Brouwerijen

In de vroege Middeleeuwen waren de abdijbrouwerijen de enige belangrijke brouwerijen. Herbergiers en gewone mensen brouwden het nodige bier voor eigen gebruik. Pas toen de steden belangrijk werden, waren er brouwers die zich toelegden op de bevoorrading van die steden. In 1363 waren er in Gent 245 meesterbrouwers. Aanvankelijk maakte men gebruik van gruut, vanaf de 14e eeuw van hop (grotere duurzaamheid). Het bierverbruik lag hoog te Gent. Zuiver water was namelijk zeldzaam en bier was gezond en betaalbaar. Gemiddeld 250 liter per persoon per jaar. De bieraccijnzen maakten in 1600 meer dan 45 % van de totale stadsontvangsten uit.

In 1656 richtten de bierverkopers en wijntappers samen het biertappersambacht op, met als patroonheilige Sint-Zacheus. In de 19e eeuw waren er een groot aantal brouwerijen in Gent doch met een gering aantal (120) werknemers. In 1900 waren er nog 83 en in 1948 nog 28. Brouwen was bij gebrek aan koelingsapparatuur een winterbedrijvigheid. Na W.O. II werd pils de meest populaire biersoort. Al in de 19e eeuw ontstonden te Gent ook twee brouwerijscholen.Wij beperken ons tot de grote brouwerijen van de twintigste eeuw.

Brouwerijen in België

1900: 3223 brouwerijen

1920: 2013 “

1950: 663 “

1970: 232 “

1992: 126 “

In 1991 waren er in Oost-Vlaanderen 5010 cafés. Alleen in Brabant waren er meer nl. 6039.

Meiresonne

De brouwerij Meiresonne ontstond in Bellem, waar de familie in 1866 de brouwerij Van Maldeghem overnam. Zoon August begon in 1871 te Nevele brouwerij “De Hoprank”. In 1913 kwam de familie naar Gent en kocht de brouwerij “Van Oostende-De Marteleire” op de Koepoortkaai. Tegelijk kochten ze ook een aanpalend groot huis waar de familie haar intrek nam. De activiteit kwam er snel op gang. Een netwerk van spoor- en waterwegen bracht de nodige delfstoffen (kolen) en grondstoffen tot vlakbij de brouwerij. De Meiresonnes durfden te investeren en Gent en omgeving boden een goede afzetmarkt. In 1921, 1922 en 1923 kwamen er stoommachines bij evenals negen koeltanks en een vriesmachine. Alle geplaatst op stevige betonnen sokkels. In 1922 werkten er 25 arbeiders. In 1927-’28 hadden er nogmaals grote veranderingswerken plaats. Een straatje, een beluik en verschillende huizen werden afgebroken om de brouwerij uit te breiden. De brouwerij had toen een produktie van 3.500 hl. per maand.

In de jaren 1930 verslechterde de economische toestand van ons land. Vele kleine bedrijven verdwenen door stopzetting of fusies. Meirseonne kreeg in 1935 het statuut van een N.V. De brouwerij behoorde toen tot de vier grootste van het land. In 1938-’39 werd een volledig nieuw administratief gebouw aan de Koepoortkaai (architect: L. Diegerick) opgetrokken. Tijdens WO II leverde Meiresonne Wehrmachtsbier voor de Duitse soldaten. Na de oorlog waren er te Gent nog maar 20 brouwerijen. Ook de machines en productiesystemen kwamen niet langer uit Duitsland maar uit de Verenigde Staten.

Meiresonne evolueerde tot de grootste brouwerij van Vlaanderen. Het meest bekend was de “Celta Pils”, maar er werd ook “Goliath, Ganda-Ale, Munich, Fort-Op, Family’s tafelbier en Stolz” geproduceerd. Verder ook de limonades “Golf “en “Colibri” en het mineraalwater “Imperia”. Het bedrijf stelde een kleine 700 personen te werk en had 80 vrachtwagens ter beschikking om het bier naar de cafés te vervoeren. In 1951 brak de brouwerij haar productierecord. Er werd 5 miljoen kg. grondstoffen verwerkt.

Aimé Meiresonne, die geen kinderen had, trad in 1964 in onderhandelingen met Artois uit Leuven. Artois verwierf een meerderheidsparticipatie. Aimé overleed in 1966. Enkele maanden na zijn dood viel het bierbrouwen aan de Koepoortkaai stil. Er werd alleen nog limonade gefabriceerd. Einde 1976 viel alle activiteit stil en werden de poorten gesloten. De fabriek werd afgebroken en op dezelfde plaats staan nu appartementsgebouwen.

