
De Posteernestraat, de Lange Munt, de Veldstraat, … wat verbergen deze straten? Over die verschillende straten van “de Kuip”, de oude binnenstad, kom je hier alvast meer te weten. Vele straatnamen zijn in verband te brengen met het roemrijke verleden van Gent.
Een link naar verdwenen gebouwen, vroegere bewoners, gedempte waterwegen, de ligging, … vertellen ons iets meer over wat eens was.
Door het verhaal achter de straatnaam te kennen komen boeiende verhalen naar boven over de stad Gent. Zo wordt de geschiedenis eens op een andere manier benadert met vele interessante feiten.

Had het volk alleen nog te beslissen over de vorm der straatnamen, dan zou met de naam van de rechtsgeleerde Frans Laurent wel hetzelfde kunnen gebeuren als met die van de meester metselaar. Wie heeft nog niet horen zeggen Sint-Laurentplein in plaats van Laurentplein? Dat is vooral toe te schrijven aan het ontbreken van de voornaam. Maw waarom geen François Laurentplein?
Het stadsbestuur geeft sinds 1786 namen aan straten. Sindsdien zijn er op de hoeken van de straten naamplaatjes aan te treffen. De stad Gent is hoogstwaarschijnlijk de voorloper geweest wat betreft deze naamplaatjes. Ook wat betreft huisnummering is 1786 het aanvangsjaar geweest. Grote steden begonnen pas na Gent de naamplaatjes en nummering in te voeren. Zoals 1795 voor Berlijn. En daarna Londen,Parijs, Wenen… . Wat onze eerste naamplaten betreft, die zijn natuurlijk verdwenen. Er was er echter nog één op de hoek van het Komijnstraatje … zou het waar zijn?
22 februari 1845. In verband met de komende volkstelling verzoekt de gouverneur de gemeentebesturen er voor te zorgen dat alle huizen een huisnummer hebben. Vroeger hadden de huizen een naam die voorkwam op een uitsteekbord. De nummering van de huizen werd ingevoerd in 1786. De stad zal een aanbesteding uitschrijven voor het schilderen van de huisnummers. De kosten zijn ten laste van de eigenaars.

1 augustus 1846 : “Partout le pavage est en fort mauvais état” stelt de gemeenteraad vast. De werken worden slecht uitgevoerd. In de toekomst zal de stad zelf de kasseien aankopen (prijs 146 fr (3,6€) per duizend). De aannemers zullen verplicht zijn een bepaald aantal kasseien per m² te plaatsen. Ook worden ze verplicht het wegdek gedurende een bepaalde tijd te onderhouden tegen een vooraf bepaalde prijs.
27 april 1850. De gemeenteraad keurt een politiereglement op de reinheid van de straten en het straatvegen goed. De huurder, bewoner of eigenaar van de woning moet regelmatig het voetpad en de straat tot aan de aslijn vegen. Er wordt verboden afval en vuilnis op straat te werpen. Overtreding zal gestraft worden met een boete van 1 tot 5 frank en bij herhaling binnen de maand met een boete van 5 tot 10 frank.


1 juni 1850. De gemeenteraad keurt de aanbesteding voor het reinigen van de straten goed. Het werk wordt toegewezen aan A. De Raeve voor een termijn van drie jaar, dit voor het bedrag van 46000 fr (1141€). Op 21 juni lezen we in de Gazette van Gent : “Heden is de dienst voor het reinhouden van de straten begonnen. Een groot aantal karren, elk door drie werklieden en een politieagent vergezeld, doorkruisen van zes uur ’s morgens de straten. Met genoegen zag men, dat de inwoners de afval en vuiligheid, welke anders onmisbaar de straatvloer moeten bemodderen, met een loffelijke bereidwilligheid aanbrachten om het in de vuilniskar te storten”.
30 januari 1874. Art. 3 van het “reglement op de pisbakken” (zo genoemd in de officiële tekst) goedgekeurd in de gemeenteraad bepaalt, dat de koffiehuishouders en herbergiers verplicht zijn in hun drankhuis een toilet te hebben in volkomen staat van reinheid.
21 november 1874. Er wordt in de stad algemeen geklaagd over de ongehoord vuile toestand waarin de straten verkeren. Ze zijn onbegaanbaar geworden. De modder ligt in sommige straten een voet hoog. Zijn er nog straatvegers in dienst in de stad ?
27 januari 1875. In 1874 werd door het stadsbestuur een bericht aangeplakt waarbij verboden werd op straf van boete elders zijn behoefte te voldoen dan in de piscines. Er staan aan de Vlaamse Comedie (Minard schouwburg) de dag der vertoningen twee politieagenten om de mensen te beletten te wateren, maar waar staan de piscines? (In de schouwburg waren nog geen toiletten!)
———-
Efkes een “biestenlolle“: Een man zit in de bus. Tegenover hem zit een aap. Zegt de aap: ‘Wat zit jij zo te kijken?’ ‘Nou,’ zegt de man, ‘dat zie je toch niet vaak, een aap in een bus.’ Waarop de aap repliceert: “Je zal mij ook niet meer zien. Want vanavond is mijn brommer gerepareerd”.

