat stond beschreven als “rue des baguettes” of “Bagettestraete”. Ook Pagatterstraete wordt vermeld, verwijzend naar Pagani in de betekenis van heiden –> Amandus, die de heidenen het geloof zou gepredikt hebben.

De eerste die over deze straat een verantwoorde mededeling gaf was Alfons van Werveke (De Namen van de Straten der Stad Gent, 1919). Hij begint met een lange reeks verschillende schrijfwijzen van de naam op te geven: Pergattenstrate (1328); Pargattenstrate (1332); Pergatterstrate (1353); Pargatterstrat (1353); Pagatterstrate (1358);. Pagattenstrate (1360); Pagatterstrate (1362); Paghatterstrate (1365); Barghatterstrate (1384); Pagattestrate (1387); Barghattestrate (1403); Bagatterstrate (1405); Parghattestrate en Baghatterstrate (1408). Er is enkel de vaststelling dat de namen met P ouder zijn dan de namen met een B, maar een verklaring blijft achterwege.

Het is pas in 1951 dat dr. M. Gysseling voor het boek Jan Lindemans een verklaring neerpende over de toponiemen Savaanstraat en Bagattenstraat, later bevestigd in zijn boek dd. 1954 over plaatsnamen in Gent. Waar bestigd wordt dat Bagattenstraat wel degelijk een verwijzing is naar een “gat”-toponiem. Het middelnederlands parre- of perre- (Pargatter, Pergatter) betekent hek.

Bagattenstraat = pergat(t)enstraat = hekgatenstraat = weg lopend door een opening of gat, van een hekken voorzien in een omheining of afsluiting. Eertijds was de omgeving er landelijk, waar ook de nabij gelegen Bloemstraat en Rozendaal aan herinneren.

De straat was ook gekend als het Solferstekstraetjen, gelinkt aan de vele solferpriemmakers die hier een woning bezaten. Ook lag hier het Beggynhoveken = Klein Parijs. Begin de jaren 1970 is dit “koerken”, uitlopend in de Bagattenstraat, gesloopt.

In 1869 keurde de Gentse gemeenteraad een lening van 17 miljoen fr (421420€) goed voor ondermeer de verbreding van de Bagattenstraat. Op 27 mei 1869 besluit die gemeenteraad de verbreding van de Bagattenstraat verder te zetten.

10 oktober 1869. Te koop: een beluik van 18 woningen groot 370m2 in het Rozendaleken (aan de Bagattenstraat). Opbrengst 1547 fr (39€) per jaar. De gemiddelde huur per week per huisje bedroeg dus 1,65 fr (0.04€).

15 juni 1872. De stad Gent verkoopt aan de staat een stuk grond groot 1300 m², gelegen hoek Bagattenstraat – Guinardstraat en bestemd voor de gebouwen van het bestuur der directe belastingen tegen 45 fr (1,12€) per m².

De maatschappij Willem Tell, behorend tot de gilde van kruisboogschutters, werd op 25 december 1825 opgericht en vond in eerste instantie een onderkomen in de herberg Sint-Arnold aan de Kortrijksepoortstraat. Het enig verband tussen deze 1 9e eeuwse amusementsmaatschappij en de middeleeuwse gilde was het gebruikte wapen nl. de kruisboog. De kruisboog was in de Middeleeuwen het meest doeltreffende individueel wapen, en zelfs nadat men op het slagveld vuurwapens begon te gebruiken ging de kruisboog nog een hele tijd mee, want hij kon veel sneller geladen worden dan de toen nog primitieve musketten die werkten met een lont. In 1838 werd een feestlokaal gebouwd in de Bagattenstraat. Daar beleefden de schutters hun hoogdagen. Ze hadden voorzitters en erevoorzitters die zich lieten portretteren door Gentse kunstenaars.

Toen er in 1866 een nieuwe straat getrokken werd tussen de Bagattenstraat en de nu verdwenen Kalkstraat, werd ze de Willem Tellstraat genoemd. Deze maatschappij is nu ook al weer lang verdwenen, maar de oude leden die wij gekend hebben hebben wij nooit horen spreken van Willem Tell maar altijd van Guillaume Tell, waarschijnlijk de oorspronkelijke benaming. De leuze van deze gilde was “Zie recht, doe recht”. De laatste schieting van het jaar was traditioneel de “Appelschieting” waarbij een appel moest geschoten worden van het hoofd van een “manneke”. Een mechanisch manneke want alle schutters waren niet even behendig en er zal wel geen overaanbod geweest zijn aan levende kandidaten.

Na een schitterend verjaardagsfeest in 1900 onder het voorzitterschap van Victor De Muynck, begon de ster van de maatschappij te tanen. Kort na wereldoorlog I werd het lokaal in de Bagattenstraat openbaar verkocht en vanaf 1920 hernamen de leden van Willem Tell hun activiteiten in café “In de Toren” aan de H. Kerstkerk in de Sleepstraat. De kruisboogsport werd verlaten en de schutters legden zich toe op het bolspel. Na 1945 lijkt de vereniging van de aardbol verdwenen te zijn.

“Willem Tell” bestond meer dan een eeuw toen de vereniging ontbonden werd. Diverse stukken, waaronder een portrettengalerij, gingen over naar een andere kruisbooggilde die 5 jaar ouder was, namelijk de “Sint-Rochusgilde”, die gesticht werd in 1820 en sinds meer dan 50 jaar gevestigd was in kelders van de St-Pietersabdij.

———

Bron:

Ghendtsche Tydinghen 2012 – Vol41 N°5

Ghendtsche Tydinghen 2010 – Vol39 N°1

Ghendtsche Tydinghen 1996 – Vol25 N°3

Ghendtsche Tydinghen 1980 – Vol9 N°2/N°6

Ghendtsche Tydinghen 1973 – Vol2 N°1

Ghendtsche Tydinghen 1972 – Vol1 N°7