Pensmarkt

Gent 23.08.2013 016

De Pensmarkt is gelegen aan de Groentenmarkt en strekt zich uit tot aan de Graslei.

De naam is een verwijzing naar de vele penshuisjes die in de 16e eeuw tegen het Groot Vleeshuis waren aangebouwd. Daar werd om hygiënische redenen het vlees dat nog net geschikt was voor menselijke consumptie verkocht.

Het toponiem Pensmarkt vond rond het midden van de 19de eeuw ingang en verwijst naar de eertijds bloeiende handel in “pens”. Op de pensmarkt vand men het “gherief van alle vriendeicke peynsen van curiese calvers, van hamels, van lammers, van ossen, ende van runders elk tot sijnder keure ende apetijt”. Men verkocht er ook kalkoenen, poeljen, ganzen enz. (1664).Pens was door de dure vleesprijs eten voor de armen en bestond vooral uit koemaag en koelongen.

Grenzend aan de Pensmarkt ligt de Hooiaard, reeds rond 1300 vermeld als aanlegplaats (-aard) voor schepen van de Leie die het hooi kwamen lossen voor verkoop op de markt.

Reacties frituur Filip:

  • Van een afstandje zie je de lange rij al staan vanaf de Groentenmarkt, deze frituur heeft het erg druk maar Filip gaat er ontspannen mee om, voor iedereen een praatje. Wat minder keuze in snacks, wel veel sauzen. De porties zijn groot, de prijzen schappelijk. 2,50 voor een grote patat, 0,50 voor een saus, stoofvlees 3,50; na 10 minuten in de rij is het heerlijk eten. Op een muurtje tegenover de frituur is plek genoeg om te zitten. (Reizende Dirk uit Dordrecht-Nederland)
  • Uniek monument in Gent en omstreken, de beste frieten van het land ! Supervriendelijke Filip doet zijn job nog met volle goesting en passie in een origineel fritkot zoals het moet zijn. Merci. (PB-Antwerpen)
  • “Bij Filip” is nog een authentieke frituur zoals we ze vroeger kenden. De friturist begint blijkbaar aan zijn 29ste jaar, en is steeds bereid voor een babbel. Het assortiment snacks is wat beperkter dan bij andere frituren, de prijzen zijn er zeer democratisch. (Dietrich S., Lovendegem – 2019)

Aan dit gezellig pleintje met vele terrasjes tref je De Spijker aan, een voornaam stapelhuis uit de late 12e eeuw. De Spijker is afgeleid van het Latijnse Spicarium in de betekenis van plaats waar spicare (aren, koren) worden opgeborgen. Die connotatie is terug te vinden in het Duitse woord “Speicher” refererend naar een opslagplaats in de betekenis van graan- of korenschuur. Dit historische gebouw deed dus dienst als opslagplaats voor graan vanaf de late middeleeuwen. Renovatie drong zich op begin 20e eeuw.

6 maart 1635. De schepenen bevelen de atbraak van de meeste penshuisjes die in 1542 tegen het Vleeshuis waren opgetrokken: ” … huusekins daer men de pensen vercoopt, die men te vooren vercochte in den Hoeyaerd … “.  

Deze Spijker is het oudste burgerlijk gebouw van Gent “alwaer het graen der stad in bewaernis werd geleyd”. Het privilege van het stapelrecht hield in dat alle schepen, beladen met graan, die Gent doorkruisten op weg naar hun bestemming of Gent zelf als eindpunt hadden, verplicht werden een kwart van hun vracht af te staan en te laten stapelen.

Eenmaal een vierde van de scheepslading was afgemeten (door de korenmeters) en gelost (door de pijnders) mocht de schipper doorvaren of zijn resterende vracht in de stad verkopen. Dit alles werd gecontroleerd door de Stapelheren. Het “onvrij” koren bleef 8 tot 14 dagen op één van de talrijke zolders liggen. Nadien werd het gedurende 8 dagen te koop aangeboden aan de handelaars van de stad. Nadien kregen de andere inwoners de kans om het vrijgegeven graan op de Korenmarkt aan te kopen.

Door dit systeem kon de lokale graanprijs laag gehouden worden. De lokale bevolking kon beroep doen op de graanreserves in tijden van misoogsten, oorlogen en sociale troebelen. Tevens lokte het stapelrecht heel wat handelaars naar de stad zodat ook de lokale handel er wel bij voer.

De oudste vermelding van deze Graanspijker werd teruggevonden in een oorkonde van het godshuis Sint-Jan en Sint-Paulus uit 1396. Dit Gasthuis ter Lazarije was gesticht omstreeks 1146 en bezat het lepelrecht. Hierdoor kreeg de daar gevestigde congregatie van iedere zak graan die er gestapeld werd 3 koperen lepels per mud (1 mud= 633 à 643 liter) toegewezen. Daarnaast bezat de leprozerie ook het strekelrecht: al wat van de gevulde maat bij het effenstrijken met de strekel of strijkstok afviel, kwam ten goede aan het Gasthuis. Deze congregatie zette zich in voor het verzorgen van de zieken en het begraven van de doden.

Vanaf de 18de eeuw waren er vier estaminets broederlijk naast mekaar gevestigd in de oude Spijker. In 1904 waren dat: In de stad Leuven, In het Engelsch Paard, In de Pensenmarkt en ’t Gouden Mandeke. Voordien was er een dakkapel boven het derde raam links. Zoals talrijke straten in Gent ontleent de Hooiaard haar naam aan de vroegere functie: aanlegplaats of aard op de Leie, waar het hooi werd aangebracht en verkocht.

De Kleine Spijker (Pensmarkt 3,5,7 en 9) is sedert 1 april 1925 een beschermd monument.
De drie huizen links tussen Hooiaard en Grasbrug werden in het kader van de wereldtentoonstelling van 1913 gerestaureerd als conventiegevel.

De Spijker is vandaag de dag een gezellige ontmoetingsplaats met op het gelijkvloers een bruine kroeg en op het eerste verdiep een sfeervolle loungeruimte. Zowel vooraan als achteraan aan de Leie is er een terras waar je lekker kunt genieten van een koffie, een biertje of de drank van het huis nl. een biologisch vruchtensapje omgeven door het vele Gentse geschiedkundig pracht.

———-

Bron:

Ghendtsche Tydinghen 1997 – Vol26 N°1

http://www.tripadvisor.be

Gentblogt/Albert Sugg en de Belle Epoque in Gent- Série 1 (16): Groentemarkt en Pensmarkt

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.