Theresianenbrug

Deze brug, ook wel Ekkergem voetbrug genoemd, ligt tussen de Rozemarijntjesbrug en de Contributiebrug in het verlengde van de stadsgelegen Theresianenstraat.

Aanleiding tot de aanleg van een bruggetje hier over de Coupure was Ekkergemkerk. Via het Engelandgat gingen de mensen uit de omgeving van de Hoogstraat “ten Trappen” (Rasphuisstraat) naar de kerk. Een houten bruggetje zorgde voor de verbinding tussen beide oevers na het graven van de Coupure.

In 1781 lag hier de draaibare Rasphuisbrug aan het Rasphuisgevang. De naam is ontleend aan het werk dat de gevangenen er verrichtten nl. het raspen van hout nuttig als grondstof voor de verfindustrie.

Voor de som van 268.67 € (10.838 fr) werd ze vernieuwd in 1808. Vervolgens kwam er in 1881 een metalen draaibrug met eikenhouten vloer te liggen.

Bij de Duitse inval in mei 1940 is de brug vernield geweest. Een steile noodbrug bracht soelaas voor zowel de bewoners als voor de scheepvaart. Het einde van de oorlog betekende ook het einde van de Rasphuisnoodbrug.

Immers door de rechttrekking van de Coupure diende deze noodbrug te verdwijnen en pas in 1955 zou de Ekkergem voetgangersbrug geconstrueerd worden. Of liever de Theresianenbrug, want zo luidt officieel haar naam.