St.-Jorisbrug

De St.-Jorisbrug, wegens haar bultvormig uitzicht ook wel Kemelbrug genoemd, bevindt zich sinds 1907 aan de Portus Ganda. Ze is gelegen tussen de Steendam en de Dampoortstraat alwaar de Leie en de Schelde samenvloeien in de buurt van de Napoleon De Pauwvertakking, ook gekend als het Pauwvaardeken of Pauwkanaal.

Deze plaats heette vroeger de St.-Jorismaaimeerschen.  Het was een overstromingsgebied waar een bouwverbod van toepassing was. Hier werd het gras afgemaaid en niet door koeien afgegraasd, wat in die tijd wel de gewoonte was. Om militaire redenen mochten er geen belemmeringen zijn in het “schootsveld” van de schutters uit het nabijgelegen Spanjaardenkasteel. Vandaar dat mogelijke obstakels uit den boze waren.

De vroegste benamingen voor de St.-Jorisbrug luiden als “de Vander brugghe voer Sente Baves dam” (1344) en “de Sente Jorijsbrugghe” (1390).

In het boek van Steyaert dd. 1857 staat geschreven dat deze brug de naam behouden heeft van de vroegere St.-Jorispoort, ook gekend als de St.-Baafspoort die in 1586 werd afgebroken. De oude St.-Jorisbrug was volgens een Gents stadsplan van Malfeson uit 1534 een stenen brug bestaande uit 3 bogen in het verlengde van het Steendam vóór de St.-Jorispoort. Later, in 1756, kwam een smalle houten draaibrug in de plaats.

capture-decran-2250-1
GentKemelbrugGertDefever

De huidige St.-Jorisbrug situeert zich tussen de geschiedkundig zuidelijker gelegen Pasbrug met Rode Torenbrug (draaibrug) en de oude St.-Jorisbrug aan het Steendam. In 1910 werden deze 3 uitgediende bruggen verwijderd. Ook de Sint-Jorispoort, de stadspoort die in 1577 werd gesloopt, was hier gevestigd. De vrije doorvaarthoogte van de St.-Jorisbrug is 4.70m.

De Passluis of Rode Torenstuw werd in 1908-1909 vervangen door de St.-Jorissluis, gelegen aan de andere zijde van de huidige St.-Jorisbrug tussen de Baudelokaai en het jaagpad de Reke (reke=smal, langwerpig stuk grond), een historische trekweg.

De Reke (Bleekersreke) werd eind 16e eeuw als dam opgehoogd om het voetverkeer te verzekeren tussen het verdwenen Rendelgatsluisje aan de Minnemeersbrug en de kalkoven aan de Ham.

Aan het Pas,  op het einde van de Rode Torenstraat (nu: Tussen ’t Pas) stond ooit de Nieuwe- of Roodentoren (1270-1578) in rode kareelsteen gebouwd. De toren stond bekend voor de vadermoordenaars die in een lederen zak uit de toren in de Leie werden geworpen. Zoals blijkt uit een strafuitvoering dd. 1452 : “Zy wierdt in een koeyvel genayet en van den Toren in de revier gheworpen”.

De St.-Joriskaai van het Steendam tot aan de Nieuwbrugkaai was reeds tussen 1893 en 1899 aangelegd langsheen de Leie.

Een vroegste verwijzing keert terug naar heerser Liederik die in de 7e eeuw een eerste spui (sluis) zou hebben doen aanleggen op de plaats van de Rode Toren. Volgens een andere bron was het Keizer Otto die in de 10e eeuw de aanzet gaf tot de bouw van de Rode Torenstuw, eveneens gekend onder Sticheleren Spei en in een later stadium Passtuw-Pasbrug. Vermoed wordt dat in 1213 de spui werd ontwikkeld waarvan in 1270 de eerste vermeldingen zijn terug te vinden.

GentKemelbrugGertDefever1

Vanop de St.-Jorisbrug zou je vanaf de 7e eeuw het ontstaan van Gent hebben kunnen volgen zoals de oprichting van de St.-Baafs- en de St.-Pietersabdij, het portus (nederzetting) aan de Zandberg en de handelsactiviteiten aan de Wijngaardbrug (Bisdomplein).

Over de brug richting centrum kan je de Baudelokaai volgen langsheen de Leie. We bemerken rechts de St.-Jorissluis, wat verder de Minnemeersbrug met het MIAT-museum en links het Baudelopark.

———-

Vissers halen kanjer van 112 centimeter uit het water aan Gentse Sint-Jorisbrug

23.10.2022. Open Street Fishing Gent trekt deelnemers uit binnen- en buitenland. Verspreid over de binnenstad stond een 160-tal vissers opgesteld. De ene had al meer geluk dan de andere.

Een snoek van 112 centimeter gevangen aan de St.-Jorisbrug, een snoekbaars van 85 centimeter en een baars van 45 centimeter. De winnaars van het kampioenschap Open Street Fishing Gent haalden enkele kanjers uit het Gentse binnenwater.

“Streetfishing kwam van Japan overgewaaid naar Parijs, vandaar verspreidde het zich over Europa”, weet mede-organisator Maarten Roegiers. “We vissen op roofvis met kunstaas, dat zijn felgekleurde plastic visjes of wormpjes. Je hoeft dus ook geen levend aas mee te sleuren. We slaan onze hengel uit waar we maar willen.”

Na de vangst gaan de vissen zo snel mogelijk weer het water in. “We meten ze even en trekken een foto op een herkenbare plaats”, zegt Blonk. “Maar daarna begeleiden we ze met een netje terug de rivier in. We hebben respect voor de vissen.

———-

Bron:

Ghendtsche Tydinghen 1991

 Ghendtsche Tydinghen 2014

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.