Lievebrug

De Lievebrug wordt een eerste maal vermeld als “vander Liefbrucge” in 1326. Rond 1349 wordt er gesproken van “ane de Lievebrucghe”.

Deze brug wordt echter begin 14e eeuw ook omschreven als Betsgraven brugge. In 1368 is ze gekend als “vander Liefbrugghen bi Lijsbetten sGraven”. Mogelijk vernoemd naar Elisabeth de Grave, bewoonster van het hoekhuis aan deze brug.

Het verhaal gaat dat er op het hoekhuis een nis was met een lantaarn die enkel van op het balkon van eerste verdiep kon bediend worden. En dat mogelijks de bewoonster van het hoekhuis, Elisabeth dus, deze opdracht op haar nam.

Capture d’écran (1435)

De toename van de bedrijvigheden “Tusschen Bruggen” aan de Graslei zorgde tussen 1583 en 1611 voor de ontwikkeling van de Lievekom , een brede handelshaven waar boten hun vrachten losten.

Vanaf 1619 was hier de “kleine kraan” te bewonderen voor het laden en lossen van de schepen.

Het was een kleinere versie van de “grote kraan” die sinds 1354 aan de Kraanlei stond.

Geleidelijk aan nam het St.-Agnetesas aan de Coupure alle bedrijvigheid van de Lievekom over waardoor de kleine kraan niet meer tot nut was en in 1787 tot verkoop werd  overgegaan.

In 1834-1836 had deze havenkom aan betekenis verloren. Over de volledige lengte werd de breedte richting Academiebrug aangepast aan de normale breedtegang van de Lieve. Op de brede kaai was er zo plaats vrijgekomen voor de voerlieden hun wagens.

In 1828 verving een houten, draaibare brug een 16 eeuwse stenen brug die beschreven stond als “hoog en moeyelyk om over te ryden zynde”. Vervolgens kwam er in 1858 een metalen draaibrug. De huidige betonnen brug is in 1952 afgewerkt in Doornikse steen met metalen leuning wat associeert met het historische kader eromheen.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.