Dampoortstation

In 1837 reed een eerste trein het Zuidstation binnen nadat in 1835 ir. De Ridder en ir. Simons het klaarspeelden een eerste spoorweg op het vasteland aan te leggen tussen Brussel en Mechelen. Het spoorwegnet breidde zich daarna meer oostwaarts uit aan de Dampoort.

Daar verrees op 15 augustus 1847 de “Statie van den Waeschen Ijzerenweg” of het “Land van Waasstation” als eindstation voor de trein uit Antwerpen, lijn 59. Bij toepassing van de wet van 19-7-1832 besloot de toenmalige regering een aanbesteding uit te schrijven. De concessie werd op 16.11.1842 toegewezen aan ir. De Ridder uit St.-Niklaas, ook al betrokken bij de aanleg van de eerste spoorlijn tussen Brussel en Mechelen. Hij realiseerde de aanleg van de sectie St.-Niklaas – Vlaamsch Hoofd (Antwerpen) en verlengde de spoorlijn tot in Gent. Op 9 augustus 1847 was lijn 59 over de gehele lengte in bedrijf.

Zondag 18 augustus 1850. Een speeltrein bracht 1250 reizigers naar Antwerpen. De trein was om 01.30u ’s nachts aan de Dampoort terug. Gezien het station buiten de stadspoorten gelegen was waren de reizigers verplicht te betalen om de stad terug in te komen. De menigte overrompelde de poort en kwam de stad kosteloos binnen.

Bij de inhuldiging was de gedachte verloren gegaan dat het station buiten de stadsomwalling lag en de laatste trein pas arriveerde nadat de stadspoorten geen toegang meer verleenden. Daardoor zagen de treinreizigers zich verplicht te overnachten in één der vele herbergen buiten de stad. In 1911 is het station buiten dienst gesteld om in 1912-1913 afgebroken te worden.

In 1862 is het kopstation Gent-Eeklo opgericht op de plaats van het gesloopte stedelijk douanekantoor na afschaffing van de octrooirechten in 1860. De spoorwegmaatschappij “Chemins de fer de Gand à Eeclo” had eerder op 25 juni 1861 de enkelsporige spoorlijn Gent-Dampoort – Eeklo in gebruik genomen. Deze was op 16 november 1862 verlengd tot in Maldegem en op 22 juni 1863 tot in Brugge om concurrentie te bieden aan de lijn 50A Brugge-Gent via Aalter uitgebaat door de Staatsspoorwegen. Aan het Antwerpenplein vertrokken toen de treinen naar St.-Niklaas-Antwerpen en Eeklo-Brugge vanuit twee verschillende stations.

23 december 1864. Reeds op 16 augustus was door het schepencollege een eerste verslag opgesteld betreffende de aanleg van een ringspoorweg. Sedert de aanleg van de spoorweglijn Gent-Dendermonde Mechelen waren het aantal spoorlijnen en het aantal treinen sterk toegenomen. In 1864 vertrokken dagelijks uit Gent 41 treinen en kwamen er 33 aan. Daarnaast vertrokken er nog dagelijks zes treinen van het station Gent-Eeklo en zeven treinen uit het station Land van Waas. Het Zuidstation was echter tevens een goederenstation. Een scheiding tussen het personenverkeer en het goederenverkeer drong zich op.

De verbinding tussen het station en het stapelhuis op het dok was erg hinderlijk voor het verkeer in de Lange Violettenstraat. Er werd een ontwerp van ringspoorweg opgesteld waardoor de hinder van de verbinding binnen de stad van het station met de haven zou worden opgeheven. Tevens zou een goederenstation aan de Dampoort worden aangelegd. Het ontwerp voorzag nog de aanleg van een tweede goederenstation aan het Rabot en dit omdat zich in de omgeving heel wat fabrieken hadden gevestigd. Een voorontwerp opgesteld door het Ministerie van Openbare Werken werd goedgekeurd door het college op 23 december en op 28 januari 1865 door de gemeenteraad. (De documenten met het hierbijgevoegd plan werden gepubliceerd in het Mémorial administratif de la ville de Gand 1864).

Cartoonremspoor

24 september 1865: Men zal de spoorlijn Gent-Eeklo voorlopig verbinden met het spoor naar het Stapelhuis. Alzo worden de spoorlijnen Gent-Eeklo-Brugge en Gent-Zelzate-Terneuzen verbonden met de rijksspoorweg. Het spoor Gent-Antwerpen is smaller en kan niet met de andere lijnen worden verbonden. Het werk zal tegen 15 oktober klaar zijn.

Vanaf 15 juni 1869 zullen de treinen op de lijn Gent-Terneuzen uit het groot station vertrekken. In het station Dampoort kan men ook opstappen. 

3 december 1873. Het Staatsblad kondigt aan dat de sectie ringspoorweg van de Dampoort tot aan het Rabot vanaf 1 december in gebruik is voor het vervoer van goederen.

