Metselaarshuis – moriskendans

Het is in 1432 dat de metselaars in het bezit kwamen van een huis op de hoek van de Cataloniêstraat – St.-Niklaasstraat tegenover het Emiel Braunplein. Het enige huis in Gent dat je tweemaal kunt aantreffen. Een kopie van de gevel is nl. opgetrokken aan de Graslei 8 (Den Enghel) naar aanleiding van de wereldtentoonstelling in 1913.

Onder de woning bevindt zich een 13-eeuwse kelder. Het spitsboogvenster in de zijgevel en enkele muren in Doornikse steen bleven bewaard. In 1526 kreeg meester metselaar Christoffel vanden Berghe de opdracht het gebouw in ere te herstellen.

Zo torsen 2 leeuwen het wapenschild van de metselaars en zijn in de vensters de vier gekroonden of patroonheiligen van de metsers/steenhouwers voorgesteld. De voorgevel zelf is opgetrokken in witte kalkzandsteen.

De wapenschilden van Gent en Vlaanderen worden voorgesteld aan weerszijden van een centraal paneel dat onder een gotische veelpasboog de “Maagd van Gent” voorstelt. “Plus Oultre”, de kernspreuk van Karel V, is eveneens terug te vinden op banderol in combinatie met 2 Herculeszuilen samen met het wapen van de Habsburgers.

In het bouwcontract van 1526 was “den mauweryssisdans, morris- of moriskendans” inbegrepen. Op de pinakels beelden verschillende figuren deze rituele dans uit die vooral in Nederland, Duitsland en Engeland de nodige belangstelling genoot.

Deze dans was verboden door de kerk. In de 15-16e eeuw was het voorstellen van vruchtbaarheidsrituelen in combinatie met lentegebruiken in contrast met de kerkelijke visie.

GentEmmyLegonWDeBuck
gentmorisken3

Bij de dans stond een vrouw in het midden met een ring in de hand, het symbool voor de vrouwelijkheid. Zij was omringd door mannen met hevige lichaamsbewegingen die belletjes rond de benen hadden hangen. Daarbij raakten de mannen soms in trance (cfr. importatie van de Derwisjen uit de moslimlanden door de Tempeliers).

Walter de Buck, wie anders dan de rebelse Gentse beeldhouwer-volkszanger, was aangesteld om zes nieuwe “moriskendansers” te vervangen in de 70er-jaren van de 20e eeuw. Hij legde de nadruk vooral op de acrobatische bewegingen van de dansers. Bij sterke wind draaiden de dansers in het rond doch het mechanisme was na verloop van tijd zo verroest dat er geen beweging meer was vast te stellen.

Voor Walter waren de bovenste dansers de goden Dionysus en Shiva de hemel. Dionysus, god van de wijn en vruchtbaarheidsgod bij de Grieken. Het roes van alcohol van zijn volgelingen bracht hen in een hartstochtelijke, zelfs gewelddadige veroering waarbij ze verband trachten te vinden met de geslachteliike vitaliteit uit geestelijke werelden. Bij nacht dansten ze hun orgiastische dansen opgehitst door het gewoel van bekkens en pauken.

De demonen, de middelste dansers, de duivel en zijn vrouw, in de Joodse leer van  de kaballa zelfsprekend nl. een vrouw schenken aan de duivel. Lilith (niet Eva) weigert onderaan te liggen bij de coïtus waardoor ze door Jahweh in de hel wordt geworpen, waar Asmodeus (de duivel bij de Joden) haar in de echt treed. Zo trachtten zij ontucht bij de aardse stervelingen aan te moedigen.

De onderste dansers waren een doedelzakspeler en danseres met tamboerijn. Onschuldig dus.

Moriskendans: historie

‘Morrisdansen. In het eerste nummer van ‘Stadsarcheologie’ (jaargang 1977), p. 19, bleef de betekenis van de term ‘den mauweryssis dans’ een open vraag.

GentmetselaarshuiswhitepearlFb

Dr. E. Verstraete uit Gent bracht de oplossing: hij identificeerde vermelde dans als de in de late middeleeuwen in West-Europa zeer verspreide ‘morrisdans’ en haalde talrijke excerpten bijeen om het bestaan van morrisdansen in Vlaanderen te staven :

stadsrekeningen Mechelen, 1510 : ‘ … marrysche dansen te danssene int hoff voer my vrouwen Eleonora’ -1544-1545 :’ … dat hy den amorisschen dans geleert heeft’ -1557 : ‘den marrischen dans’ en’ … x dosynen bellen ghehuert om mede te dansene’. · -1598 : ‘ … met te danssen den Moriskensdans’ en’ … voor het stadhuys gedanst hebben den Morisquens dans’.

Vermeldingen uit Brugge, 1468,

en Middelburg, 1553.

Dr. E. Verstraete vervolgt: in onze oude muziekboeken vinden we als wijsaanduidingen bij Tilman Susato (Antwerpen, 1551) ‘la mourisque’; in Valerlus’ ‘Gedenckclanck’ (1626) ‘morique’;in Thysius’ ‘Luytboeck’ ( 17 e eeuw) ‘moriska brande’ en ‘danse de Morisques ‘. Dit danstype was hier dus zeer bekend, ook in Noord-Nederland en Duitsland.

De dans werd uitsluitend door mannen (doorgaans zes) uitgevoerd, met belletjes rond de benen en met felle lichaamsbewegingen. Hij had een uitgesproken ritueel karakter en maakte deel uit van vele lentegebruiken en vruchtbaarheidsriten. Laten we hierbij aanstippen dat er precies zes fialen waren aan de gevel van het Metselaarshuis, hetgeen overeenkomt met het gebruikelijk aantal dansers. Onder de oude voorstellingen van morrisdansers vermeldt de heer Verstraete beelden van Brasmus Grasseruit 1480 en Engelse glasramen.

———-

Bron:

Ghendtsche Tydinghen 1983 – Vol 12 N°3

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.