Patrick Sercu
De “Koning van de Piste”
De “Keizer van de Zesdaagse”




Patrick Sercu, de “Keizer van de Zesdaagse”, won na 1965 ook in 1967, 1975 en 1977 aan de zijde van Merckx en zegevierde daarnaast in 1970 met Jean-Pierre Monseré, in 1971 met Roger De Vlaeminck, in 1972 met Julien Stevens en in 1973 met de Australiër Graeme Gilmore. In 1978 won Sercu met de Nederlander Gerrie Knetemann, in 1980 met de Duitser Albert Fritz en in 1981 met de Deen Gert Frank. Sercu is met elf zeges recordhouder in Gent. Later werd de West-Vlaming, die in 2019 twee maanden voor zijn 75 verjaardag overleed, koersdirecteur van de Gentse zesdaagse.
———-




Provincie : Oost-Vlaanderen
Gemeente : Gent
Ligging : Citadelpark
Straat : Jan Hoetplein
Locatie : Jan Hoetplein 1 (Gent)
———-
Lotto Zesdaagse Vlaanderen – Gent
18 – 23 november 2025
’t Kuipke

Tickets : https://lottozesdaagse.be/nl/vip-2025/
Tél.: 0032 11 45 99 00
email : info@golazo.com
———-
In het hoofdprogramma worden dagelijks de ploegkoers, afvalling, tijdrit en de spectaculaire derny gereden.
Op woensdag staan de beste G-Sporters op het programma. Vrijdag en zaterdag rijden de Dames Elite hun wedstrijden.
Tussendoor is er ook aandacht voor entertainment met diverse verrassingsacts waaronder muzikale optredens, wedstrijden met BV’s, …
———-
Dag 1 : Dinsdag 18.11.2025
18.30u – Puntenkoers heren U23
19.30u – Tijdrit 500m heren U23
20.00u – Voorstelling ploegen elite
20.25u – Startschot heren elite
Etc.
———-
Fabio Van den Bossche en Benjamin Thomas
winnen Gentse Zesdaagse 2024

Foto : Cor Vos – http://www.wielerflits.be
Eindstand Zesdaagse van Gent 2024 (12-17 november)
Fabio Van den Bossche en Benjamin Thomas hebben de Zesdaagse van Gent gewonnen. In de afsluitende ploegkoers stonden titelverdedigers Robbe Ghys en Lindsay De Vylder lang aan de leiding, maar in de ultieme slotfase draaiden Van den Bossche en Thomas de rollen om.
- Benjamin Thomas (Fra)/Fabio Van den Bossche (Bel) 338
- Lindsay De Vylder (Bel)/Robbe Ghys (Bel) 370 +1 ronde
- Jules Hesters (Bel)/Aaron Gate (NZl) 317 +1
- Roger Kluge (Dui)/Theo Reinhardt (Dui) 134 +2
- Mark Stewart (GBr)/Philip Heijnen (Ned) 150 +15
- Jan-Willem van Schip (Ned)/Yanne Dorenbos (Ned) 169 +19
- Oscar Nilsson-Julien (Fra)/Valentin Tabellion (Fra) 144 +33
- Noah Vandenbranden (Bel)/Gianluca Pollefliet (Bel) 243 +34
- Clément Petit (Fra)/Michele Scartezzini (Ita) 69 +37
- Milan Van Den Haute (Bel)/Sebastian Mora Vedri (Spa) 82 +38
———-
Geschiedenis Gentse Zesdaagse
In oktober 1915, onder de Duitse bezetting (Eerste Wereldoorlog), zou de eerste zesdaagse van Gent plaatsgevonden hebben. Deze vond niet plaats in het Kuipke, maar in de velodromen van Evergem, Mariakerke en Gentbrugge.

