Sassevaart (1547-1549)

Gent-Sas van Gent

Gent zag zich door de verzanding van de Lieve verplicht werk te maken van een bijkomende waterweg naar de Noordzee. Ook wou het zijn bevoorrechte positie t.o.v. Antwerpen, samen met de rede van Walcheren (Vlissingen, Veere, Middelburg) de voornaamste handelsplaats binnen Europa, niet kwijtspelen. Het was evident dat de nieuwe verbindingsweg naar deze actieve handelsplaats aan de Westerschelde leiden zou.

De stormvloeden van 1375 en 1404 te Biervliet deden de “Zuidzee” ontstaan, wat later de “Dullaert” werd genoemd en vandaag onder de “Braakman” is gekend. Dorpen werden van de kaart geveegd en een diepe Scheldetong richting Gent, “ de Papegeule” of “Sasse Gat”, ontstond. Dit bood perspectief voor Gent.

De Schipgracht, gegraven voor de turfaanvoer als brandstof voor particulier en industrieel gebruik (turf=gedroogd veen), was het enige kanaal dat in zee uitgaf. Van de Leie via de Ottogracht, Krommewal, Sluizeken en ‘t  Meerhem vervolgde de Schipgracht zijn weg naar de Muide, Meulestede en Wondelgem tot in Langerbrugge. Eens Langerbrugge voorbij veranderde de naamgeving in Burggravenstroom die door Kluizen, Ertvelde en Boechoute te Biervliet in zee uitmondde.

Op 26 mei 1547 gaf  Keizer Karel de toelating om de “ Sasschevaart” te graven, deels in de bedding van de Schipgracht, van Roodenhuize (La Maison Rouge, verdwenen gehucht op de samenvloeiing van de Sassevaart en de Moervaart) naar de Braakman, een kreek in de Westerschelde, waardoor Gent een bijkomende uitweg naar zee verkreeg.

In eerste instantie liep deze waterweg tot aan de Graaf Jansdijk, een versterkte landdijk aan de Braakman, alwaar overslag plaatsvond van zeeschepen naar binnenschepen. Toen men in 1551 startte met de bouw van een sluis ontstond er hier een kleine nederzetting die het Sas van Gent werd genoemd.

De Sassevaart, ook gekend als de Nijeuvaert, met slechts een diepte van 1.30m tot 1.60m en 15m tot 19m bodembreed, was  niet echt een zeekanaal te noemen maar was wel van groot economisch belang afgaande op bewaarde “handelsrekeningen” uit die tijd.

In Gent was het vertrekpunt van de Sassevaart gelegen tussen de huidige Tolhuiskaai en de Sassekaai. Aan de Muidelaan-Justus Du Harduwijnlaan lag een heuvel met windmolen waar de Sassevaart het overnam van het Meerhemkanaal.

Het Meerhemkanaal, vanaf het Fratersplein-Tolhuislaan tot aan de Leie ook Schipgracht of Schippersgracht (fossé des Bateliers) genoemd, zorgde voor een rechtstreekse verbinding met de Leie (monding in het verlengde van het “Park Sluizeken” aan het Oudburg) en de haven aan de Graslei. Door de verbreding en verdieping van de Blaisantvest in 1645 was er ook verbinding met de Lieve.

Tijdens de Tachtigjarige oorlog en door de Vrede van Münster in 1648, waarbij het Sas werd afgescheiden van Gent,  werd de toegang tot de Westerschelde onmogelijk gemaakt. Het zou wachten zijn tot de hereniging van de Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden in 1815 vooraleer Willem I het initiatief nam de Sassevaart door te trekken tot in Terneuzen (zie kanaal Gent-Terneuzen).

—————

Bron:

Ghendtsche Tydinghen 1990

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.