Tramway

Drie steden waren Gent voorgegaan in het uit de grond stampen van wat men in die dagen een Amerikaanse Spoorweg of Tramway ( chemin de fer américain) noemde : Brussel, Luik en Antwerpen. Te Brussel dook de eerste aanvrager voor een concessie op in 1864. Het duurde niet lang of een zestal andere liefhebbers verklaarden zich bereid een paar straten met paardentrammen rijker te maken. Pas 5 jaar later, nl.op 1 mei 1869, had de plechtige inhuldiging van het eerste baanvak plaats. Reeds bij aanvang had Antwerpen de gevoelige achterstand van vier jaar in te lopen aangezien de Sinjoren het tot 26 mei van het jaar 1873 moesten stellen zonder Amerikaanse Tramway. Luik, dat eveneens van de partij wilde zijn, had inmiddels ook zijn Chemin de Fer Américain Liégeois (1871) gekregen.

Het was wachten tot een Parijzenaar genaamd Oudot en een Londenaar, Ritterbrandt geheten, in de loop van 1872 aan de Gemeenteraad een plan voorlegden behelzende de aanleg van een paardentramnet. De onderhandelingen schijnen vlot van stapel te hebben gelopen want reeds op 25 januari 1873 werd door de twee partijen (het College en de concessionarissen) een overeenkomst gesloten. Helaas zou nauwelijks een paar weken daarop (27 februari 1873) een kink in de kabel komen. De Gemeenteraad maakte de overeenkomst ongedaan. Nu verschenen meerdere aspirant-tramwaybouwers ten tonele zoals de Belgische groep Dufranc-Finet-Banque de Bruxelles en het Engelse duo Mathews & Wilson.

Op 5 april 1873 gooide dezelfde Gemeenteraad de aanvragen in de papierkorf om drie weken later de concessie aan de Belgen te verlenen. Een paar weken na het sluiten van genoemde overeenkomst komt de Gemeenteraad met een nieuw definitief contract.

20 mei 1873. De gemeenteraad keurt een contract goed tussen het stadsbestuur en de heren Dufrane, Macart, Finet en de Bank van Brussel voor het aanleggen van een tram. Het lastenboek voor de aanleg van de “chemin de fer américain” bepaalt, dat het contract een duur heeft van 25 jaar en het gaat om een “chemin de fer à traction par chevaux”. De maximum snelheid mag 12km per uur bedragen. Andere artikels bepalen de aanleg van de rails, de voorwaarden waaraan de rijtuigen, het personeel en de uitbating moeten voldoen. Art. 27 bepaalde “La ville de Gand se réserve la faculté de racheter la concession à partir du 10e année “.

Er zullen vier tramlijnen worden aangelegd:

Lijn 1 : van station tot station Gent-Eeklo (Dampoort) langs Arteveldeplein (St.- Annaplein) en Vlasmarkt.

Lijn 2 : station naar het Justitiepaleis

Lijn 3 :van Vlasmarkt langs Vrijdagmarkt, Veldstraat, Nederkouter tot Kortrijkse Poort

Lijn 4 : van Koornmarkt langs Hoogstraat naar Brugse Poort.

De tarieven waren :

Weekdagen:

1e klas: 8 cent. per km. met minimum van 15 ct.

2e klas : 6 ct. per km. met minimum van 10 ct.

Zondagen:

1e klas: 10 ct. per km. met minimum van 15 ct.

2e klas : 8 ct. per km. met minimum van 10 ct.

De prijzen werden afgerond op vijf centimes. Kinderen tussen drie en zeven jaar betaalden halve prijs. ·

In het contract was er ook sprake van de aanleg van een bijzondere lijn voor het vervoer van goederen; het tarief was 45 ct. per ton voor de eerste km. en 15 ct. per ton voor de volgende km. Deze dienst werd nooit uitgebaat.

Als concessionarissen worden genoemd Dufranne, Macart & Co, Louis Finet en de Banque de Bruxelles. Pas op 10 januari 1874 wordt het plan (van 12 augustus 1873) ter goedkeuring neergelegd.

Plan:

1: de Eeklostatie; deze dagtekent van 1861; ze werd in 1911 na de afschaffing van de Antwerpsche Statie (zie punt 2 ) de (nieuwe) Antwerpsche- of Dampoortstatie, nu wat verder ondergebracht in een nieuw gebouw. In 1897 nam de Staat ze over.

