De Gentenaars streden van 27.5.1488 tot 7.07.1488 tegen het Duitse leger aan het Rabot onder het bevel van de hertog van Cleef, heer van Ravestein, die een woonst had te Gent : het Hof van Ravestein tegen de Sint-Michielskerk. De St.-Antoniusgilde dankt trouwens haar bestaan aan deze gebeurtenis. Nu, er blijven daar nog enige gebouwen van over o.a. dit waar het winkeltje : “Bij Katrien” zich bevindt met de beroemde katrienspekken. De kelder met zuilen van de.winkel is zeker uit de twaalfde eeuw!

Op de foto de laatste uitbaters van het winkeltje “Katrien” gelegen op de hoek van Onderbergen 2 en het St.-Michielsplein. Een gevelopschrift vermeld het bestaan van dit “oud huis” sedert 1870. Hier verkocht Katrien Vandermaelen haar eigen, naar Gentse normen “wereldvermaarde” Katrienspekken, goed voor de keel en bestaande uit een mengsel van bruine rietsuiker en glucose.
In september 1975 ontving Mevrouw Elza Guyssens, beter gekend als moeder Katrien, te Varsenare bij Brugge van het Verbond voor Heemkunde het Joachim Beuckelaer Eremerk “wegens haar grote liefde voor de bereiding van de eeuwenoude Katrienspekken volgens haar eigen techniek” (De Gentenaar 16.9.1975).
Elsa Gyssens ‘Katriene de Spekke’
Ik ben gienen gruten amateur van sneukelderije
Katriene de Spekke oa d’an mij ne slechte kalant
‘k ê liever ne kier un ves’ irbeeze as lekkernije
Da d’es zu doanig hard nie veur mijnen tand.
‘k vinde k’ik niets tof aan zune chocotof
En zujen stuk noega es uuk mijn toeche nie
‘k zitte liever mee ne krimdeglas in mijnen’hof
Of op un klein zonnig terraske in Rimini.
Thuis bij de kaffee loat ik de cuberdons
An mijn vrèwe, ‘k goa mij nie zette sabbele
op kientsessuiker, babbeluten of Napoleons.
K’goa mij nie op kroakamandels zette knabbele.
Uuk al vinde de zoete muilkes mij ne roaren duiker
‘k goa gien karamellegedichtses schrijven over suiker.
Jowan Anthoniez ©
Gentblogt
Gentblogt
04.10.2007: Reactie van Rony Coekaerts
In de middeleeuwen, toen ik in gent studeerde, heb ik van die spekken meegenomen naar familie in scherpenheuvel. mijn tante maakte suikergoed voor die kraampjes daar rond de basliek.Volgens haar was de samenstelling: kandijsuiker, vlier, zoethout(maar wel van die zwarte, harde dingen, calische of zo genaamd) en een klein beetje honing. Glucose zou in tegenspraak zijn: bij ons is dat afkomstig van de suikerbiet, en dat is slecht voor de keel, dixit tante. Zij hield het op geraffineerde suiker, ook van bieten, maar door het raffineren gaan de “slechte” bestanddelen er uit. zij maakte ook zoiets, maar om te zeggen dat het hetzelfde was?
01.02.2006: Reactie van Iris
Volgens het opschrift van mevr. Guyssen(s) :“Gij allen die hoest, wendt u zonder uitstel tot het oud gekend Huis Katrien” kan eruit worden verstaan dat het “spekkenrecept” als ingrediënt ook vlierextract bevatte. De bloesems van de vlierboom zijn een kenmerkend hulpmiddel bij hoest en in die tijd maakte praktisch ieder gezin zijn eigen vliersiroop. Ik herinner mij nog dat ik van mijn grootvader ‘s winters, voor het naar school gaan, eerst een lepel vliersiroop moest slikken en dat hijzelf altijd Katrienspekken op zak had “voor de koude en den hoest”….en volgens mij ook voor de goesting.
31.06.2006: Reactie van Arthur De Decker
In het boek “Gent van Toen en Nu” (2003) p. 52 staat een foto van de 13de-eeuwse kelder onder het vroegere Hof van Ravenstein dat tot 1985 werd gebruikt door de op de foto afgebeelde uitbaatster van het piepklein winkeltje. Volgens die bron noemde die winkelierster wel Elza Guyssens wat dus niet volledig hetzelfde is als de naam vermeld op de website van de Gentsche Sosseteit. De boodschap van de winkel was “Gij allen die hoest, wendt u zonder uitstel tot het oud gekend Huis Katrien”. De voornoemde kelder was gedurende meer dan 100 jaar verboden terrein want Katrien en haar opvolgster beschermden hun geheim recept angstvallig en dulden er geen pottenkijkers.