Exelsior

De brouwerij Excelsior ontstond door een fusie van de “Brouwerij van Gent” met de brouwerijen “Florin en Maenhout”. In de vroege 20ste eeuw lieten de eigenaars hun familienaam vallen en kozen voor de naam Excelsior. In de jaren ‘20 en ‘30 werden nieuwe gebouwen opgetrokken langs de IJkstraat en Nieuwpoort. Modieuze gebouwen in art deco en nieuwe zakelijkheid. De administratieve gebouwen lagen op het Steendam en droegen in 2010 nog een hoprank als decoratie in de gevel. In Steendam waren ook de brouwerijen “Goublomme” en de “Vier Heemskinderen”. De brouwerij werd overgenomen door “Haacht” uit Boortmeerbeek en sloot in 1973 zijn poorten. Uiteindelijk verdwenen in 1997 de meeste gebouwen om deze te vervangen door een huisvestingsproject.

Ultra brouwerij

Ultra ging terug op brouwerij “De Zwaan”, die in 1834 aan de Herodeszak aan de Lange Schipgracht door Wwe De Ronne werd opgericht aan de Herodeszak (doodlopend steegje aan de Schipgracht). In 1840 werd deze brouwerij overgenomen door P. J. Heughebaert. Vanaf 1909 werd de brouwerij Heughebaert uitgebreid. De ronde schouw hoorde bij twee stoomketels. De meest recente gebouwen, stapelruimten, graanmagazijn e.a. dateerden van 1930. De brouwerij werd in 1922 “N.V. Ultra” om in 1964 de deuren te sluiten. Op het terrein verrees nadien de Volkskliniek Bond Moyson.

Aigle Belgica

In 1888 werd op de Nieuwe Wandeling nrs. 121-125, de “N.V. De Samenwerkende Bierbrouwerij en Mouterij van Akkergem” opgericht. In 1919 omgevormd tot “N.V. Brasserie Belgica”. “Aigle Belgica” ontstond in 1922 door de fusie van “Den Arent” uit Brugge en “Belgica” uit Gent. De hoofdzetel bleef in Brugge. Bekend bier: bab. Te Gent werkten 25 personen. Aigle Belgica had 800 verplichte cafés. Mede door de hogere lonen in Gent werden de brouwketels te Gent in 1947 stilgelegd. De werknemers konden meer verdienen bij Meiresonne. De brouwketels verhuisden naar Kortemark en Ichtegem. Het gebouw was in 2010 ingericht tot garage. Aigle Belgica is in 1978 overgenomen door “Piedboeuf”.

Gruut

In maart 2009 is Gent een brouwerij rijker geworden. Op de Grote Huidevettershoek, waar vroeger brasserie Flor stond, opende Annick De Splenter “Gruut”, tegelijk een brouwerij en een brasserie. Gruut heeft twee betekenissen nl. een mengeling van kruiden en een muntstuk (groot). De brouwerij combineert moderne brouwtechnologie op een eeuwenoude traditie. Er worden vier biersoorten gebrouwd: blond, bruin, wit en amber.

Brouwerijen aan de rand van de stad

Huyghe, Melle

In 1906 kocht Leon Huyghe de plaatselijke brouwerij in Melle. Naam: Den Appel. In 1936 nieuw complex langs de Geeraardbergsesteenweg en in 1938 een nieuwe naam nl. brouwerij Huyghe. Bieren: in 1945 pils “Golden Kenia”, in 1985 “Artevelde”, “Minty” en.de “Delirium Tremens”. De roze olifant was geboren. In 1997 uitgeroepen tot het beste bier ter wereld.

Hul, Merelbeke

De familie Hul woonde sinds het begin van de jaren 1920 in het Blauwe Kasteel te Scheldewindeke. Augustinus Hul gebruikte hier vooral de 56 ha bos voor zijn houtzagerij. In de jaren 1930 verhuisde Leonce, de zoon van Augustinus, naar Merelbeke centrum en richtte er, op de plaats waar in 2010 het warenhuis Colruyt stond, een brouwerij op. De brouwerij bleef in handen van de familie Hul tot de jaren 1960. Toen werd ze verkocht aan de brouwerijen “Kruger” en “Piedboeuf”. In de jaren 1970 werd het gebouw afgebroken.

Neyt, Evergem-Belzele

De brouwerij werd opgericht door de gebroeders Maurice en Jules Neyt en heette aanvankelijk Sint-Antonius. In 1992 werd nog 150.000 kg mout tot bier verwerkt. In 1993 werd de brouwerij overgenomen door Bios uit Ertvelde.

———-

Bronnen:

Ghendtsche Tydinghen 2010 – Vol39 N°2

Literatuur: J. Van de Wiele, Bier en brouwerijen in het historisch Gent, VIAT, 1986. Internet: Google.

Ghendtsche Tydinghen 2002 – Vol31N°6 (Daniël Van Ryssel)