Caesar Augustus, eerste keizer van Rome en achterneef van Julius Caesar, probeerde de indeling van de veroverde gebieden rond 15 vC. volgens de wensen van de bevolking uit te voeren. De stammen bezaten elk hun gebied waarbij Augustus de grenzen herbruikte voor zijn nieuwe “civitates”. Verschillende “civitates” vormden een provincie geleid door een magistraat.
Zo was Reims de hoofdstad van de provincie “Gallia Belgica”, dat duidelijk groter was dan het huidige België. De belangrijkste steden waren Tongeren en Trier. Het belangrijkste knooppunt van heirwegen bevond zich in het huidige Frankrijk, meer bepaald in Bavay.
Langsheen de heirwegen ontstonden steden. Ook waren er kleinere bewoonde gebieden gekend als “vici” (vicus=dorp). In die steden en dorpen waren er markten.
Het aantal landbouwdomeinen, villa’s genoemd, namen ook toe. Het waren luxueuze woningen in steen waarvan de daken met pannen bedekt waren. De muren waren met mozaïek en muurschilderingen versierd.
Het keizerrijk groeide, de kosten stegen en de inwoners mochten belasting betalen. Die werden geïnd door de procuratoren die net als de soldaten inwoners van de provincie waren.