Verbindingskanaal (1863)

Coupure/Brugse Vaart – Tolhuis

Op 20 december 1862 werd de aanbesteding van het Verbindingskanaal goedgekeurd voor 347500 fr (8614€). Dit werk werd uitgevoerd door de staat.

14 januari 1863. Gisteren zijn de werken begonnen aan het Verbindingskanaal dat de Brugsevaart met de haven moet verbinden. Naast het graven van het kanaal moeten nog een aantal bijkomende werken worden uitgevoerd zoals de afwendig Kerkstraat, het leggen van een draaibrug aan het begin van het kanaal, het maken van twee brugjes over grachten door het kanaal doorsneden, het bouwen van een brughuisje, bouwen van een brughuisje aan het Tolhuis, het bouwen van een wachthuis voor de sluismeester aan het Tolhuis en het bouwen van een draaibrug aan het Tolhuis.

Het Verbindingskanaal is 2158 meter lang, heeft een breedte van 38m , op de bodem 12m en het is vijf meter diep. Zo’n 260000 m3 aarde is er weggegraven. De werken moesten. in achttien maand voltooid zijn. Naast beide zijden van het kanaal komt een weg van 12 m. breedte. Op 18 februari vernemen we, dat meer dan 600 werklieden aktief zijn aan het Verbindingskanaal.

gentverbindingsvaartgspd20e
Verbndingsvaart (Sint-Pietersdorp 20E)

De aanleg in 1863 van het verbindingskanaal of de “Nieuwe Voart” in de volksmond, tussen de Brugsevaart-Coupure en het Tolhuis op de gronden van de Wondelgemse Meersen, zorgde voor de aansluiting van het vaarverkeer komende van Coupure-Brugsevaart richting Tolhuis-kanaal Gent Terneuzen en omgekeerd. Bijkomend was dit kanaal aanleiding voor een toename van industrie en huisvesting.

De website “www.itb-info.be” (reglementering scheepvaartwegen) beschrijft het kanaal als volgt:

Het verbindingskanaal van Gent strekt zich geheel uit op het grondgebied dezer stad van aan de rechteroever van het kanaal van Gent naar Oostende, op 240 m stroomopwaarts de Palingshuizenbrug, tot aan de benedenfrontmuur der Tolhuissluis, over een lengte van 2158 meter.

Kort voordien was in 1860 de afschaffing van de octrooirechten een feit onder druk van de omringende landen. Deze hadden een verlaging van de tol gewenst waar na overleg de opheffing van het octrooirecht een feit was.

gentverbindingsvaartgt1991

Het werd als symbool aanzien van de industriële expansie te Gent halverwege de 19e eeuw. Het gewonnen zand werd gebruikt om de meersen op te hogen.

Nochtans was het akkoord over de aanleg van deze waterloop al in 1854 bij KB beslecht. Uieindelijk namen de werken aanvang op 12 Januari 1863. Achttien maand nadien moest het werk opgeleverd worden en inderdaad, in de loop van 1864 werd de vaart tot nut gesteld aan de scheepvaart. Een koninklijk besluit van 7 September 1864 stelde het tarief vast van de vaartrechten die aan de brug moesten geïnd worden. Doch een belangrijk internationaal gebeuren, wat ter afsluiting wordt uitgelicht, had mogelijks een invloed op de uitvoering van de werken betreffende dit waterkanaal.

Gentnieuwevaartkokoblommaert

Langs de ene zijde lag de Nijverheidslaan. Doch omwonenden spraken al vlug van de “Nieuwevaart”, en prompt werd deze naam aan de Noordelijke rijweg langsheen het kanaal gegeven. Aan de overzijde kwam de Gasmeterlaan, genoemd naar de in 1880 opgerichte “Gasmaatschappij van Gent” die aldaar gevestigd was. In eerste instantie werd er vooral lichtgas gestockeerd voor de uitbreiding van de stadsverlichting en voor de industrie en particulieren. Tondeliers zorgden voor de werking van deze straatlantaarns op gas. Daarvoor waren vier door water omgeven gashouders voorzien. In 1960 werd overgeschakeld op aardgas waardoor de opslagtanks, opslagcapaciteit 10.000 m³, nog weinig van nut waren. De nog twee resterende tanks zijn sinds 1995 als industrieel-archeologisch erfgoed beschermd.

