St.-Pietersstation

Een eerste stationnetje bevond zich sinds 1889 op het einde van de Parklaan in de buurt van het huidige St.-Pietersstation. Het was gekend als het “Klein Sint-Pietersstation”. In een houten paviljoen ving het de reizigers op van de spoorlijn Brussel-Oostende. Het zou zijn nut bewijzen tot in 1912.

11 mei 1898. Er zal een nieuwe laan worden aangelegd van het Sint-Pietersplein naar het park (de Kunstlaan). Daardoor moeten 94 huizen in de Dekstraat en de Lange Kazernestraat verdwijnen die zich in slechte gezondheidsvoorwaarden bevinden. De breedte zal 25 meter zijn en het ontwerp voorziet in een middenplein dat zal kunnen dienen voor de uitbreiding van de foor. Tegen 1 januari moeten alle huizen ontruimd zijn om alles gereed te hebben tegen het tijdstip van de “Provinciale Tentoonstelling” volgend jaar, de beplantingen inbegrepen.

28 mei 1898. De werken voor het leggen van de elektrische tram zullen op 6 juni 1898 eerstkomende aanvangen. Men zal beginnen rechtover de grote ingang van de statie Gent-Zuid en voortgaan langs de Lammerstraat, Sint-Pietersnieuwstraat, Heuvelpoort, Hofbouwlaan en Parklaan naar de statie Gent-Sint-Pieters om langs de Kortrijksesteenweg naar de Kortrijksepoort terug te keren.

15 september 1900. De Gentse Velodroom zal binnen enige maanden verdwijnen. De grond zal door de stad onteigend worden om in het begin van het toekomende jaar de nieuwe boulevard (Albertlaan) aan te leggen van de statie Gent-St.-Pieters naar de Godshuizenlaan.

31 juli 1901. Het plan voor de nieuwe wijk rond het St.-Pietersstation bevat een massa veranderingen die van de gehuchten St-Pieters-Aalst en St.-Pieters-Aaigem een kleine stad zullen maken. De wegenwerken worden geschat op 630.000 fr (15618€). De resterende grond, zo’n 10 ha, kan verkocht worden. De statie zal 600 meter verplaatst worden in de richting van de spoorbaan naar Brugge. Het uiteindelijke station zal omvangrijk zijn.

Voor de statie komt een plein van 12.500 m2 waarrond een groot aantal straten en lanen zal worden getrokken. Op een met bomen te beplanten laan van 20 meter breed en 325 meter lang tussen de Kortrijksesteenweg en de statie (de Clementinalaan) moeten de huizen vier meter achteruit worden gebouwd met tuintjes voor de deur zoals op de Parklaan. Dezelfde bouwwijze zal worden toegepast langs de nieuwe boulevard (de Elisabethlaan) die aan de hoek van de Van Monckhovenstraat de Kortrijksesteenweg zal verbinden met het plein voor de statie en 320 meter lang zal zijn.

Er is de aanleg voorzien van een grote laan die van de nieuwe statie naar de Godshuizenlaan zal leiden, dwars door de gewezen Velodroom. Een andere laan van 20 meter breed (de huidige Koningin Fabiolalaan) zal aangelegd worden richting de Leie waarvan de loop zal worden veranderd en rechtgetrokken van de Snepbrug tot aan de stedelijke schietbaan. Tenslotte zal nog een straat van 20 meter breed aangelegd worden tussen de Fortlaan en de nieuwe kazerne nabij De Sterre (de Krijgslaan). Die laan zal aan de samenkomst van de Zand- en Kleistraat onder de opgehoogde spoorbaan Gent – Oostende leiden en licht afbuigen tot aan de Kortrijksesteenweg. Ze dwarst de Sint-Pieters-Aalst- en Galgstraat (later Galglaan) die worden rechtgetrokken en verbreed.

5 november 1901. De Gentse Velodroom is nu geheel afgebroken. Op de grond zal de boulevard worden aangelegd die van de Godshuizenlaan naar het nieuwe station Gent-Sint-Pieters zal leiden. Een brug zal over de Leie worden geplaatst (Albertbrug) en de rivier rechtgetrokken.

2 maart 1905. Op voorstel van de heer burgemeester besloot het schepencollege dat de nieuwe straten, lanen en pleinen welke geopend zullen worden in de wijk Sint-Pieters-Aaigem, de volgende benamingen zullen dragen:

– Albertlaan:van de Kortrijksesteenweg rechts van de Fortlaan tot deGodshuizenlaan;

– Maria-Hendrikaplaats:de openbare plaats, ten oosten verbonden met de Albertlaan en ten westen met de Voskensstraat (de latere Voskenslaan);

– Clementinalaan:tussen de Parkplaats en de Maria-Hendrikaplaats;

– Elisabethlaan:van de Kortrijksesteenweg naar de Maria-Hendrikaplaats;

– Afsneestraat (later de Afsneelaan, thans de Koningin Fabiolalaan): tussen de Maria- Hendrikaplaats en de Meersstraat (thans Aaigemstraat).

