Geldmunt

Deze straat tussen de Lange Steenstraat en de Kraanlei begrenst het Patershol aan de Westzijde. De naam refereert naar de munt en het Muntgebouw van de graaf van Vlaanderen dd. 1350. Zoals het in die tijd gewoon was werd de Geldmunt aangeduid door een belangrijk gebouw aldaar.  In 1330 staat het beschreven als “inde stege bachten sgraven steen”. In 1371 spreekt een bron over “huus staende bachten sgraven steene jeghen der smede huus over”. De Munt was een annex van het Gravensteen waar sinds 1354 munt geslagen werd. Het pand was gelegen gedeeltelijk op de helling van het kasteel en gedeeltelijk in het kasteel zelf aan de NO-zijde van het Gravensteen tegenover de kapel van St.-Elooi, de patroonheilige van de smeden in de buurt van het huisnummer 16. In de ringmuur zijn restanten van een stootmuur te bespeuren die gedeeltelijk is weggebroken in 1412. Dit ter verbetering van de verbinding tussen de smeltovens geplaatst aan de voet van de muur op de aangeslibde grond tussen de Lieve en de Plotersgracht en de gebouwen van de Munt.

Op de gravure van Sanderus is de Munt afgebeeld aan de rechterzijde van de Geldmunt. Boven de poort is het schild zichtbaar waarop de wapens van de vorst zijn voorgesteld. De werkhuizen van de Munt waren voor een deel gevestigd in het hof van het kasteel bereikbaar langs een trap over de kantelen. Langs diezelfde trap daalden de veroordeelden af om gehalsrecht te worden op de Hoofdbrug.

Tijdens de Franse overheersing is het godshuis en de kapel als nationaal goed verkocht. In 1873 verdween de kapel.

Het straatbeeld wordt overwegend bepaald door typische trapgevels uit de 17e eeuw en verscheidene fraaie burgerwoningen uit de18e eeuw. De woning met het nummer 6 is een middelgroot breedhuis van zes traveeën en drie bouwlagen, vermoedelijk met een kern uit 16e eeuw en aanpassingen uitgevoerd in de 18e, 19e en 20ste eeuw. De derde bouwlaag is er in 1781 aan toegevoegd. In de jaren 1970 werd de stucversiering uit de 19e eeuw op de bovenste verdiepingen afgekapt en kwam de gevel van Ledesteen met bakstenen bovenhelften bloot.

gentgeldmunthuizenkantgravensteenmarcelgentfb

Economische omstandigheden dreven in de tweede helft van de 19e eeuw veel bewoners uit de valleien ten noorden van Venetië in de emigratie. Virgilio Zangrando trok in 1875 naar Duitsland. Hij werd er ijsverkoper, net als veel van zijn streekgenoten. De vrouwen en de kinderen bleven in de Italiaanse dorpen achter en in de winter keerden de mannen terug. Na W.O.I leek Duitsland niet meer zo’n geschikte plaats om met de verkoop van ijs aan de kost te komen. Virgilio Zangrando trok met zijn broer naar het noorden en vestigde zich te Gent, in de buurt van de “Veneziana” in de Geldmunt. De aanvankelijke bedoeling was er gepofte kastanjes te verkopen. Antonio Zangrando, zoon van Virgilio, bleef in zijn geboortedorp tot hij oud genoeg was om ook ijsbereider te worden. In 1923 kwam hij, net zoals zijn vader, naar Gent om er bij zijn oom te werken.

In 1933 liet hij de woning gelegen Geldmunt 6 door architect Jan De Smet (Gent 1890 – Gent 1949) uit de Gildestraat 6 verbouwen tot een ijssalon en nog datzelfde jaar opende hij de deuren van de Veneziana. Het symbool van het etablissement was een verchroomde Venetiaanse gondel (tevens de deurgreep). Tot het begin van de jaren 1960 werd het Veneziana-ijs ook op straat verkocht met een moto Sarolea met bak in de vorm van een gondel. Later werd het ijssalon uitgebreid tot een restaurant. In feite werd alleen het gelijkvloers grondig aangepakt en omgevormd tot een art deco-interieur waar heden ten dage er nog maar weinig is van te merken. In de jaren vijftig werden er door kunstschilder Emiel de Lendtdecker (Zele 1901 – Knesselare 1990), vriend van Antonio en toen wonende te Gent in Rozier 19, met veel zin voor het fantastische in de verbruikszaal wandschilderingen aangebracht zoals symbolische voorstellingen van oorlog en pacifisme, de tekens van de Zodiac met ingewerkte horloge en een allegorische voorstelling van de lente.

Capture d’écran (3355)

Een andere oom van Antonio kwam samen met Guido de Lorenzo naar Gent om even te kijken hoe men zaken opstartte en trok dan naar Nederland, meer bepaald naar Utrecht en Breda. Guido de Lorenzo wordt in Nederland beschouwd als de “padrone” van de Italiaanse ijsbereiders. De titel “ijsacademie sinds 1923” die de Veneziana voert, vindt zijn oorsprong in het feit dat andere Italianen die zich als ijsbereider willen vestigen, eerst bij de Veneziana in Gent komen kijken om ervaring op te doen.  Zo zijn er Veneziana’s in Nederland, Australië, Argentinië en Brazilië. In de jaren 1950-1960 groeide de Veneziana ook uit tot een soort cultureel en literair salon waar de in het Frans schrijvende auteurs, zoals o.a.Marie-Jeanne Boelens, hun nieuwe gedichtenbundel of ander literair werk voorstelden.

In 2006 werd de zaak wegens ziekte van de eigenaar stopgezet. Na enkele jaren leegstand werd de zaak heropend en kreeg het de naam “Coffee & Curiosa & Champagne” mee, waarbij het de bedoeling was de traditie van het vroegere ijssalon te laten herleven.

———-

Bron:

http://www.sint-pietersdorp.be E2

Gids van ’s Gravensteen te Gent – Stad Gent – Snoeck Ducaju en Zoon

Gent’s vroegste geschiedenis – Maurits Gysseling

Ghendtsche Tydinghen 2013 – Vol42 N°6