De Smetstraat (Gebroeders)

In 1893 werd de Gebroeders de Smetstraat, sinds 1875 tot aan het kerkhof lopend, er dwars doorheen verlengd. Dat was nodig geworden om de volgebouwde buurten rond de Verbindingsvaart een degelijke uitweg te geven van en naar het stadscentrum.

De aanleg van de “De Smetstraat” zorgde ervoor dat het kerkhof hier gelegen “buiten de Brugse Poort” verdween, daar de straat dwars door deze rustplaats liep. Het was één van de drie kerkhoven, samen met de kerkhoven “buiten de Heuvelpoort” en “buiten de Dampoort”, aangelegd na het verbod (hygiëne) door Jozef II in 1784 om personen in en rondom kerken te begraven.

Tussen de Verbindingsvaart en de De Smetstraat lag één van de grootste beluikenconcentraties van Gent. Rond de jaren 1960 zag het gewezen kerkhof van de Rabotwijk er helemaal anders uit. De barakken werden samen met de aanpalende beluiken vervangen door grootschalige sociale woningbouw. De sanering voorzien 1956 ving pas aan in 1960. Bijna 400 krotwoningen verdwenen. Het eerste nieuwbouwcomplex was in 1966 klaar. De bouw van overige geplande appartementen sleepte aan tot 1969. Het jarenlang leegstaande en door vandalisme geteisterde onderstation werd gerestaureerd en kreeg een nieuwe bestemming als moskee.

13 mei 1843. Geboorte van Paul De Smet de Naeyer. Hij was ongetwijfeld de voornaamste figuur uit het geslacht van textielnijveraars naar wie de De Smetstraat genoemd werd. Na zijn middelbare studies aan het St-Barbaracollege gaat bij rechten studeren aan de universiteit. Uiteindelijk belandde Paul in het zakenleven en werd beheerder van 33 maatschappijen, was lid van de beheerraad en van de “Algemene Spaar-en Lijfrentekas” en direkteur van de “Societe Generale de Belgique”.

Zijn echt terrein lag evenwel op het politieke vlak. In 1886 wordt hij volksvertegenwoordiger voor de Katholieke Partij, vervolgens senator, Minister van Financien, Eerste Minister en Minister van Staat. Hij speelde een belangrijke rol bij de totstandkoming van Congo-Vrijstaat. Dat weet Leopold II te waarderen en hij verleent hem in 1900 de adellijke titel van Graaf.

Alhoewel hij geen direkte rol speelde op het gemeentelijk vlak kon hij, wegens zijn politieke invloed en het feit dat hij zich steeds Gentenaar voelde, heel wat verwezenlijken voor onze stad. Het is immers ook aan hem te danken dat bet Kanaal van Temeuzen verbreed werd. Dat de stad op bet einde van de vorige eeuw bet Gravensteen kon aankopen en restaureren was in grote mate te danken aan een tussenkomst van de Staat en daar zat Paul de Smet de Naeyer voor iets achter. Hij was ere-voorzitter van het comité betreffende de wereldtentoonstelling van 1913. Het einde ervan mocht hij evenwel niet meemaken, want hij stierf nog geen 2 maanden voor haar sluiting. Zijn herinnering wordt bewaard in het “Miljoenenkwartier”, de Grondwetplaats aldaar werd in 1918 herdoopt in Graaf de Smet de Naeyerplein.

———-

Bron:

Ghendtsche Tydinghen 2010 – Vol39 N°6