St.-Jacobskerk

De St.-Jacobskerk is het oudste romaanse kerkgebouw in ons land. Het herbergt o.a. het praalgraf van de Gentse verloskundige Jan Palfijn.

Vanaf de 7e eeuw bestond er reeds een kerk toegewijd aan de Heilige Jacob. In de documenten betreffende deze bidplaats zijn er echter geen verwijzingen naar de bouw van de oorspronkelijke kerk als naar de latere constructie van de St.-Jacobskerk.

Historici uit die tijd spraken van “St.-Jacob in de Meerschen” omdat ze gelegen was in de lage grond van de Waterwijk.

De drukte kenmerkend voor deze plaats was aanleiding voor de bouw van de St.-Jacobskerk. De vele pelgrims op weg naar Santiago (Sant-Iago = Sint-Jacobus) de Compostela ( compostela = begraafplaats) versterkten nog dit voornemen. Bedevaarten werden massaal ondernomen als boetedoening, bezinning, om vergiffenis van zonden te krijgen (aflaten), om een gunst te bekomen, danken voor genezing, uit pure devotie, nakomen van een belofte, … .

Om twee redenen namen vanaf de 11e eeuw pelgrimstochten naar Santiago de Compostelo toe. Het is na Rome de enige plaats waar zich een stoffelijk overschot van een discipel van Jezus zou bevinden. Volgens een legende ligt de apostel Jacobus er begraven. Bijkomend was een bedevaart naar Jerusalem veel te gevaarlijk geworden door de inval van de Turken.

In 1093 werd een eerste kerk aan St.-Jacobs geconstrueerd. Deze brandde in 1120 volledig af waarna het in steen werd opgetrokken. Deze gebedsplaats onderging in de loop der eeuwen vele verbouwingen die haar tot een impressionant bouwwerk transformeerde. Het interieur had zwaar te lijden ten gevolge de verschrikkelijke “Beeldenstorm” in 1566.

Capture d’écran (3401)

In de toren huizen er 4 klokken waarvan 2 in 1628 vervaardigd door de Lotharingse klokgieters Chaboteau en Delespine. Op één klok is de Dodendans afgebeeld waar de Dood een jongeman met pijk bedreigt en een oudere man meesleept.

14 november 1656. Geboorte van Hubertus Raelen. Hij was de eerste Gentenaar die Primus werd aan de Universiteit van Leuven in 1677. Als zoon van een hoedenmaker werd hij geboren in de St-Jacobsparochie. Hij was een oud-leerling van het College der Augustijnen. Hubertus overleed op 8 mei 1721 en begraven in het familiegraf in de St-Jacobskerk.

Het kerkhof aan de St.-Jacobskerk verdween nadat Jozef II in 1784 de parochiale kerkhoven binnen Gent afschafte. Op dit kerkhok waren geen grafmonumenten te bespeuren daar er enkel armen lagen. Een laatste rustplaats werd hun toegewezen “buiten de Dampoort”, meer bepaald in de Wasstraat.

Grenzend aan ‘Bij St.-Jacobs” ligt het Beverhoutplein, het driehoekig parkeerpleintje waar van vrijdag tot zondag de prondelmarkt plaatsvindt. Halverwege 19e eeuw nog “De Kleine Botermarkt” of “Het Boterplaetsken” genoemd. Een brugje over de nog niet gedempte Ottogracht zorgde toen voor de verbinding met de kaai aan de ingang van de stadsbibliotheek.

Aldaar was in herberg “Sint-Jacobs” begin 19e eeuw de “Sociëteit der Napoleonisten” (1841-1873) gevestigd, een vereniging van oud-wapenbroeders van Napoleon. Zij hebben o.a. de obelisk met keizerlijke adelaar opgericht op het Campo Santo te St.-Amandsberg met vermelding van 189 gesneuvelden.

gentstjacobs

De kolom op het plein is een creatie van Walter De Buck ter nagedachtenis aan “Den Gentschen Béranger” Karel Waeri (1842-1898), een beroemd Gents volkszanger.

Walter De Buck, wereldberoemd in Gent, gaf in 1969 nieuw elan aan de Gentse Feesten door aan het St.-Jacobs festiviteiten te organiseren. Zijn lied “’t Vliegerke”, het Gentse volkslied bij uitstek, is bekend door elke autochtone inwoner van Gent. Hij is de oprichter van “vzwTrefpunt”(1962), een organisatie in het teken van de kunst en verantwoordelijk voor verschillende activiteiten tijdens de “Gentse Feesten”.

Capture d’écran (3708)

———-

Bron:

Ghendtsche Tydinghen 2010 – Vol39 N°2

http://www.drouot.com

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.