BELLEMAN

In 1990 werd de “Orde van de Belleman” door het Gentse stadsbestuur erkend als socio-culturele organisatie en werd de Orde tevens lid van de wereldorganisatie die alle officiële Bellemannen verenigd in het “Ancient and Honourable Guild of Town Criers“ (A.H.G.T.C.) met haar zetel in Groot-Brittannië.

De eerste contacten voor het oprichten van de vereniging werden gelegd eind 1985 en op vrijdag 30 mei 1986 werd in de ‘Belleman Pub’ op de Botermarkt in Gent de “ORDE VAN DE BELLEMAN” gesticht.

De Belleman Pub – Botermarkt 8 – 9000 Gent

De aanstelling van de leden binnen de “ORDE VAN DE BELLEMAN“ werd gedaan door de provinciaal gedeputeerde dhr. Alexander VERCAMER, die toen het departement Veldwachters en Landelijke Politie onder zijn bevoegdheid had.

De Bellemanreus, die de naam draagt van de eerste Belleman van Gent nl. Julien Pauwels, vertegenwoordigt de orde op vele stoeten en evenementen. Zijn verschijning is dan ook een bijkomende attractie en lokt steeds positieve reacties uit. Voor verdere informatie email orde-belleman-gent@outlook.com.

De Belleman Pub werd sinds 1985 uitgebaat door de toen “Belleman van Drongen” en latere “Belleman van Gent” Julien Pauwels met vrouw en hun 29-jarige dochter Marie Paule Pauwels. Het “café”was reeds een 6-tal jaren gekend onder die naam, wat voordien dienst deed als hotel. Als gewezen uitbaters van café “Het Gildenhuis” in Melle beschikte deze familie uiteraard over de nodige “maîtrise”.

Op 30 juni 2019 lieten Marie Paule Pauwels en haar echtgenoot Willy Roeland op hun beurt de pub over aan de uitbaters van het nabijgelegen café “den Turk” Gerda Bosschem en haar zoon Anthony de Waele. Beide panden zijn trouwens eigendom van brouwerij Inbev. Ben Van Heydegem, trouwe klant, werd eveneens mee “overgenomen” en mocht zo mede de klanten bedienen.

Eertijds kwamen in de Belleman Pub politici tussen pot en pint discussiëren en in bepaalde gevallen zelfs knopen doorhakken, hier kwamen facteurs hun “keeltjes smeren” en stonden hun vélo’s in rijen dik tegen de gevel, hier kwamen … dikwijls tot in het holst van de nacht. Maar die tijden van weleer nemen, naar ieders dunken, geen keer.

Bellemannen:

1. Julien Pauwels

Op 10 maart 1988 werd Julien PAUWELS door het College van Burgemeester en Schepenen van de stad Gent dan ook officieel erkend als Belleman van de stad Gent en via gedeputeerde Alexander VERCAMER, ook erkend door de provincie Oost-Vlaanderen. In 2007 gaf hij de fakkel door aan zijn 2 opvolgers Willy van de Putte en Jean-Pierre van de Perre.

2. Willy van de Putte

Willy won op 21 juli 1991 de “1ste grote prijs Orde van de Belleman” op de Korenmarkt. Na een inloopperiode werd Willy in 1995 officieel door de Stad Gent erkend waardoor hij kon deelnemen aan internationale Belleman-wedstrijden. In 2016 stopte Willy als stadsomroeper.

3. “Jempi” Jean-Pierre van de Perre

Op zondag 18 juli 1993 won Jempi op het Veerleplein de “2e grote prijs Orde van de Belleman”. Zo kwam hij op de lijst van Bellemannen als eerste opvolger voor Willy van de Putte. Na zijn stage kreeg hij in 1995 de officiële erkenning waardoor ook hij zich internationaal kan meten met de allerbeste Bellemannen. Juni 2016 kroonde Jean-Pierre zich tot Belgisch kampioen Bellemannen in een uiterst spannend kampioenschap te Gooik. Tussen de eerste en de derde was er slechts een miniem puntenverschil van 0.60!

J-P Van de Perre overleed op vrijdag 14-05-2021 na een aanslepende ziekte. In 1993 begon hij als Belleman, maar in 2016 promoveerde hij tot eerste Belleman van Gent. Bellemannen of stadsomroepers kregen in de jaren 1970 een herwaardering als verloren beroep. Als officieel lid van de Gentse Orde van de Belleman heeft Jean-Pierre ook deelgenomen aan wedstrijden in het Verenigd Koninkrijk, Nederland en België. In 2016 werd hij zelfs verkozen tot Belgisch kampioen in die discipline. 

4. Patrick Descamps

De 3e Grote Prijs Orde van de Belleman viel samen met het 3e Gilde Kampioenschap voor Bellemannen van het Europees Continent op 24 augustus 2014. De plaats van het gebeuren was ditmaal de Vrijdagmarkt. De jury verkoos Patrick Descamps als winnaar uit te roepen waardoor deze als 2e belleman optreedt nu Willy van de Putte er een punt achter zette.

5. Philip Devetter

Philip werd 2e tijdens de Grote Prijs Orde van de Belleman op 24 augustus 2014 en gaat daardoor als derde Gentse belleman door het leven.

Algemeen:

Een stadsomroeper verkondigde vroeger het nieuws in de stad, toen er nog geen kranten bestonden. Hij bracht de bevolking op de hoogte van mededelingen vanwege het stadsbestuur en van aanbiedingen van middenstanders. Ook in België waren stadsomroepers actief.

