Nodenaysteeg

De straatnaam refereert naar het Noddenaisteen, reeds in 1357 in de stadsrekeningen vermeld. Dit gebouw was een grote patriciërswoning op de hoek van dit steegje tussen de Veldstraat en de Predikherenlei. Het werd bewoond door de Nodenay’s, een familie met aanzien in het Gentse.

In 1346 is er de verwijzing naar Jan van Oddenay, landeigenaar in Boechoute-ambacht.

De Nodenaysteeg staat in 1370 vermeld als “in Noddenays steghe”. In 1448 vinden we “in de Oddenaeysteghe” terug.

Tot kort voor de 2e wereldoorlog was dit een straatje van ontucht. Geschiedkundigen hebben getracht een dubbelzinnige uitleg te kunnen verschaffen wat de naam betreft. En slaagden daar ook in. Nodenay leende zich uitstekend tot “Nayen”, wat zoveel wil zeggen als vleselijke gemeenschap uitoefenen.

In het Gents bestaat er de uitdrukking “bij zijn naaisterigge (naaister) geweest zijn”. Tijdens de Franse periode werd het vertaald als rue des couturières, het straatje van de naaisters.

Het was schepen Vermeulen die dit straatje zijn oorspronkelijke naam teruggaf.