Poel

De benaming Poel liegt er niet om. Vele eeuwen geleden bevond er zich op die plaats een moerassig gebied dat een poel (stagnum) vormde. Verder lag er een drabbige, drassige, slijkachtige massa, een “drab”; vandaar de benaming “Drabstraat”. “Poel” en “Drabstraat” worden als benaming van plaats en straat reeds vermeld in teksten in het begin van de 13de eeuw; maar de Poel, als topografisch gegeven, was natuurlijk veel ouder. Hij werd gedempt bij het graven van de stadswal op het einde van de 12de eeuw.

Place du Marais. Beter kan je het niet vertalen. De omwallingen en versterkingen van de stad Gent liepen achter de Poel heen langs de Houtlei. Het moeras werd gedempt en op de plaats waar nu de Ramen beginnen verrees de Torrepoort, de grootste en één der vier oudste poorten van ’t stad.

Rijke poorters kwamen zich hier vestigen. Stenen werden opgericht in de nabijheid van de Torrepoort  waar zij zich veilig voelden in de nabijheid van de wachters maar ook in de nabijheid van de Korenlei, het hart van het handeldrijvende Gent.

Een enkele terechtstelling vond hier plaats op 21 februari 1559 toen er een soldaat werd onthoofd. Uitzonderlijk werd de straf op het plein uitgevoerd daar de Poel getuige was geweest van een misdaad die onmiddellijk diende afgestraft te worden.

De Poel is één van de oudste en merkwaardigste plaatsen van Gent en blikt terug op een lange geschiedenis. Ook nu nog bevinden er zich aldaar een aantal zeer mooie en architecturaal waardevolle gebouwen uit de 17 de, 18de en 19de eeuw, met heel fraaie gevels in verschillende bouwstijlen. Denken we o.a. maar aan het grote en zeer mime 18de-eeuwse “Hotel de Nockere”, voorheen “Hof van Wakken”, gelegen aan de Oostzijde van het plein waar in de loop der tijden zoveel illustere personen verbleven: Filips II, Keizer Karel in 1556, Willem van Oranje in 1576-77 en ’78, jonker van Hembyze in 1583, in 1678 graaf de Montbron, in 1681 de Prins van Parma (Spaans legeraanvoerder), om er maar enkele te noemen.

Verder is er nog het sierlijke herenhuis in Lodewijk XIV-stijl waar vroeger de school Sint-Louis van de “Dames van het Christelijk Onderwijs” gevestigd was met elegante en sierlijke Vlaamse-Renaissance-gevel, het “Hotel van Saceghem” met zijn prachtige gevel in Lodewijk XVI-stijl gelegen op de scheiding van Poel en Drabstraat. Al die gebouwen hebben hun eigen, rijke geschiedenis. Er staan ook een paar herenhuizen met neoklassicistische gevel, naast panden van meer recente datum waarvan sommige dateren uit het begin van deze eeuw. Ook die dragen bij tot de architecturaal fraaie omgeving. Het was ook op de Poel dat zich destijds het schilderachtig Schokkebroersvestje bevond langswaar men toegang had tot de kapel van het oudklooster der Alexianen, ook Cellebroeders geheten. De “grauwe broederkids up de Veste”, aldaar reeds gevestigd sinds het begin van de 14de eeuw en de kapel met het sierlijk spits torentje, een typische creatie van 18de-eeuwse bouwkunst. Op de plaats waar zich destijds het klooster der Alexianen bevond staat nu het St. Amandus-instituut. Het Schokkebroersvestje verdween in 1904.

Hotel De Nockere

Op de Poel staat een groot hotel in stijl Lodewijk XVI. Vroeger stond hier een steen, het “Hof van Wacken”, een prinselijke woning waar ondermeer Filips de Goede, Keizer Karel, Filips II en Willem de Zwijger verbleven. Na een aantal veranderingen in de 16°, 17° en begin van de 18° eeuw werd de woning volledig verbouwd in 1778 door de eigenaar Dhr. de Ghellinck de Nockere en dit naar de plannen van de architect Joachim Colin. Waar trouwens de huidige gevel afstamt.

