Gazette van Gent

In het Gent van de 17e eeuw woonde drukker-uitgever Maximiliaan Graet. Hij was bekend als uitgever van periodieken en als letter­kundige. Hij verspreidde een gewaardeerde almanak : ” De Nederlantschcn sterrekycker ofte almanack van het jaar 1663 “. Graet maakte deel uit van het rechterlijk magistraat als vooraanstaande persoonlijkheid in het drukkersambacht. Naar het voorbeeld van Abraham Verhoeven uit Antwerpen vatte hij het plan op een nieuwsblad uit te geven. In 1666 verzocht drukker-uitgever Maximiliaan Graet om het privilegie tot het drukken van de Ghendtsche Post -Tydinghen”.

Op 17 november 1666 werd hem het privilegie verleend en op 1 januari 1667 verscheen het eerste nummer. Van de vroegste uitgaven gingen de meeste nummers onherroepelijk verloren. Het oudste dokument uit de eerste bladserie dagtekent van 8 september 1667 of nr. 69. In 1669 werd het blad gedrukt op 2 kolommen met romeinse letter. Van 1670 tot 1672 werden gotische en romeinse lettertekens gebruikt. Hierop volgde een periode van allerlei moeilijkheden. Jaloerse drukkers stuurden er op aan dat Graets privilegie zou ontnomen worden onder het motief dat hij onjuiste berichten verspreidde, welke in vreemde bladen verschenen. Triomfantelijk doorstond de uitgever echter de vuurproef zodat de uitgave van de gazette gewoon doorging. Het jaar 1674 bracht een vernieuwing in de titel. In de kop droeg de gazette drie zinnebeelden nl. de Leeuw van Vlaanderen, de Maagd van Gent en Merurius, zinnebeeld van de vruchtbaarheid.

De weduwe Graet vroeg einde 1676 de vernieuwing van het privilegie. Twee jaar later komt er terug een kink in de kabel. Als gevolg van de oorlog met Frankrijk verscheen het eerste nummer van 1678 slechts op 14 maart. Gezien het formaat van de toenmalige bladen eerder beperkt was deed de uitgever ter gelegenheid van voornarne qebeurtenissen een bijvoegsel verschijnen. Onder het Oostenrijks bewind verdween Mercurius uit de kop van de gazette en werd vervangen door de dubbele Oostenrijkse adelaar.

Eind 1721 werd het blad eigendom van de gebroeders Van der Ween. Twee jaar lateer verdween de titel “Ghendtsche Post Tydinghen” en werd vervangen door “Gazette van Ghendt “. ln 1761 bekwam Jan Thomas Meyer het privilegie. Zijn weduwe kon het volhouden tot 1771, waarna het privilegie overging naar de oudste zoon. Halfweg de 18e eeuw kenden we een verbastering op taalkundig gebied ten gevolge van de Franse oorlogen en overheersingen . Een evolutie in de richting van de publiciteit was eveneens merkbaar, zodat er meer bijvoegsels werden toegevoegd. Tijdens de Franse republiek verschijnt de Gazette onder het motto : Vrijheid, Gelijkheid, Onpartijdigheid.

In 1804 werd F.J. Bogaert eigenaar en kort daarop werd de titel: “Gazette de Gand” en verscheen het blad met tweetalige teksten. Een wijziging bracht ons als titel : “Journal du département de 1’Escaut et annonces”. De uitgever protesteerde met klem gezien het merendeel van de lezers fransonkundig waren. Echter zonder resultaat. Het duurde tot 9 februari 1811 vooraleer het blad terug in de moedertaal mocht verschijnen. Uitgever Désiré-Jan Van der Haeghen nam in 1827 het blad in handen en in het eerste kwart van de 19e eeuw grepen nog verschillende wijzigingen in de titel plaats. Het nummer van 24 juli 1831 bracht de eenvoudige titel: ” Gazette van Gend”. Onder het uitgeverschap van Eug. Van der Haeghen wordt de Gazette een dagblad en meer bepaald in januari 1855 waarbij het zes maal per week verscheen.

Ter info: 8 december 1854. Heden houdt de krant “Den Vaderlander” op te verschijnen. Het blad was gesticht op 1829. Eigendom van de gebroeders Vergauwen van 1833 tot 1852, werd het overgelaten aan de maatschappij, die “Le Conservateur” en vanaf 1853 “Le Bien Public” uitgaf. Op 8 december verscheen de nieuwe krant “Het Vaderland”, die op de persen van “Le Bien Public” werd gedrukt. Het was een katholiek vlaamsgezind blad, met A. Neut als voornaamste medewerker. “Het Vaderland” zou slechts een kortstondig bestaan kennen.

24 december 1854. Bericht. Te rekenen van heden zal de Gazette van Gent alle dagen verschijnen, de zondag uitgenomen. Inschrijvingen voor drie maanden voor Gent te huis besteld: 3,50 fr. Voor den buiten franco per post: 4,50 fr. De prijs van een abonnement wordt dus niet verhoogd. De Gazette van Gent is het goedkoopste dagblad van België.

21 juli 1873. De gemeenteraad bespreekt de mogelijkheid van het plaatsen van een soort kolommen voor de verkoop van kranten en het plaatsen van reclames. Gemeenteraadslid Bruggraeve merkt op : “Il y a aujourd’hui une industrie très active qui s’exerce sur le pavé de Gand et il faut en tenir compte. Ces gens là s’égosillent toute la joumée et il n’y a pas de raison pour leur couper ainsi Ie cou”. Het betreft hier dus krantenleurders. Het probleem wordt opnieuw naar een commissie verzonden. Op 13 oktober 1873 zal de gemeenteraad het plaatsen van deze kolommen goedkeuren. De concessie heeft een duur van twintig jaar mits het betalen van een vergoeding aan de stad van vijftig fr. (1.25€) per kolom voor de laatste tien jaar.

Het einde van de 19e eeuw (vanaf l januari 1899) bracht een groter formaat zodat het blad kon wedijveren met de andere kranten. Vanaf 1 januari 1905 werd het uitgegeven door Arnold Van der Haeghen. De onpartijdigheid bleef bewaard maar de berichtgeing uitgebreidt.

Tijdens de eerste wereldoorlog kende het dagblad een onderbreking. Nadien ging het in verschillende handen over tot het in 1927 een Vlaams liberaal orgaan werd voor Gent, gedrukt op de persen van “La Flandre Libérale” tot in 1940. De Gazette verdween voorgoed in mei 1940 bij het uitbreken van de tweede wereldoorlog. Op dat moment was het niett alleen het oudste Gentse dagblad, maar van gans Europa.

———-

Bron:

Ghendtsche Tydinghen 1972 – Vol1 N°5

Ghendtsche Tydinghen 1977 – Vol6 N°3

Ghendtsche Tydinghen 1981 – Vol10 N°1