Met een bel maakten ze hun aanwezigheid bekend en kwamen de mensen naar buiten om te luisteren naar de mededelingen. “Aandacht, aandacht en men zegge het voort” was gangbaar in België. “Hoort, hoort en zegt het voort” was meer voor Nederland. Dit was de kreet die de stads- of dorpsomroeper bezigde als hij de aandacht van het volk vroeg.

De eerste bekende omroeper, volgens de Griekse mythologie, is Stentor (800 voor Chr.). Deze had een stem zo krachtig als de stemmen van 50 mannen samen. Hij had deze stem gekregen van de godin Hera omdat deze hem gunstig gezind was. Met zijn stem kon hij vanaf het slagveld al roepend rechtstreeks verslag uitbrengen aan de stad.

Dit is het vroegste schriftelijke bewijs dat er gebruik werd gemaakt van een heraut of boodschapper. Vandaar de Engelse uitdrukking “a stentorian voice” hebben. Deze uitdrukking is veelvuldig toegepast door de Victoriaanse schrijvers om Bellemannen en omroepers te beschrijven.

Een andere bekende omroeper was de hemerodrome of Atheense heraut (Griekse koerier te voet) Phidippides die in 490 vC tijdens de “Slag bij Marathon” van Marathon naar Athene snelde om het nieuws van de overwinning te melden (cfr. atletiek: de marathon). Eens aangekomen In het centrum van Athene sprak Phidippides de woorden “Athene, verheug u, wij hebben gewonnen!” uit en viel vervolgens dood neer.

Door de eeuwen heen werden de diensten van de omroepers gebruikt door verschillende overheidsinstanties en middenstanders (landeigenaars en kasteelheren). Ze werden vooral ingezet om wetten en belastingverhoging aan de man te brengen. De middenstanders lieten de “orale boodschappers” hun waren bij de bevolking aanprijzen.

Don’ t shoot at the messenger…

Eind 15de eeuw is in Engeland voor het eerst de uitdrukking “don’t shoot the messenger”gebruikt. De uitdrukking was rond die tijd van toepassing op de omroeper die berichten publiekelijk verkondigde in naam van de regerende adel. Deze berichten waren vaak slecht nieuws en vielen niet altijd in goede aarde waardoor menig omroeper, als hij geen bescherming bij zich had, zijn taak met de dood moest bekopen. Daarom werd bij wet aangenomen dat het kwetsen van een stadsomroeper beschouwd werd als landverraad. 

Maar de stadsomroeper werd ook ingeschakeld bij niet zo fraaie gebeurtenissen.

Executies waren in de Middeleeuwen een soort van volksvermaak en doorbraken
de dagelijkse sleur. De stadsomroeper ging dan al roepende door de stad om zoveel mogelijk volk op de been te krijgen en om de mensen op de hoogte te brengen van het “evenement”. Er werden regelmatig kermissen of braderieën aan gekoppeld met als hoogtepunt de onthoofding of ophanging van een veroordeelde. Dit was ook om te laten zien wat er gebeurde als ze betrapt werden op een misdrijf.

De uitvinding van papier en boekdrukkunst betekende langzaam het einde van de wandelende stads-en dorpsomroeper. Er verschenen kranten. Een dagelijkse krant brengt de nieuwtjes en mededelingen sneller rond aan een grotere groep mensen dan de groep die je van mond tot mond kunt bereiken.

Toch waren stads-en dorpsomroepers tot in de vorige eeuw actief. Er waren nog veel ongeletterde mensen, die op de hoogte gehouden werden door de berichten die de omroepers verkondigden. Het waren meestal sober geklede mensen die het omroepen als nevenactiviteit naast hun werk hadden.  Meestal werd dit door de “champetter” gedaan.

De oudere generatie zal zich wel herinneren dat meestal na de zondagsdienst bij de kerk de omroeper op een kleine verhoging of op een “roepsteen” stond en daar een aankomende raadsvergadering aankondigde. Of hij liet weten of er grond ter veiling of te koop werd aangeboden en waar en wanneer deze veiling of verkoop plaats zou vinden. Ook wanneer er een noodslachting plaats vond, ging deze omroeper op pad.

Toch zijn er nog dorpen, buurt- en leefgemeenschappen die het omroepen als vorm van communicatie niet verloren willen laten gaan. In 1987 werden Nederlandse omroepers die nog hun ambacht trouw waren, door de Steenwijker stadsomroeper Gijsbertus van Brummelen gemobiliseerd met een kort en krachtig: 

Omroepers aller provinciën, verenigt u! 

Diverse omroepers uit den lande gaven aan deze oproep gehoor en zo kwam er na lange tijd weer een omroepersvereniging, de voorloper van de huidige omroepgildes.

Ook in België wil men de stadsomroepers terug in ere herstellen en komen de Bellemannen terug in het straatbeeld. Wil je hier meer over weten ? Ga dan naar het tabblad : “De Gilde van de Bellemannen.”

Benamingen in het buitenland:

Stadsomroeper (Nederlands)

Town Crier (Engels)

Ausrufer (Duits)

Crieur public (Frans)

Pregonero (Spaans)

Kisbiro (Hongaars)

Miasta (Pools)

Banditore (Italiaans)

———-

Bronnen:

http://www.jandierckx.be/jan-de-belleman/geschiedenis

http://www.ahgtc.org.uk

http://www.nl.wikipedia.org

http://www.clipground.com

Eddy Levis (Gensche Sosseteit) – Fb

http://www.nieuwsblad.be (28.05.2019)

http://www.moppensite.be