Casino

gentcasino

Op 10 oktober 1808 richtte hovenier Frans Van Cassel, samen met enkele bevriende bloemen- en groentenkwekers, een “Sociéteit” op, de “Société d’Agriculture et de Botanique de Gand, die op 28 oktober 1808 “hare standregelen” ontving en goedgekeurd werd door burgemeester Pycke. Een eerste tentoonstelling vond plaats op 6 februari 1809 in hun stamherberg van Cornelius Lanckman, de “Frascati”, op de Coupure. Uitgerekend op de feestdag van de heilige Dorothea, patrones van de tuinbouwers.

casino

Bij de 6-maandelijkse tentoonstellingen in het Stadhuis, het Hof van Flora in de Holstraat of in de voorzaal van de Hogeschool gehouden, liepen de Gentse hoveniers steeds met de eerste prijzen weg. Door het toenemende aantal leden zag de maatschappij zich verplicht voor een eigen lokaal te zorgen. Samen met de muziekvereniging St.-Cecilia werd een stuk grond aangeschaft en het stedelijk bestuur schonk het aanpalende “Molenberg”.

Voor de toenemende behoefte voor avond- en winterconcerten en de vele vraag naar tentoonstellingsruimte voor bloemensalons organiseerden beide verenigingen een wedstrijd voor het beste ontwerp. Uiteindelijk voldeed geen enkel ontwerp en mocht stadsarchitect Louis Roelandt op vraag van beide genootschappen het ontwerp op zich nemen.

De eerste steen werd op 2 juli 1835 gelegd door burgemeester Van Crombrugghe, de officiële inhuldiging van dit weelderige gebouw, ook wel het Paleis van Flora genaamd, geschiedde op 15 augustus 1836 en op 12 maart 1837 opende de tentoonstelling voor bloemen en planten.

De tentoonstellingen werden aanzienlijker en in 1867 wordt een grote zaal bijgebouwd door Pauli die driejaarlijks wordt vrijgehouden voor de Tentoonstelling van Schone Kunsten.

Naast de vermaarde 6-maandelijkse tentoonstellingen van planten en struiken op Europees niveau, eens in de winter en eens in de zomer, waren vooral de vijfjaarlijkse Floralieën de bloemenfeesten bij uitstek waar nationaal en internationaal om de nodige eer werd gestreden.

Door de oorlogen raakte het casino in verval om uiteindelijk gesloopt te worden. In 1956 verdwenen de laatste restjes van het gebouw waar ons nu nog enkel de poort en het Casinoplein aan herinneren.

———-

Bron:

Ghendtsche Tydinghen 1981 – Vol10 N°2

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.