De Lieve op zijn beurt doorkruiste de Wondelgemse meersen van aan het Rabot richting Wondelgembrug. De Verbindingsvaart werd ook door de Wondelgemse meersen gegraven, maar in een andere richting, zodat ze nagenoeg de Lieve doorsnijdt. Echter, de Lieve voerde het water van de meersen af naar het kanaal Gent-Terneuzen. Dat mocht niet belet worden en daarom verbond men de twee gedeelten van de Lieve onder de nieuwe vaart aan elkander door middel van een duiker van 66 m. lang, 0.70 m. hoog en 0. 70 m. breed.

In 1882 lag er tussen de Wondelgembrug en de Tolhuisbrug een handbediende draaiende spoorwegbrug, de Gasmeterbrug genaamd, aangelegd om het goederenverkeer te verzorgen tussen Eeklostation aan het Handelsdok en het Rabotgoederenstation.

Voor de schippers komende van Oostende of Brugge werd door dit 2 km lange waterkanaal een omvaart doorheen de Gentse binnenwateren vermeden wat gemakkelijk 1 dag tijdswinst opleverde.

Twee volksbuurten, de Muide en de Brugse Poort, werden door deze doorsteek met elkaar verbonden.

Tohuisbrug aangelegd in 1900
Gent in oude prentkaarten

Naar een artikel van Alfons van Werveke:

Zij die de Verbindingsvaart tijdens hun jeugdjaren hebben tot stand zien komen, vertellen gewoonlijk dat het werk is uitgevoerd om arbeid te verschaffen aan talrijke werklozen, slachtoffers van de toen heersende katoencrisis.

Kort een schets van de situatie. De Verenigde Staten van Amerika waren verdeeld in 2 vijandige groepen. De Zuidelijke Staten waren partijgangers van het behoud der slavernij. Die van het Noorden waren voorstander ze af te schaffen.

Het aanstellen van Abraham Lincoln kwam de situatie niet ten goede en de oorlog barstte uit. Florida, Georgia, Alabama, Noord-en Zuid-Carolina, Missouri, Louisiana, Texas, Arkansas, Tennessee en een gedeelte van Virginia vormden het Zuidelijk Bondgenootschap, namen Richmond voor hoofdstad, verkozen Jefferson Davis tot voorzitter en richtten een leger in. Van de generaals der Noordelijken is Grant hier best gekend, van die der Zuidelijken Lee. Na verschillende bloedige veldslagen trok uiteindelijk in 1865 de Noordelijke Staten aan het langste eind en belangrijk hierbij was de afschaffing van de slavernij.

Voor Europa en zeker voor Gent, waar 12.000 werklui aktief waren in de katoennijverheid die op zijn beurt voorzien was van het katoen der Zuidelijke Staten, had die oorlog een negatieve invloed op de tewerkstelling. De Noordelijken verhinderden schepen katoen uit te voeren naar Europa, waardoor ondernemingen zonder grondstof kwamen te zitten en stilvielen. Aanvang 1862 waren er reeds 10.000 werklozen. Op 28 februari 1862 vaardigde het College van Burgemeester en Schepenen een oproep uit om de bevolking aan te sporen een gunstig onthaal te doen aan de inschrijvingslijsten voor het verlenen van hulp, geopend door den Handels- en Nijverheidskring waarbij zich het Bureel van Weldadigheid en ook het Gemeentebestuur hadden aangesloten.

Gezien het graven van de Verbindingsvaart aanving 12 Januari 1863, is het dan ook evident dat een groot deel van die slachtoffers van die katoencrisis zich kandidaat hebben gesteld betreffende activiteiten die leiden tot het tot stand komen van de Verbindingsvaart, waardoor al vlug de mening was toegedaan dat het uitgraven van de Verbindingsvaart een tegemoetkoming aan de arbeidsvoorzieningen was.

Gezien het KB van 1854 kan je aannemen dat de ontwikkelingen in de VS niks te maken hadden met de Verbindingsvaart. Doch de uitvoering van de werken gebeurde in volle crisis dus bestaat de mogelijkheid de werken in een vervroegde fase van uitvoering te hebben “geforceerd”.

———-

Bronnen:

Ghendtsche Tydinghen 1979 – Vol8 N°1

Ghendtsche Tydinghen 1991

Ghendtsche Tydinghen 1998, Vol 27 N° 2

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.