Coupure (1751-1753)

De Coupure werd in de jaren 1751-1753 gegraven met als doel de Vlaamse handel te doen herleven. Deze nieuwe waterweg maakte het voor zeeschepen mogelijk om via het kanaal Oostende-Brugge-Gent door te steken tot de Gentse haven aan de Gras- en Korenlei. Aan weerszijden van de Coupure werden wandelpaden of promenades aangelegd, begrensd door twee rijen platanen.

Kokette dames en chique heren kwamen hier ’s zondags kuieren en verpozen. Sommige vooraanstaande burgers lieten in deze landelijke omgevingzomerverblijven met prachtige lusttuinen optrekken. Verderop kreeg de omgeving van de Coupure een meer industrieel karakter. Kooplieden en handelaarskochten gronden voor de oprichting van werkplaatsen en magazijnen. Er verschenen zout- en suikerraffinaderijen, tabaksfabrieken, een cichoreibedrijf,een olieslagerij, katoendrukkerijen en textielfabrieken.

Brugsevaart – Leie

In 1748 nam de Staten van Vlaanderen de beslissing de Brugse Vaart met de Leie te verbinden langs “den Akker”. Om de Vlaamse handel die in verval was geraakt door de scheiding der Nederlanden te doen herleven werd tussen 1751 en 1753 op bevel van Maria-Theresia van Oostenrijk de Coupure gegraven op ’t “kolenland”, de akkers van ’t Bijlokeveld die door de “kolenkappers” van Ekkergem werden bewerkt. Dit kanaal zorgde voor de verbinding tussen de Brugsevaart en de Leie en lokte nieuwe nijverheden en inplantingen van fabrieken.

Bij het uitgraven van de Coupure waren niet alleen 4 bruggen voorzien doch werden ook alle bestaande bruggen over de Leie vervangen door draaibruggen. Zo konden zeeschepen via de Leiebocht doorvaren tot aan de Visserij-coupure (Rommelwater). Schuilhokjes voor de bruggewachters zijn samen met de draaibruggen opgericht.

Capture d’écran (3079)

De bruggewachter had tot taak het onderhouden van de brug volgens het “Reglement van de pachters van draaibruggen van Gent”. Om de acht dagen was het reinigen van de brug voorzien, het smeren van het draaimechanisme en in de winter zorgen voor verlichting. Op zondagen, feestdagen en de vrijdagvoormiddag bleef de brug gesloten. ’s Zomers waren er diensturen van 4u ’s morgens tot 21.00u ’s avonds.

De verdienste van de bruggedraaier lag rond de 2.20 fr tot 2.30 fr per dag. Tijdens de zomer was dit 13 cent per uur. En de verwarming was voor eigen rekening!

Na voltooiing van de werken vaarde “de Concordia” uit Nantes op 23 december 1753 als eerste zeeschip  de Coupure af. Het was geladen met o.m. 125 vaten wijn en 34 balen kastanjes. Op 30 december hadden grote feestelijkheden plaats, zowel in stedelijke gebouwen als burgerhuizen, met een groot vuurwerk aan de Coupure zelf.

Eveneens liet men het kanaal naar Brugge en Oostende uitdiepen en verbreden. Het idyllisch zicht van de Coupure, in de betekenis van doorsteek,  met zijn wandelpaden gaf aanleiding tot de oprichting van vele zomerverblijven en lusthuizen. Het landschap was toen nog landelijk met akkers, veeweiden, bleekweiden, windmolens,  etc.

DE TABAKSROOKKLISTEER KAN DE DRENKELING NIET REANIMEREN (1784)

In juli 1784 lag langs de Coupure te Gent een schip voor anker waarop kinderen aan het spelen waren. Een jongetje van acht viel overboord en verdronk jammerlijk. Het kind werd wel vlug op bet droge gehaald en men stelde ook alles in het werk om het weer tot leven te wekken. Alles bleek echter tevergeefs.

Dit voorval gaf aanleiding tot een officiee1 verslag. Hieruit blijkt dat een zekere sieur Rottiers, een “chirurgien” die woonde buiten de Keizerspoort, een speciale methode had gebruikt om schijndoden en drenkelingen te reanimeren. Ziehier wat in het verslag te lezen stond: “Aen hem (het kind) zijn toegebracht aile remedien om hem tot leven te wekken. Dit bij middel van een pijp met tobacq te doen rooken in zijn fundament (= aars), als andere remedien, gebruyckt bij Sr. Rottiers”.