2: de Antwerpse Statie, alias Dampoortstatie, alias Land van Waasstatie, alias Station du Pays de Waes; ze dagtekent van 1847. In 1911 gesloten, afgebroken in 1914.

3: de vermoede ligging van de paardenstallen en van de stelplaats van de trams.

4: de Antwerpsche Steenweg.

5: de gewezen Land van Waasstraat. 2 & 3 gesloopt, maakten plaats voor de Land van Waasplaats, nu Antwerpenplein genoemd.

Wat de omvang van het net betreft wordt gesteld dat er vier lijnen zullen uitgebaat worden:

lijn 1 zal de twee stations verbinden en dit traject volgen : Zuidstatie, Statiestraat, Van Arteveldeplaats, Keizer Karelstraat, St.-Jacobsnieuwstraat, Vlasmarkt, Steendam, Dampoortstraat en Eekloostatie.

lijn 2 : Zuidstatie, Statiestraat, Brabantdam, Brabantstraat, Vogelmarkt, Kouter, Zonnestraat en Koophandelplaats.

lijn 3 : Vlasmarkt, Korte Kamerstraat, Kamerstraat, Vrijdagmarkt, Lange Munt, Groenselmarkt, Korte Munt, Koornmarkt, Veldstraat, Koophandelplaats, Nederkouter, Kortrijksche Straat en Kortrijksche Poort.

lijn 4 : Koornmarkt, Sterrestraat, St.-Michielsplaats, St.-Michielsstraat, · Poel, Hoogstraat, Brugsche Poortstraat en Brugsche Poort.

Naderhand zouden nog twee lijnen de eerste vier komen vervoegen nl.

één die de Groenselmarkt zou verbinden met de Muide

en één die aan de Van Arteveldeplaats zou vertrekken om te eindigen aan de Brusselsche Poort.

Er was ook gedacht aan de aanleg van een ceintuurbaan die via de Plezantevest, de Begijnhoflaan en de Coupure (rechts) de Sasschepoort in verbinding zou stellen met de Lindenlei. Van die ceintuurbaan zal uiteindelijk niets in huis komen.

De aanleg van een speciale tramlijn bestemd voor het vervoer van goederen ging eveneens niet door. Wat een verbinding van de Dokken, de Rabotstatie, de Zuidkaai en het einde van de Coupure (links) zou voorzien hebben.

Wat het trampersoneel betreft is voorzien dat zowel de bestuurder als de ontvanger een uniform zullen dragen. Daarenboven krijgen ze elk een nummer. Waar dit dient aangebracht wordt niet omschreven. De bestuurders worden gewapend met een fluitje te gebruiken bij het naderen van een kruispunt of het tegemoetkomen van een kar, een wagen, een vigilante of ander voertuig. Meer dan 12 km per uur mag de tram niet rijden. Er zijn twee soorten van plaatsen : 1e klasse (12 zitplaatsen en 10 staanplaatsen – 1 op de 2 open maar overdekte platforms) en 2e klsse (8 zitplaatsen).

De plechtige inhuldiging van de eerste lijn greep plaats op zondag 24 mei 1874. Twee rijtuigen met de genodigden reden van de Dampoort naar St.-Jacobs. De geregelde dienst begon op maandag 25 mei.

De prijs Dampoort-Zuidstation in eerste klas bedroeg 20 centimes, in tweede klas 15 centimes. De dienst was verzekerd van 7 u’s morgens tot 21 u. Op 1 juni weet de Gazette van Gent te vertellen : “De tramway maak uitmuntende zaken. Telkens is het rijtuig vol. Gisteren werd van ’s morgens vroeg tot ’s avonds met twee rijtuigen gereden en bij elke reis was de omnibus te klein om het volk op te laden”. Er wordt geklaagd dat de eerste klas dertig plaatsen telt, terwijl de tweede klas slechts acht plaatsen heeft, waardoor veel reizigers verplicht worden in eerste klas te rijden door gebrek aan plaats in de tweede klas.