Het gebouw. bestaat uit twee vleugels gescheiden door een grote binnenplaats en toegankelijk langs een monumentale poort. In het begin van de 19e eeuw was het hotel de Nockere bewoond door Philippe Piers de Raveschoot, die met Marie de Nockere was gehuwd en burgemeester werd op 20 juli 1819.

De 26e mei 1858 kwam de orangistisch-liberale “Cercle Commercial et Industrie” (Koophandels-en Nijverheidskring) tot stand. Eerst gevestigd op de Poel, in het “Hotel de Nockere”, vergaderde deze kring in 1886 in het “Hotel Royal” op de Kouter en in 1890 in de Lange Meer 13 (Universiteitstraat), waar sinds 1880 ook de “Consulskring” bijeenkwam.

Ook met het inzicht de rechten en de belangen van de Gentse koophandel en nijverheid te bevorderen, werd ca. 1860 de katholieke “Ligue du Commerce et de /’Industrie” (Koophandels-en Nijverheidsbond) gesticht. Zijn lokaal bevond zich in ’t begin in de Heilige-Geeststraat 5. Later ging men over naar het “Hotel de Nockere”, waar vanaf 1865 de Katholieke Burgerkring was gevestigd.

Op 6 april 1865 werd het gebouw aangekocht door de maatschappij “Société civile de l’Hotel de Nockere” en nam de “Cercle Catholique” er haar intrek.

Zoals vermeld vestigden zich in de 19e eeuw in de gebouwen langsheen de Poel tal van cultuurverenigingen en deed het plein dienst voor manifestaties, stoeten en optochten.

De uitstraling van het roemrijke verleden heeft plaats gemaakt voor een gezellige omgeving die voldoet aan de behoeftes van een moderne samenleving.

Willemsfonds

Zondag 23 februari 1851. Heden had de stichtingsvergadering van het Willemsfonds plaats in het lokaal van “De Tael is gansch het Volk”, Hotel van Kortrijk op de Poel. Het doel van het fonds is de ondersteuning van de Vlaamse taal en letterkunde. Voorzitter werd baron Jules de Saint-Genois (1813-1867). Onder de stichtende leden treffen we aan: Kervijn de Volkaersbeke, voorzitter van de Melomanen; Frans Rens (1805-1874) voorzitter van ”De Tael is gansch het Volk”; Ferd. Snellaert (1809-1872); Heremans (1825-1884) leraar atheneum en Degerickx. Bijna allen waren lid van “De Tael is gansch het Volk”.

19 december 1874. Te Gent overleed Frans Rens. Geboren te Geraardsbergen in 1805 was hij reeds te Gent in 1823. Eerst was hij bediende bij de belastingen tot in 1843, dan controleur bij het bureau van waarborg en belast met het toezicht over de omloop van gouden en zilveren munten. Minder belangrijk als schrijver was vader Rens in de eerste plaats een onvermoeibaar flamingantenleider. Hij was voorzitter van “De Tael is gansch het Volk” vanaf de oprichting van deze “Maatschappij voor Vlaamsche Letteroefening”, voorzitter van het Vlaamsch Gezelschap, hoofdredacteur van het tijdschrift “De Eendracht”, lid van de Grievencommissie (1856-1859), voorzitter van het Willemsfonds in 1862. Frans Rens werd begraven op het kerkhof van de Dampoort. Vader Rens speelde een voorname rol in de Vlaamse beweging.

Even willen we er aan herinneren dat in 1976 de 125e verjaring van de stichting van het Willemsfonds werd herdacht.

———-

Bron:

Ghendtsche Tydinghen 1976 – Vol5 N°6

Ghendtsche Tydinghen 1979 – Vol8 N°4

Ghendtsche Tydinghen 1981 – Vol10 N°2

Ghendtsche Tydinghen 1991 – Vol20 N°5

Ghendtsche Tydinghen 1992 – Vol21 N°1

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.