Deze methode, die reeds in de zeventiende eeuw in gebruik was, bestond erin met een holle buis of pijp tabaksrook in de aars te blazen. Ze werd geperfectioneerd en hield stand tot in de tweede helft van de negentiende eeuw. Het is waarschijnlijk dat de methode bij ons ingang vond door toedoen van de Franse abbé J. Dinouart ( 1716-1796) die er grote aandacht aan besteedt in zijn “Embryologie sacree” (1774). In 1808 stelde het Gentse stadsbestuur een dergelijke klisteerspuit ter beschikking van de brandweer op een tijdstip dat de wetenschappelijke wereld al lang had ingezien dat tabaksrook ter reanimatie geen enkel nut had. Vermelden we nog dat in het tabaksmuseum te Wervik een tabaksrookklisteerspuit bewaard wordt.

capture-decran-4136

1 juni 1842. Naar we vernemen is de inhuldiging van de schone estaminet of guinguette, welke de hovenier-bloemkweker Francies Spae naast zijn woning op de wandeling van de Coupure en de Rosemarijnbrug alhier in de vorm van een rotonde heeft laten bouwen, op aanstaande zaterdagavond bepaald en zullen dertig muzikanten de toeloop van de wandelaars naar het paviljoen of rotonde der Coupure aanlokken. De titel van Salon Napoléon, die men aan de nieuwe estaminet heeft gegeven, zal ongetwijfeld menig oude knorrepot van het groot leger aansporen om de gedachtenis van hun afgod met goede Gentse uitzet te begieten 

Op 1 maart 1847 waren in de gevangenis aan de Coupure opgesloten: 296 mannen, 70 vrouwen en 64 kinderen onder de 16 jaar. 

5 mei 1847. Maandag bevond zich een arme dorpeling op de Coupure een aalmoes smekende om zijn honger te stillen. Radeloos geworden van niets te ontvangen wierp hij zich in het water. De concierge van het Casino heeft de man kunnen redden.

Op 24 juli 1847 aanvaardde de gemeenteraad een schenking van 100000 fr (2479€) door J. Van Caeneghem voor de bouw van een Godshuis voor behoeftige blinden op de Coupure. Het gesticht zal gebouwd worden in de periode van 1852-1855 naar de plannen van architect Van Huffel.

capture-decran-2904

Van Caeneghem werd geboren te Ledeberg in 1764. Hij wist een aanzienlijk vermogen te verwerven. In 1845 schonk hij naamloos het bronzen borstbeeld van Jacob van Artevelde gemaakt door De Vigne aan de stad Gent. Hij overleed te Gent op 29 juni 1847 en werd begraven te Bellem. Het graf bestaat nog en bevindt zich rechts vari de kerk. Op de gedenksteen staat de volgende tekst, opgesteld door Prudens Van Duyse : “Door het werk dat hij gedurig aan ontelbare arbeiders 50 jaar lang wist te geven om de omliggende velden en bosgronden vruchtbaar te maken, mag hij de verlichte weldoener dezer streek genoemd worden”. Toen de wijk van het Nîeuwland werd veranderd is in 1864 zijn naam gegeven aan een straat bij het Godshuishammeken. (zie V. Fris: De Historische Persoonsnamen der straten van Gent). 

5 april 1872. Op de Coupure is men hezig met de inrichting van een nieuw hospitaal. Het wordt ingericht in de voormalige fabriek Van den Bossche op de linkeroever en zal toevertrouwd worden aan de zorgen van de Zusters, die thans de Bijloke bedienen. Bedoeld wordt het hospitaal “Toevlucht van Maria”. Op 8 april 1872 zullen de eerste Zusters er hun intrek nemen. (zie L. Elaut: Gentse Ziekenhuizen blz. 151) 

Aan de Coupure werden ook 2 mooie originele straatnamen ontleend nl. Coupure Links en Coupure Rechts. Ja, je moet er maar opkomen. Hier zal waarschijnlijk wel een jarenlange studie aan voorafgegaan zijn.

De Coupure werd langs beide zijden een mooie overlommerde wandelzone  met aanpalend mooie huizen waarvan het Casino het meest in het oog springt. Ter herinnering wordt vermeld dat de bomen langs het water er geplant werden in 1782. Lindebomen en platanen werden  in 2 rijen langsheen een wandelpad en een pad voor paarden in de grond geplaatst.

Op 30.11.1969 maakte een laatste schip gebruik van het kanaal waardoor de pleziervaart volop zijn kans kreeg.

Gentcoupurejacquesdrubbel

De Coupure – Nicole Verschoore

Capture d’écran (5255)

De Coupure was voor Nicole Verschoore vertrouwd domein. Eerst door familiebezoek, en van 1963 tot en met 1972 woonde ze er met haar echtgenoot notaris Freddy Vandercruyssen in de woonst die ooit van Georges Buysse wasen vlakbij het hoekhuis van Albert Baertsoen. Zij bewaart herinneringen aan beide schilders die familie van haar voorouders waren. Niemand dan zijzelf kan uiteraard beter beschrijven wat de Coupure voor haar betekende:

In de jaren 1960-1972 zag de samenvloeiing van de Leie en de Coupure aan de Sint-Agnetebrug er heel anders uit dan heden. Er dreven geen lichte, witte plezierbootjes op een rij in het water, niets deed denken aan toerisme. Het zou in niemands brein zijn opgekomen dat de Stad zichzelf zou hebben willen promoten door uitheemse bezoekers voor een toertje op het water te lokken. Alleen voer af en toe naar het centrum van Gent, komende van de Baertsoenkaai, een ernstig en eerder log vaartuig vanuit het zuiden, van  Afsnee, Drongen, Deinze en het verre West-Vlaanderen.

