Stadsbeleid

Op 1 januari 1977 is Gent gefusioneerd met tien randgemeenten (Oostakker, Sint-Amandsberg, Gentbrugge, Ledeberg, Zwijnaarde, Sint-Denijs-Westrem, Afsnee, Drongen, Mariakerke en Wondelgem) waardoor de administratieve oppervlakte gestegen is tot 15.600 ha met een totaal van 263.603 inwoners (2020).

Ter vergelijking: Het beleid in 1860

Eind 1860 bedroeg de bevolking van Gent ongeveer 118 000 inwoners. Tussen 1850 en 1860 was de bevolking vermeerderd met ongeveer 10 %. Van deze bevolking had 3,17% kiesrecht voor de gemeenteraad. De randgemeenten telden in 1860 het volgend aantal inwoners :

Gemeente Bevolking Burgemeester

Afsnee 314 Van Haute L.

Drongen 4435 Rooman-Speelman Jan

Gentbrugge 1669 Van Houtte Louis

Ledeberg 4 709 Vincent Prosper

Mariakerke 1198 Herry-Vispoel Gust

Oostakker 6390 Buysse H.

St.-Denijs-Westrem 1432 baron Pycke Gabr.

Wondelgem 1152 markies C. de Rodriguez

Zwijnaarde 1946 Dick F.

Totaal: 23245 inwoners.

Tussen 1850 en 1860 is de bevolking in de randgemeenten met 3, 7 % gestegen. Deze aangroei is het gevolg van de stijging van de bevolking in twee randgemeenten : Ledeberg ( + 1071 inwoners) en het gedeelte Sint-Amandsberg, dat behoort bij Oostakker (+ 396 inwoners). In zes gemeenten daalde zelfs de bevolking.

In 1860 werden nog in 78 steden en gemeenten oktrooirechten geheven. Deze binnenlandse tollen hinderden natuurlijk handel en nijverheid. Reeds lang werd gezocht om deze belastingen af te schaffen. De moeilijkheid was echter het probleem van de gemeentelijke financiën, hoofdzakelijk afkomstig uit de kas van de tolrechten. Verwijzen wij hierbij naar een stedelijke beslissing dd 18 juli 1846. Op verzoek van de directeur der oktrooirechten verbiedt de gemeenteraad het vissen met bootjes in de stadsgrachten. Met deze maatregel poogt men de ontduiking van de stadsrechten te voorkomen. Het oud reglement bepaalde dat ’s avonds de bootjes moesten vastgelegd worden met een slot waarvan de sleutel moest overhandigd worden aan de ontvanger van de stadsrechten.

Op voorstel van minister Frère-Orban werden op 1 juli 1860 twee wetten goedgekeurd : de stedelijke oktrooirechten werden afgeschaft en er werd een Gemeentefonds opgericht waaruit jaarlijks aan de steden een compensatie zal worden verleend voor de verloren inkomsten van de oktrooirechten.

Bij het opstellen van de begroting voor 1860 kon geen rekening worden gehouden met de afschaffing van de oktrooirechten op 21 juli 1860. Wat de voorziene inkomsten voor 1860 betreft moesten de oktrooirechten 1602000 fr (39713€) opbrengen of ongeveer 76,5 % van de totale inkomsten. Dit verlies aan inkomsten werd door een staatstoelage van 728815,79 fr (18077€) vergoed.

Hoe is Gent tijdens het 1ste decennium (1851-1860) van de 2e helft van de 19e eeuw veranderd?

Het voornaamste feit is wel de afschaffing van de octrooirechten. Daardoor verviel het verschil tussen intra-muros en extra-muros en het poortrecht. De stad heeft nu de mogelijkheid zich uit te breiden.

Een tweede voornaam feit waarop Gent lang had moeten wachten was de spoorverbinding tussen het station en de haven. Ook de aanleg van de spoorlijnen Gent-Oudenaarde, Gent-Brussel over Aalst en Gent-Eeklo waren belangrijk. Wat de burgerlijke gebouwen betreft kunnen vermeld worden: het herbouwen van de Belforttoren, de bouw van het slachthuis met de verplaatsing van de veemarkt en de jaarlijkse paardenmarkt die op de Kouter werden gehouden. Verder nog de bouw van het krankzinnigengesticht en van het Van Caneghemgesticht op de Coupure, de bouw van de rijschool en van de celgevangenis op de Nieuwe Wandeling. Ook de aanleg van de dierentuin mogen we niet vergeten. De bouw van het slachthuis had ook voor gevolg dat de slagers aan huis vers vlees mochten verkopen. Wat de kerkelijke gebouwen betreft, hier valt de bouw van de Sint-Annakerk, van de Sint-Barbarakerk en van de kerk van Sint-Jan Baptiste te vermelden. De oude Predikherenkerk werd afgebroken.

