1808-1808: Philippe Louis Marie Ghuislain Vilain XIIII

°17.12.1778 – †27.04.1856

De Vilains waren een katholieke adellijke familie die financieel het bank-, het verzekeringswezen en de industrie ondersteunden. Zij bezaten veel grond en hun invloed reikte ver. De zakelijke belangen primeerden evenwel op de politieke activiteiten.

Onder het Franse bewind mocht Philippe Louis in 1808 als burgemeester optreden van Gent. Een positie die hij slechts 2 maanden zou bekleden. Zijn benoeming had hij niet durven weigeren maar al snel bleek hij hiervoor niet in de wieg gelegd. Om in 1810 het bevel te krijgen over de “garde d’honneur” die keizer Napoleon in Gent mocht ontvangen. Voor zijn vriendelijkheid jegens de Franse bezetter verkreeg Philippe Louis Marie Ghuislain Vilain de titel van “Compte de l’Empire” (graaf in de keizerlijke adel).

Zijn politieke invloed leidde tot zijn aanstelling als lid van de Algemene Raad van het Scheldedepartement, tot burgemeester van Bazel en erna tot burgemeester van Rupelmonde.

De Fransgezindheid van Vilain belette hem niet ook onder Nederlands bewind te functioneren. Hij werd lid van de Tweede Kamer (1815), kamerheer van Willem I, trad toe tot de Provinciale Staten (1822-1824) om in 1828 als vertegenwoordiger van de katholieke grootgrondbezittende adel de voorkeur te geven aan de revolutionaire oppositie tegen Willem I.

Na de onafhankelijkheid van België bleef hij zijn invloedrijke positie binnen de katholieke adel bestendigen zowel als industrieel als burgemeester van Bazel (1800-1856), burgemeester van Rupelmonde (1812-1836), senator voor Kortrijk (1831-1847) en St.-Niklaas (1847-1851) en als lid van het Nationaal Congres.

Vilain leefde in weelde in zijn kasteel Wissekerke te Bazel en in zijn residentie aan het Koningsplein te Brussel  alwaar hij ook zou komen te sterven.

Bron:

De fonteinen van de Oranjeberg/Met gezag bekleed – T. Valcke, J. Van Daele, N. Wouters

Ghendtsche Tydinghen 1986