In de gemeenteraad van 26 mei 1874 wordt het reglement op de tram goedgekeurd. Dit reglement is in overeenstemming met het reglement op de huurkoetsen. De rijtuigen moeten goedgekeurd worden, voorzien zijn van een nummer en langs buiten en van binnen behoorlijk verlicht zijn. De paarden moeten voorzien zijn van helklinkende bellen om het publiek te verwittigen. De geleiders en de ontvangers moeten een dienstkledij dragen, minstens achttien jaar oud zijn en een getuigschrift van goed gedrag voorleggen. De rijtuigen worden op draf gevoerd. De geleiders moeten met een fluitje het naderen van het rijtuig aankondigen.

Op 2 augustus 1874 wordt een tweede lijn in gebruik genomen nl. van het station naar de Koornmarkt. Later werden nog de de lijn Vlasmarkt – Kortrijkse poort langs de Vrijdagmarkt, Veldstraat en Nederkouter, de lijn Koornmarkt – Brugse poort langs de Hoogpoort, de lijn Groentemarkt – Meulestede en de lijn Arteveldeplein – St.-Lievenspoort ingericht.

Het eerste tramnet had een gezamenlijke lengte van 9477m. In 1874 (25 mei tot einde december) bedroegen de ontvangsten 131250 fr. (3254€). Het stadsbestuur ontving 5% of 6562,50 fr (163€).

HULDEZANG DER VIGILEURS AAN DEN TRAMWAY

Stem: Daar kwam ‘nen boer van Leuven of air du Mirliton.

Uit den weg ! de tramway rijdt

Voor vreemdemans profijt!

1. Wat groote gele kerre

Komt daar nu voor den dag?

Dat gaat een beetje verre

Met al dat vreemd beslag!

REFREIN:

’t Is de tramway die daar rijdt,

Voor vreemdemans profijt! (ter)

2. O vaderlijk bestieren

Dat ons dien tramway gaf!

De Gentsche huurkoetsieren

Stelt men genadig af.

Uit den weg! enz.

3. Dat zijn mij schoone dingen!

Dat maakt het volk content!

Nu gaan de vreemdelingen

Vóór ’t eigen volk van Gent!

Uit den weg! enz.

4. Wat heeft die Burgervader

Toch zorge voor zijn huis!

Hij stroopt ons allegader

En vet een vreemde luis.

Uit den weg! enz.

5. Het kan hem weinig hinderen

Dien heer met al zijn geld,

Dat zorg voor vrouw en kinderen

Den simplen burger kwelt.

Uit den weg! enz.

6. ”Een broodwinning verloren,”

Wat zegt dat voor een’ man,

Die, met de beurs geboren,

Miljoenen tellen kan?

Uit den weg! enz.

7. Nu kunnen ze aan den wagen,

Waardoor ons winste smelt,

Ook eens ons briefken dragen

Van ’t contributiegeld.

8. ‘ Allo, ’t zijn flauwe prullen!

’t Is niet gepermitteerd!

De vreemde zakken vullen

En ons geruïneerd!

Uit den weg! enz.

9. Gij zult het spel verliezen

Met uw fameus bedrijf!

Eer dan voor u te.kiezen

‘k Koos liever voor mijn wijf.

Uit den weg! enz.

10. Gij schept voor vreemde heren

De boter van ons soep …

Men zal een dansje leren

Aan heel uw schonen troep.

Uit den weg! enz.

11. Wij zullen dinsdag zingen,

(En ’t is een liedje weerd!)

Van: “Heb jij hem zien springen

Baas Kimpe met zijn peerd?”

Uit den weg! enz

12. Maar neen! die oude liedjes

Die liggen ook omver

Het is nu, sapperpietjes!

“Baas Kimpe met zijn ker!”

Uit den weg! enz.

13. “Baas Kimpe met zijn wagen!”

“Baas Kimpe met zijn tram!

“Die d’oude Gentnaars plagen,

En ons beschadigen kwam.

Uit den weg ! enz.

(Overgenomen uit De Vlaamsche Leeuw)

———-

Bron:

Ghendtsche Tydinghen 1974 – Vol3 N°4

Ghendtsche Tydinghen 1975 – Vol4 N°2

Ghendtsche Tydinghen 1981 – Vol10 N°1/N°2

Ghendtsche Tydinghen 2009 – Vol38 N°6