Benaming van straten naar de toestand van de grond.
Een groot gedeelte van de grond in de stad is zandachtig. Dat heeft aanleiding gegeven tot een zeer oude naam, de “Zandberg”. Wij spreken niet van“Zandstraat”, die eerst van 1886 dagtekent. “Zandberg” treft men reeds aan in de oudst bewaarde rekening der stad Gent nl. die van 1314. Vroeger heette de volledige strook tussen de vestingen aan de Vijfwindgatbrug en de Keizer- en Sint-Lievenspoort ook het “Zand”. En de poort aan de Houtlei aan de Korte Violettenstraat droeg de naam van “Zandpoort”.Wij wijzen op het woord “berg” in de samenstelling “Zandberg”. Wij vinden het ook in “Kalanderberg”, “Galgenberg”, waarvan wij reeds spraken,“Blandijnberg”, Onderbergen”, “Parijsberg”, Hoveniersberg”, “Oranjeberg”.
Dat woord “berg” werd vroeger gebruikt om elke verhevenheid van de grond, hoe gering ook, aan te duiden. “Blandinberg” wordt thans niet meer gebruikt als naam van een straat. Wel diende het als dusdanig tot 1799. Het was de naam van het plein tussen de huidige “Blandinstraat” en “Sint-Pietersplein”, vooraleer daar huizen stonden.Het is evident dat bij aanvang “Blandinberg” de naam was der grootste verhevenheid van de grond in onze stad, 20 meter boven het zeepeil. Men ontmoet het nog als dusdanig in de XVIIIe eeuw. “Blandin” vindt men reeds in Latijnse akten van de IXe en de Xe eeuw, waarin het gebruikt wordt om de Sint-Pietersabdij aan te duiden (in Blandinis monasterio), de plaats, waar die is gelegen (in loco Blandinis) en den berg zelf (in monte Blandinis). Voegen wij daar nog bij dat het plein tot eind 19e eeuw ook nog “Kloostermarkt” werd geheten, dat ze in het zonderling besluit van 8 april 1799 “Montagne de Brutus” werd gedoopt, en dat die lieve naam in de officiële lijst van 15 december 1812 vervangen werd door “Place du roi de Rome”, zonder Nederlandsche vertaling, ter ere van Napoleon’s zoon.
“Onderbergen” moest niet vertaald worden door “rue de la Vallée”, maar door “rue sous le Mont”. De berg waarvan sprake is de oude “Galgenberg” der stad Gent. Het hoogste gedeelte van deze belangrijke heuvel besloeg de volledige oppervlakte tussen de huidige Galgenberg, de Twaalfkamerstraat, het oostelijk uiteinde van de Bellevuestraat, de Theresianenstraat en de Casinostraat. Vergeet niet dat de Coupure reeds midden XVIIIe eeuw werd gegraven. Vóór dat de Sint-Michielswijk gevoegd werd bij het oorspronkelijke Gent tussen de Leie, de Schelde en de Ketelvest. Dus vóór dat de Houtlei was gegraven, lag “Onderbergen” aan de voet van de helling van de grond, vandaar ook de naamgeving. (A. Van Werveke)


Lijst oude benamingen naar recentere straatnamen:
MEULEGAT = Galgenberg;De zin/onzin wat betreft het vertalen van straatnamen
Straatnamen zijn meestal oude, spontaan gegroeide plaatsaanduidingen———–
Bronnen:
Ghendtsche Tydinghen 1973 – Vol2 N°2
Ghendtsche Tydinghen 1975 – Vol4 N°6
Ghendtsche Tydinghen 1976 – Vol5 N°5
Ghendtsche Tydinghen 2005 – Vol34 N°2
Ghendtsche Tydinghen 2007 – Vol36 N°6
Ghendtsche Tydinghen 2010 – Vol39 N°1
Maurits Gysseling: Gent’s vroegste geschiedenis in de spiegel van zijn plaatsnamen.Standaard-Uitgeverij, Antwerpen 1954.
Karel Haerens: Oude straatnamen van Gent, Het Volk, Gent 1982.
Alfons Van Werveke: De namen der straten onder het Fransch Bewind.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.