De eerste zesdaagse van Gent begon op 30 oktober 1922 op een demonteerbare piste van ruim 200 meter in de grote hal van het Gentse Feest- en Floralieënpaleis dat was gebouwd voor de Wereldtentoonstelling van 1913. Door moeilijkheden met het verwarmen van de grote zaal werd in 1927-1928 een nieuwe vaste houten piste van exact 166,6 meter lang overgenomen uit Kortrijk en ondergebracht in een kleinere zaal aan de noordkant. Omwille van die kleine omtrek en de erg steile bochten kreeg de wielerbaan de naam Kuipke. Na een verwoestende brand op 12 november 1962 werd het Kuipke heropgebouwd onder leiding van stadsarchitect J. Trefois. Op 2 september 1963 kreeg het stadsbestuur een vergunning voor het bouwen van een warme serre en wintervelodroom en in november 1965 ging de velodroom terug open. Twee jaar later werden nog twee monumentale halfverheven groepen in brons (“Wielrenners” en “De Eindmeet”) geplaatst tegen de noordgevel, naar ontwerp van beeldhouwer Luc Goossens (1926). Hal 6 die in dezelfde periode gebouwd werd tegen de oostelijke gevel van het Kuipke, werd in 2005 gesloopt.
Algemeen
Het baanwielrennen kende in België zijn debuut in de periode 1880-1890. Heel wat disciplines werden beoefend op een wielerbaan, maar uiteindelijk was de zesdaagse de spectaculairste en in de verschillende periodes waren de sprint, het stayeren, de ploegkoers of het koersen achter derny’s het populairst. In iedere streek van het land kwamen ooit wielerbanen voor. De zomervelodrooms boekten hun grootste succes van 1910 tot 1950. De overdekte sportpaleizen – waarvan die van Brussel (Schaarbeek), Gent en Antwerpen de belangrijkste waren – kenden hun hoogtepunt midden jaren dertig maar bleven langer in gebruik.
In België ontstonden de eerste overdekte wielerbanen eind 19de eeuw (met een tijdelijke piste in de Hall du Parc du Cinquantenaire uit 1892 in Brussel en de houten wintervelodroom aan de Haantjeslei in Antwerpen uit 1898) maar deze pistes verdwenen weer snel. De succesperiode van de wintervelodrooms lag in het interbellum, onder meer met het Sportpaleis van Schaarbeek (1913-1966), het Antwerpse Sportpaleis (1933-begin jaren 1960), het Palais des Expositions in Charleroi (1933-1935 en 1967-1971) en het Kuipke in Gent (1922). In Vorst Nationaal werden begin jaren zeventig nog enkele wedstrijden georganiseerd. Enkel in het Kuipke werd echter tot vandaag onafgebroken gekoerst.
Bron : http://www.inventaris.onroerenderfgoed.be
———-
Technische fiche
- aantal zitplaatsen tribune: 5023
- overdekt: Ja
- verlichting: Ja
- voorzieningen op middenterrein: geen
- aantal zitplaatsen cafetaria: 400
- aan het SMAK zijn er parkeerplaatsen voor personen met een invalidenkaart
- het rolstoeltoegankelijk toilet bevindt zich vooraan, aan de hoofdingang
Afmetingen
- lengte baan (in meter): 166,66

———-
Info vervoer
FIETS

– Fietsenstallingen zijn voorzien aan ‘t Kuipke. Er zijn verschillende fietsenstallingen voorzien in het Citadelpark op de Louis Hanssendreef en de Gustaaf Den Duytsdreef.
– Stippel je fietstraject uit met de fietsrouteplanner.gentfietst.be
DE LIJN
– Voor informatie en dienstregelingen: zie www.delijn.be/gent.
TREIN
– Het Station Gent Sint-Pieters bevindt zich op 500 m van de ingang van ’t Kuipke.
PARKING :
– In de ondergrondse parking Sint-Pietersplein (P10) op 150 m van ’t Kuipke
700 plaatsen, 24u/24u geopend, info www.mobiliteitgent.be
– In de ondergrondse Parking Station Gent – Sint-Pieters op 500 m van ‘t Kuipke
GPS: Gent, Sint-Denijslaan 251, 1100 plaatsen, 24u/24u geopend –> info www.b-parking.be
– In het Citadelpark zijn geen parkeermogelijkheden
———-
Patrick Sercu, de “Keizer van de Zesdaagse”




Patrick Sercu, de “Keizer van de Zesdaagse”, won na 1965 ook in 1967, 1975 en 1977 aan de zijde van Merckx en zegevierde daarnaast in 1970 met Jean-Pierre Monseré, in 1971 met Roger De Vlaeminck, in 1972 met Julien Stevens en in 1973 met de Australiër Graeme Gilmore. In 1978 won Sercu met de Nederlander Gerrie Knetemann, in 1980 met de Duitser Albert Fritz en in 1981 met de Deen Gert Frank. Sercu is met elf zeges recordhouder in Gent. Later werd de West-Vlaming, die in 2019 twee maanden voor zijn 75 verjaardag overleed, koersdirecteur van de Gentse zesdaagse.
———-
Ex-wielrenner Patrick Sercu op 74-jarige leeftijd overleden
19.4.2019 BELGA – Voormalig wielrenner en baanwielrenner Patrick Sercu is deze namiddag op 74-jarige leeftijd overleden, zo maakte zijn zoon Christophe Sercu bekend. “Hij zou in juni 75 jaar worden.
De koersgenen had Patrick al mee, want hij kwam op 27 juni 1944 ter wereld als zoon van Albert of “Berten” Sercu die geen onverdienstelijk wielrenner was, zowel op de piste als op de weg.
In zijn door Rik Vanwalleghem geschreven biografie zegt de Izegemnaar in de jeugdcategorieën haast geen wedstrijd te hebben verloren. De grote poort ging open tijdens het Belgisch Kampioenschap sprint op de wielerbaan van Rocourt, waar Sercu in 1961 en 1962 respectievelijk tweede en eerste bij de amateurs (nu “beloften”) werd. Helemaal wijd open stond de poort een jaar later in datzelfde Rocourt toen de Belg wereldkampioen snelheid werd.