Betreffende de krantenwereld betreft was er de oprichting van “Le Bien Public” (1853), de “Joumal de Gand” (1856), de “L’Echo des Flandres” (1856) en de “Beurzencourant” (1856). In 1853 werd een dienst van nachtwakers ingericht en in 1857 besloot de gemeenteraad de reglementen ook in het Nederlands op te stellen. Op sociaal vlak moet aan de cholera-epidemieën van 1854 en 1859 herinnerd worden, alsook de oprichting in 1857 van de Broederlijke Wevers en van de Maatschappij der Spinners. In 1857 en 1859 zijn er een reeks stakingen in de textielnijverheid om loonsverhoging te bekomen.

In 1859 overleden Prudens van Duyse en Ferdinand Lousbergs en in 1860 dokter Jozef Guislain. Om te eindigen moeten we nog de oprichting van “het Willemsfonds” in 1851, van de “Zonder Naam niet zonder Hart” in 1856 en van “het Van Crombrugghe-genootschap” in 1857 vermelden.

Gent is heel wat veranderd tijdens het decennium 1851-1860. Er komen nog veranderingen, maar eerst zal de Gentse bevolking buitengewoon zwaar worden beproefd.

———-

Efkes een lolle: Een man heeft een nieuwe Mercedes gekocht en gaat op een mooie zomeravond een eindje rijden… Het dak eraf, wind door de haren … en hij besluit eens te kijken hoe hard zijn wagen eigenlijk kan. Net als de kilometerteller een respectabele 180 km/u aangeeft, ziet hij in zijn spiegel 2 blauwe zwaailichten … . “Met geen mogelijkheid dat ze een Mercedes kunnen bijhouden,” denkt hij nog en trapt de bolide nog harder op zijn staart. Pijlsnel vliegt hij over de weg : 190, 200, 230 zelfs, maar.. de politie zit nog steeds vlak achter hem. “Waar ben ik godsnaam mee bezig?” denkt hij en hij gaat naar de kant van de weg. De agent loopt naar hem toe, pakt zijn rijbewijs zonder ook maar iets te zeggen, bekijkt zijn rijbewijs en auto aandachtig. Reageert de agent plotseling: “Ik heb een lange zware dag achter de rug en jij bent echt de laatste die ik aan de kant zet vandaag. Ik heb geen zin in nog méér papierwerk dus als je me een zééééér goed (!!!) excuus kan geven, ééntje die ik ook nog nooit eerder heb gehoord, dan laat ik je gaan!” “Ahwel”, zegt de man, “Afgelopen week is mijn vrouw ervandoor gegaan met een politieagent en ik was bang dat je haar terug wilde geven!” Waarop de agent repliceert: “Hier mijnheer … je rijbewijs. Nog een prettige avond verder!”

———-

Internationaal beleid van de Stad Gent

Van oudsher is Gent een stad met de blik op de wereld. Internationalisering zorgt voor welzijn en welvaart voor de Gentenaar en daarbuiten. Het internationaal beleid valt uiteen in 2 delen: internationale solidariteit en internationale samenwerking.

Het is een stadsbrede opgave die tal van beleidsdomeinen raakt zoals cultuur, jeugd, economie, klimaat, vrede, onderwijs, toerisme, mobiliteit, gezondheid, sociale cohesie en marketing. Het eerste aanspreekpunt is de Dienst Internationale Relaties en Netwerken (incl. het Vredeshuis). Enkele nauw betrokken diensten zijn Protocol en Strategische Subsidies. Maar de internationalisering van Gent wordt in de eerste plaats mogelijk gemaakt door de bedrijven, de haven, de cultuurhuizen, de kennisinstellingen, de zorgsector, het middenveld en de talrijke “Gentenaars” in en buiten Gent.

———-

Bronnen:

http://www.stad.gent/nl

http://www.inventaris.onroerenderfgoed.be

Ghendtsche Tydinghen 1975 – Vol4 N°6

Ghendtsche Tydinghen 1978 – Vol7 N°4

http://www.moppensite.be

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.