11 augustus 1905. De nieuwe weg vanaf de Kortrijksesteenweg, links van de spoorbaan Gent -Oostende, zal Sint-Denijsstraat (de latere Sint-Denijslaan) heten. Het verlengde deel van de Meersstraat tussen de spoorbaan en Sint-Denijs-Westrem zal dezelfde naam dragen.

8 oktober 1905. Bij Koninklijk Besluit van 19 september werden de beraadslagingen van de Gentse gemeenteraad goedgekeurd waarbij een algemeen plan werd aangenomen tot rooiing en onteigening bij stroken voor het openen van een laan van 20 meter breed tussen de Parkplaats en de Stropkaai (Burggravenlaan).

22 april 1908. De afstand tussen de Kortrijksesteenweg en het te ontwerpen nieuw station is lang. Voor de reizigers is het wenselijk dat aldaar een nieuwe laan (Clementinalaan) en een tramlijn zou worden aangelegd.

24 juni 1908. Het terrein voor de nieuwe, definitieve statie Gent-Sint-Pieters met ontvangstgebouw, hangars, magazijnen, enz… zal zich uitstrekken op de opgehoogde grond tussen de voorlopige statie en de Snepbrug. Twee brede lanen zullen van de stad toegang geven tot het nieuwe station nl. de Clementinalaan rechtover de Parkplaats en het tweede gedeelte van de Prins Albertlaan (de huidige Astridlaan) rechtover de Fortlaan. Van het nieuwe station gaat een dreef, de Afsneelaan, langs de spoorbanen tot aan de Leie.

8 juli 1908. Reeds legt men in de Clementinalaan een weg aan die van de Parkplaats naar de gemetste maar voorlopige statie aan het uiteinde leidt. Het houten station zal door het bestuur van de spoorwegen verlaten worden wanneer de grote toevloed van reizigers naar de badsteden voorbij is. De laan zal spoedig worden gekasseid zodat de reizigers die rijtuigen aanbrengen tot juist voor het gebouw zullen kunnen rijden.

12 augustus 1908. De verbinding tussen Akkergem en de wijk rond de statie Gent-Sint-Pieters zal oneindig verbeteren na de voltooiing van de Prins Albertlaan en de brug over de Leie naar de Godshuizenlaan. Men zal dan gemakkelijk in een kwartier naar de statie kunnen gaan. De Prins Albertlaan zal dit jaar bijna geheel gereed komen en de nieuwe brug, waarmee het rechttrekken van de Leie tussen de laan en Het Patijntje verbonden is, tegen oktober 1909. Dit werk zal stellig mogen gerangschikt worden onder de meest praktische en meest nuttige van de vele verfraaiings- en verbeteringswerken, uitgevoerd tijdens het burgemeesterschap van de heer Braun.

13 augustus 1908. De Clementinalaan is reeds gekasseid en afgesloten met een reeks spoorwegbielzen die men met een klein kostje in een witte kalklaag heeft gestoken. De statie, gelegen op 600 meter van de huidige in de richting van Oostende, zal toegankelijk zijn langs de Clementinalaan, de Prins Albertlaan, de Boudewijnstraat en de Afsneelaan.

7 september 1908. Met de opening van de voorlopige statie sedert 4 september geschiedt de dienst der treinen op de plaats welke later bestemd is voor de boulevard die destad tussen de Stropbrug, de Kortrijksesteenweg (de latere Burggravenlaan) en de Snepbrug zal laten aanleggen. Het is nu wachten op de Elisabethlaan, aan te leggen dwars door de afspanning Den Hert, die sedert zaterdag gesloten is.

10 september 1908. De tramcompagnie doet opmetingen om de lijn van de Kortrijksepoort te verleggen naar de voorlopige statie Gent-Sint-Pieters. Zodra de Elisabethlaan enigszins in orde zal zijn, zal de lijn van de Kortrijksesteenweg lopen van de hoek aan de Van Monckhovenstraat naar de Maria-Hendrikaplaats, de Clementinalaan en de bestaande baan aan de Parkplaats.

