
Inkom Dierentuinlaan (nu President Rooseveltlaan) – Gent in oude prentkaarten

Diergaerde – Claude Faseur (Fb)
In 1851 opende in Gent de “Jardin Zoologique Gand” of “De Gentsche DIERGAERDE” haar deuren.
Leden van de Gentse Universiteit creëerden dichtbij het station op een 3 ha groot terrein een plaats voor dieren die eveneens tot nut waren voor de universiteit. Grootgrondbezitters stelden hun grondeigendom ter beschikking in ruil voor aandelen. Zo werd Gent de eerste universiteitsstad voorzien van een zoo. Aan de basis voor de stichting van de “Société Royale d’Histoire Naturelle”, op 12 april 1851, lagen architecten, renteniers, advocaten, een senator en een universiteitsprofessor. Zij merkten het succes van de Antwerpse dierentuin op en dachten dit ook in Gent te kunnen verwezenlijken.

inkomkaart – Claude Faseur – Fb
Deze dierentuin was gelegen aan de Muinkmeersen tussen het Zuidstation en de Opperschelde. De hoofdingang bevond zich aan de Franklin Rooseveltlaan en was verder omgeven door de Schelde, de St.-Lievenslaan en het Zuidpark. De gebouwen in het domein waren van de hand van Adolphe Pauli (1820-1895), stadsarchitect aan wie het Dr. Ghuislaininstituur, de Westerbegraafplaats en de toenmalige uitbreiding van de Bijloke ons doen herinneren.
Aanvankelijk was de toegang enkel voor de betere klasse, doorreizende zakenlui en toeristen.
Tegen betaling mocht dan een kijkje worden genomen in het dierenpark. In 1853 waren er ongeveer 4000 abonnementen verkocht. Op termijn versoepelden de regels tot iedereen de kans kreeg de zoo te bezoeken. Voor wie het kon betalen natuurlijk.
Het aanbod aan dieren was beperkt tot een olifant, enkele beren, apen, een lama, een dromedaris, cavia’s, runderen, kangoeroes, geiten en wat vogelsoorten.
Het hoofdgebouw was een kleurrijk en aantrekkelijk ontwerp door bouwmeester Adolphe Pauli. Het park was met de nodige kunstzinnige zorg ingericht zoals muziekkiosken, pagodes, een miniatuurwindmolen die het water optrok voor vijvers met fonteinen en waterloopjes, kronkelpaden, etc..
Centraal van het park stond een ijzeren paviljoen waar muziekkorpsen, in overleg met het bestuur van het Casino, ’s zomers kwamen spelen om vooral de bourgeoisie de nodige afleiding te bezorgen.
Het succes van de Antwerpse zoo en de opkomst van het kust- en kuuroordtoerisme voor de mensen van adel betekende het einde van de Gentse dierentuin. In 1904 sloot Gent voorgoed de deuren waarna de dieren openbaar werden verkocht.

olifant Betsy – Gent in oude prentkaarten
Jack de olifant, beter gekend als Betsy (?), had het ongeluk op het laatste moment nog door een gisthandelaar te zijn opgekocht.Voor enkele honderden franken had Sieske de Gistmarchand het dier aangeschaft doch vond geen koper en besloot dan maar het beest te slachten. Dit gebeurde op 17 mei 1904 waarbij de lekkerste brokjes werden opgediend in hotel Gambrinus gelegen in de Vlaanderenstraat.
Een gedichtje over Betsy luidde als volgt :
Oh die Betsie
Oh die Betsie
Onzen olifant
‘t Es zuu een brove bieste
En zei toch zuu veel verstand
En ge kunt da nie geluuve
Oosse heur miesterke ziet
Heur snuitse goat omhuuge
En heur steertse drooit sebiet
Idem voor de beren. Een deal met een Engelse dierenhandelaar was afgesprongen waarna tijdens de gemeenteraad de beren werden geserveerd ter verorbering.
Vandaag doen het Muinkpark en straatnamen als de Alpacastraat, de Arendstraat, de Buffelstraat, de Hertstraat, de Leeuwstraat, etc. ons herinneren aan een verloren en vervlogen attractie.
———-
Bron:
Gent in oude prentkaarten – A. Verbeke en J. Decavele
De Dierentuin van Gent of Gentsche Diergaerde (1851-1904) – Boxstaele Werner – Fb
Ghendtsche Tydinghen