Brugsevaart (1613-1624)

Gent – Brugge – Oostende

Capture d’écran (5251)

Na het Beleg van Oostende (1601-1604), waarbij de laatste zuidelijke protestanten werden verdreven, werd Oostende als nieuwe toegangspoort tot de Noordzee aangeduid. Aartshertogen Albrecht en Isabelle verleenden een oktrooi voor de aanleg van het kanaal Gent-Brugge, dat tussen 1613 en 1624 werd gerealiseerd. Hierbij volstond het de Brugse Leie, een bovenloop van de Reie, te verbinden met de Hoge Kale, een bovenloop van de Durme.

Eerder had de aanleg van een kanaal tussen Brugge en Gent steeds geleid tot een bloedig treffen zoals in 1379, toen de Witte Kaproenen van Gent verschillende arbeiders ombrachten of tijdens de Slag op het Beverhoutsveld op 3 mei 1382, waar ook de kanaalperikelen aan de basis lagen.

Er werden drie werven opgestart nl. te Gent, te Brugge en een werf tussen beide steden. De kennis voor het uitgraven van het kanaal kwam uit Nederland. De werknemers waren vooral geïmmigreerde Engelsen die overkwamen met de gehele familie.

GentCanaldeBruges

Na voltooiing van het kanaal, aanvankelijk de Zuidleye genaamd, werd de Gentse Barge ingelegd. Dit was een trekschuit die dagelijks tussen Gent en Brugge voer, getrokken door paarden. Ook vanuit Brugge vertrok er dagelijks zo’n “waterkoets”.

Zeeschepen kwamen via de Brugsevaart en legden aan in de zwaaikom voor de St.-Agnetebrug die toen de Lindenlei met de Verlorenkost verbond. Daar werden de goederen gelost om naar hun bestemming te worden gebracht.

——————–

Bron:

Albert Sugg en de Belle Epoque in Gent: serie 1 (44) De Brugse Vaart

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.