9 juli 1909. Ondanks de aanhoudende regen van de voorbije natte lente tot op heden en de daaruit voortvloeiende vertragingen in de aanlegwerken, is de nieuwe tramlijn naar het voorlopige St-Pietersstation geheel en al afgewerkt. Sedert donderdagnamiddag om 4 uur rijden de trams van lijn 4 van de Zuidstatie enerzijds en de Korenmarkt anderzijds over de Maria-Hendrikaplaats.

14 mei 1910.Men denkt er aan in de nieuwe wijk van de statie Gent-Sint-Pieters een straat de naam te geven van Leopold II-laan, naar onze onlangs overleden vorst. Daar vindt men trouwens heel de koninklijke familie verenigd:

– de Maria-Hendrikaplaats,naar wijlen de koningin, gemalin van Leopold II;

– de Clementinalaan, naar de jongste dochter van wijlen onze vorsten;

– de Albertlaan, naar de naam van onze tegenwoordige koning;

– de Elisabethlaan, naar zijn bevallige gade, thans koningin Elisabeth;

– de Boudewijnstraat, naar wijlen de zoon van de graaf van Vlaanderen;

– de Stephaniestraat (thans ingelijfd in het Maria-Hendrikaplein, kant van herberg ’t Putje),naar het derde kind van wijlen koning Leopold II.

4 februari 1911. Binnen weinige dagen zullen de werken worden aangevangen tot verbinding van de grote parkvijver met de Krijgslaan, dwars door de Belvédère en de Fortstraat naar de nieuwe viaduct. De Krijgslaan zal daar worden rechtgetrokken. De stedelijke beplantingsdienst begint weldra met het planten van bomen langs deze laan.

9 februari 1911. De Albertlaan is geheel voltooid. De straatwegen zijn gekasseid en de pleinen met as belegd. Hopelijk zal men nu spoedig zorgen voor de verlichting tussen de brug en de Godshuizenlaan, waar wel reeds de palen staan maar zonder lantaarns. De beplantingsdienst heeft ijverig de hand geslagen aan het vernieuwen van het Bijlokehof, welke geheel moest hervormd worden ten gevolge van de wijzigingen aan de wegen in de nabijheid.

22 maart 1911. De Belvédère in het park is totaal afgebroken en weldra zal men dwars over de grond van de gewezen guinguette beginnen met het aanleggen van de nieuwe laan in verbinding met de Krijgslaan, onder de viaduct van de Musschestraat.

11 mei 1911. Op dit ogenblik is het nieuw terrein van de A.A. La Gantoise reeds effen gelegd, gerold en grotendeels in goede staat. De grote ingang is gevestigd langs de brede weg vanaf de Albertlaan, naast het wegeltje dat naar de Patijntjesstraat leidt.

29 december 1911. Wij vestigen nogmaals de aandacht op de uiterst gebrekkige verlichting aan de Albertlaan. Als men van de nieuwe brug naar de Godshuizenlaan stapt komt men welgeteld één lantaarn tegen !

Aanvang 20ste eeuw wezen de urbanisatieplannen van de zuidelijke stadswijken op een nieuw onderkomen voor treinen en treinreizigers in de wijk Sint-Pieters-Aaigem. De wereldtentoonstelling van 1913 verdrong het plan voor de realistatie van woningbouw in de St.-Pieters-Aalstwijk naar de achtergrond en voedde het idee voor de oprichting van een nieuw St.-Pietersstation. Immers de volkstoeloop zou bijzonder groot zijn die de voorzieningen van het oude station oversteeg. Aangezien de ligging van het evenement zich op de terreinen bevond van het Gentse “miljoenenkwartier” dichtbij het Citadelpark lag de keuze voor het nieuwe station voor de hand nl. palend aan het domein van dit historisch evenement.

gentstpietersstationantoondelooffb

De opdracht kwam in 1908 handen van ingenieur architect Louis Clocquet. Die verbond de visie van een moderne stadspoort met deze van een monumentaal aanzicht. Uiteindelijk kenmerkt dit reizigersoord zich als eclectisch met invloed van nationaal middeleeuwse elementen.

Een lang, rechthoekig gebouw met hal waarbij links de loketten met wachtzalen 2e – en 3e klasse, buffet en telegraafdienst inbegrepen, en rechts de afdeling reisgoederen. Vooruitgeschoven ingangs- en uitgangspartijen waarbij in het verlengde een dubbele ondergrondse reizigerstunnel als verbinding met de bovengrondse perrons. Dwars een lange circulatiegang evenwijdig met het plein die het gebouw in twee verdeelt en toegang verschaft tot burelen, toiletten, etc.