Op 24 mei 1874 wordt de eerste tramlijn Station-Dampoort plechtig ingehuldigd. De dienst begon op maandag 25 mei 1874. De paardetram reed van zeven uur ’s morgens tot negen uur ’s avonds. Enkele punten uit het reglement: “De rijtuigen moeten goedgekeurd zijn, een nummer dragen en behoorlijk verlicht zijn van binnen en langs buiten. De paarden moeten helklinkende bellen dragen, de geleiders en ontvangers dragen een dienstkledij en een nummer. De rijtuigen moeten op draf gevoerd worden waarbij de geleiders een fluitje bezitten om het naderen aan te kondigen. Deze geleiders moeten minstens achttien jaar oud zijn en een bewijs van goed gedrag voorleggen”.

Op 17 mei 1875 vonden hier aan de Dampoort hevige schermutselingen plaats tussen duizenden Xaverianen die terug kwamen van een bedevaart naar Lourdes, Gentse studenten en Antwerpse- en Brusselse anti-klerikalen. Volgens de katholieke kranten vielen er 826 gewonden en 1 dode. Het voorval had ook de nodige interesse uit het buitenland opgewekt waarbij “The Graphic”, een Engelse krant, verslag uitbracht onder de titel: “The religious feuds in Belgium. Pilgrims returning from Ghent beset by liberals”.  

Aan de zuidkant van de Dampoort was rond die periode het “Station du Champs des manoeuvres” opgericht. Een goederenstation dat in 1904 is vernieuwd en sindsdien als de voornaamste verzendingsdienst en goederenloods van Gent mag beschouwd worden.

Op 8 januari 1908 vond een verschrikkelijk ongeluk plaats met een trein waarbij drie doden te betreuren vielen en het been van een kind werd afgereden.

Nadat beide spoorlijnen in 1909 op een verhoogde berm terecht kwamen, is tussen 1909 en 1912 het spoorviaduct aan de Dampoort gerealiseerd. Hierdoor verdween het statige “Au Grand Hôtel Leopold II”. Wat ook de afbraak van het Land van Waasstation (1914) tot gevolg had na uitbreiding en ingebruikname van het station van de maatschappij Gent-Eeklo alwaar  zich ook het nieuwe tracé van de spoorlijn Gent-Antwerpen bevond. Op die vroegere bedding kwam de Land van Waaslaan tot stand.

De architecten Breyne en Servaes waren in 1971 de ontwerpers van een nieuw reizigersstation aan de Westelijke zijde van de Dampoort. Het oude complex was zo in 1978 tot de sloop veroordeeld. Het goederenstation op het gewezen militair oefenterrein was niet meer tot dienst en transformeerde in 2000 tot parking en fietsenstalling.

Eind 2008 was het Dampoortstation opgeknapt. Een nieuwe ingang met schuifdeuren, een broodjeszaak en camerabewaking zijn o.a. enkele nieuwigheden die de treinreiziger zal aantreffen bij een volgend ritje met de trein. Opnieuw liggen plannen klaar voor de oprichting van een supernieuw Dampoortstation na de afwerking van het St.-Pietersstation rond 2020.

Treintje aan de Dampoort

De Dampoort is altijd een moeilijk verkeerspunt geweest. Bussen, trams en auto’s hadden het er ook vroeger soms moeilijk om over de smalle brug te geraken, die dan nog moest opengaan voor het scheepsverkeer. Oudere Gentenaars zullen zich ook herinneren dat er ooit een treinspoor lag en treinen passeerden aan het einde van de Dampoortstraat. Immers, uit het Dampoortgoederenstation, nu de grote stationsparking, vertrok er soms een goederentrein (“marchandise”) naar het “Entrepôt” (nu Stapelplein) of omgekeerd. Die treinen reden met een slakkengangetje en werden begeleid door spoormannen die er bij de Dampoortstraat afsprongen om zwaaiend met rode vlaggen het auto- en tramverkeer op te houden. Dat kon aanzienlijk lang duren als er een eindeloos lange reeks wagons voorbij moest. Op een keer zat er een heer in een wachtende bus te foeteren over de vertraging waarop een oud vrouwtje zei: “Amaor meniere, ‘t es den “International die moet passeren, zulle!

———-

Bron:

http://www.rixke.tassignon.be

Albert Sugg en de Belle Epoque: serie 1 (89) Dampoort

De Gentenaar online – Tom Dams

Eindrapport Dampoortstudie – Stad Gent mei 2013

Ghendtsche Tydinghen 1976 – Vol5 n°5

Ghendtsche Tydinghen 1979 – Vol8 N°3/N°4

Ghendtsche Tydinghen 1980 – Vol9 – N°2

Ghendtsche Tydinghen 1981 – Vol10 N°1/ N°2

Ghendtsche Tydinghen 2001 – Vol30 N°6

Ghendtsche Tydinghen 2013 – Vol42 N°6

Ghendtsche Tydinghen 2014 – Vol43 N°2