Zonder toerisme noch drukke tekeningen op de begane grond gaf het zicht vanuit onze hoogste kamers van Coupure 5, in het kort een hele wereld weer. Dagelijkse bezigheden van voetgangers met boodschappen ( brood, vlees en groenten kocht men toen nog vlakbij, in zaken die in hoofdzaak te voet werden bereikt), schoolkinderen en leerkrachten wisselden af met moeders die babys uit wandelen brachten samen met hun oudere kleuters op de schoolweg, daarna, later op de dag, dezelfde moeders met of zonder de babys die hun kleuters van school haalden. Soms liep een hondje mee, zonder leiband, want het dier kende de weg en het gevaar.

Studenten van de buurt regelden afspraken op het voetpad tussen de Verlorenkostbrug en de Sint-Agnetebrug en gingen zitten op de ijzeren railing van de kaai. Om daar te geraken stak iedereen de straat over zoals hij of zij wilde, even rechts en links een blik werpen volstond. Er kwamen wel enkele auto’s voorbij, voet- en fietspaden ontbraken en de mensen mochten hun auto nog voor hun deur verlaten. Allen, voetgangers,fietsers en automobilisten zouden vreemd hebben opgekeken van aanduidingen op het geasfalteerde straatdek. Geen rood, geen wit. Geen regels, geen verplichtingen. Er was ook minder straatlawaai, want je kon stemmen van voorbijgangers horen.

De Sint-Agnetebrug was toen nog vanuit de Lindenlei de enige oversteekmogelijkheid naar de overkant van de Coupure en de Baertsoenkaai. Het was er aangenaam druk, en tussen de voetgangers, fietsers en automobilisten hoorde je maar zelden zenuwachtig getoeter. Vanuit de Verlorenkoststraat en -brug kwam veel volk afgedaald, altijd op het voetpad langs het water. Als ik niet op Blandijnberg 2 was, werkte ik Coupure 5, gelijkvloers voor het venster, vlak tegenover de brug. Op de hoogste verdieping van menig Coupurehuis woonden de jongeren. Waarschijnlijk was het op lente- of zomeravonden niet druk,want je kon drie hoog uit het venster hangen en gesprekken voeren met wie beneden aan de overkant op je stond te wachten.

Een eerbiedwaardige advokate, Hilde Veerle Pee, stond als studente binnen voor haar open raam al te trippelen in afwachting dat ze beneden zou gaan huppelen als er daar muziek werd gemaakt. Ja, muziek op straat, twee of drie instrumenten en een troepje vrienden.  Op andere uren was het op de Coupure heerlijk landelijk, en zo is het trouwens op bepaalde avonden gebleven, in de vroege morgen voor de schooluren en ‘s zondags. Het ruikt er dan heerlijk naar water, gras, wind,aarde en de schors van oude bomen.

Nu nog is de Coupure voor joggers en fietsers een heerlijk stuk natuur vlakbij het centrum van de stad, als een lint (het water) naast een dikke sjerp (de bomenrij) dat de historische kern van zijn buitenbuurten scheidt, buitenbuurten die al lang verstedelijkt in de jarenzestig van de vorige eeuw nog niet zo druk waren als nu maar toch al werden ervaren als de rest van de wereld, achter een als “uniek” ervaren Coupure. Uniek was en is de Coupure, dat beaamt elke Gentenaar. Zodat je, naar je adres gevraagd in om het even welke sociale omgeving, als je kan antwoorden Coupure zo en zoveel, je jezelf dankzij de reactie die de naam uitlokt, eventjes belangrijk waant. Belangrijker dan de gewone stedeling. Met de nodige ironie … .

———-

Bron :

Albert Sugg en de Belle Epoque in Gent: serie 1 (50) De Coupure

Een Hollands Soldaat Penseelt Gent – René de Herdt

Ghendtsche Tydinghen 1975 – Vol4 n°2

Ghendtsche Tydinghen 1976 – Vol5 N°1

Ghendtsche Tydinghen 2001 – Vol30 N°4

Ghendtsche Tydinghen 2009 – Vol38 N°1

Ghendtsche Tydinghen 2011 – Vol40 N°1

http://www.drouot.com

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.