In 1911 startte de werken. Alle spoorlijnen werden onder handen genomen en kregen een verhoogde berm waardoor overwegen vermeden werden. Spoorbruggen in steen en gietijzeren creaties ter ondersteuning van het spoorwegnet overspanden plots vele stadswegen.

20 november 1912: De nieuwe statie Gent-Sint-Pieters is gisteren om 4 uur in de morgen zonder enig ceremonieel in dienst gesteld door de aankomst van de internationale trein uit Oostende naar Keulen en Baden. Als wij zeggen dat de beambten van de statie, van de hoogste rang tot de laagste, bij de aankomst van de trein rechtstonden, dan komt dat kortweg door het ontbreken van de nieuwe meubelen voor de verschillende diensten die er overgebracht zijn. Men zal er zich voorlopig moeten behelpen met oude kasten en dergelijke uit de voorlopige statie die weldra moet verdwijnen. Ze is dus geopend, maar ver van volkomen gereed. Van de zeven voorziene winketten zijn er voor het ogenblik maar drie geopend, één voor de spoorwegkaarten en ticketten, één voor de telegrammen en brieven met spoedbestelling en één voor het reisgoed. Als enige meubilering staan een paar kastjes voor de kaarten en een tafeltjemet een telegraaftoestel. De inrichting van het postbureel is niet gereed gekomen en de postdienst is nog niet in de statie ondergebracht.

Capture d’écran (2753)

Met het oog op de Wereldtentoonstelling 1913 is het idee ontsproten de bezoekers door middel van muur- en plafondschilderingen met verschillende Belgische steden te confronteren. Zo waren in de hal Antwerpen, Brugge, Brussel, Ieper, Kortrijk, Mechelen, Oostende en Oudenaarde door middel van penseel en verf vertegenwoordigd.

Ook het Maria Hendrikaplein kreeg zijn voltooiing naar de expo 1913 toe. Het is genaamd naar de 2e koningin van België als vrouw van koning Leopold II door hun huwelijk in 1853. De platanen met bloemenperken kwamen er pas in 1922. Het aangrenzende statige Flandria Palace telde 600 kamers en was opgericht om onderdak te bieden aan de vele bezoekers van de wereldtentoonstelling 1913.

Op het einde van Wereldoorlog I, meer precies 1 en 2 november 1918, vernielden de Duitsers alle spoorwegviaducten tussen ’t Strop en Sneppebrug. De omgeving van het St.-Pietersstaton was herschapen in een  puinhoop. Daarbij was de lange ondergrondse doorgang die leidde naar de perrons volledig ingestort. Om het treinverkeer zo vlug mogelijk te herstellen werden de rails ingewerkt in de straten. Wat een ongewoon beeld opleverde aan de voorzijde van het St.-Pietersstation (foto).

Nadat op 10-11-1995 het St.-Pietersstation op de lijst van beschermde monumenten terechtkwam werd in 1996 aanvang genomen met de restauratie van het station.

Reeds in 1976 was vastgesteld dat de uurwerktoren scheef stond. Bij restauratie in 1996 bleek de toren nog meer over te hellen. In 2005 was het metalen steungebinte volledig doorgeroest waardoor het bouwwerk reeds 30cm overhelde. Ook de vocht- en vorstbestendigheid voldeed niet meer. Er wordt beslist de toren af te breken en opnieuw op te richten in gewapend beton met een afwerking in verhouding tot de originele bouwstenen waardoor het zijn historische karakter behield.

In 2006 startte het totaalproject Gent-St.-Pieters naar het ontwerp van ingenieur-architect Jacques Voncke in opdracht van Eurostation. Een samenwerking tussen de Stad Gent, de NMBS, Eurostation, Infrabel,  de Lijn en het Agenstchap Wegen en Verkeer. Deze gigantische onderneming zal een vernieuwende en indrukwekkende aanblik geven hier aan  het Maria-Hendrikaplein. Het is een grote strategische en bouwkundige opdracht een antwoord gevend op alle noden van een moderne statie en voorbereid op wat volgen zal. Zo is ondermeer de Voskenstunnel, die het stationsplein met de Voskenslaan verbond onder de sporen van het St.-Pietersstation, in 2011 afgesloten voor het doorgaand verkeer waardoor de St.-Denijslaan als compensatie ter beschikking wordt gesteld. Tegen de afwerking die in 2024 is voorzien zullen de kosten zijn opgelopen tot een half miljard euro!

———-

Bron:

http://www.sint-pietersdorp.be 2c

http://www.inventaris.onroerenderfgoed.be

nl.wikipedia.org

Ghendtsche Tydinghen 2007 – Vol36 N°4

Ghendtsche Tydinghen 2012 – Vol41 N°6