Patrick Sercu won in 1964 olympisch goud op de kilometer in het baanwielrennen. In 2014 kreeg hij de Orde van Verdienste van het BOIC voor zijn uitzonderlijke bijdrage aan de Olympische Beweging in ons land. Sercu wordt beschouwd als de grootste baanrenner van de twintigste eeuw. In totaal won hij 1.206 koersen, waarvan 168 op de weg.
Daarnaast is hij een van weinige Belgische renners die olympisch goud pakten. In Tokio won hij in 1964 op de baan de kilometer met vliegende start. Daarna behaalde hij in dezelfde discipline nog twee keer goud (1967 en 1969) en twee keer zilver (1965 en 1968) tijdens de WK’s voor profs.
Met Eddy Merckx won hij in 1965 zijn eerste zesdaagse, nota bene in het Kuipke van Gent dat als het ware zijn privésportpaleis werd en waar hij met elf zeges recordhouder is. Sercu en Merckx reden uiteindelijk 27 zesdaagsen, waarvan ze er vijftien wonnen.
Sercu vormde 21 keer een koppel met de Nederlander Peter Post, wat goed was voor veertien zegetuilen. In totaal betwistte de West-Vlaming 223 profzesdaagses, met 57 verschillende ploegmaats. Hij won 88 keer, een record. De Australiër Danny Clark staat tweede in de lijst met 73 stuks.
Opvallende overwinningen op de weg kwamen er tussen 1970 en 1977 toen hij achtereenvolgens voor het Italiaanse Dreher en Brooklyn, en (samen met Merckx) voor Fiat France reed. Op de weg eindigde hij 287 keer bij de eerste vijf.
In 1970 viel Sercu een etappezege in de Giro te beurt, de eerste van in totaal dertien. In de Tour zegevierde de rassprinter zes keer: drie keer in 1974 en evenzoveel drie jaar later. En enige panache ontbrak daarbij niet.
Reeds op dertigjarige leeftijd gekomen, maakte Sercu in 1974 zijn Tourdebuut nadat Brooklyn hem op zijn aandringen voor “La Grande Boucle” had ingeschreven. In de derde etappe was het al raak, de vierde en de achtste volgden. Dankzij die vroege zeges pakte Sercu snel veel punten voor de groene trui. Een vierde plaats in de rit van Dieppe naar Harelbeke leverde hem zelfs een halve dag de gele trui op. Tijdens de slotrit, toen de Tour voor het laatst op de piste van het Parijse Vincennes eindigde, diende hij door een spurtincident met Gustaaf Van Roosbroeck zijn zege aan Merckx af te staan en kwam hij op plaats nummer drie terecht. Dat was wel voldoende om de “Kannibaal”, die zijn laatste Tour won, net van het groen af te houden.
Drie jaar later zette Sercu in de Tourrit van Roubaix naar Charleroi een prestatie neer waarvoor hijzelf geen verklaring heeft. Van de 190 km reed hij er 176 in de aanval, om met meer dan zes minuten te zegevieren en een premie van ongeveer 2.500 euro te incasseren bij een tussensprint aan het Beursgebouw te Brussel, waar speciaal maar nutteloos een camera voor fotofinish was geplaatst.
De laatste overwinning op de weg was het criterium van Mortsel in 1982. Een jaar later won hij nog de zesdaagses van Kopenhagen en Rotterdam, en was Sercu met Etienne De Wilde tweede in de zesdaagse van Antwerpen, de voorlaatste die hij betwistte. De laatste was Milaan, waar hij met Moreno Argentin ook weer zilver behaalde.
Sercu won dertien etappes in de Giro en zes in de Tour, waar hij in 1974 ook de groene trui veroverde. Na zijn carrière bleef Sercu in het zesdaagsecircuit als directeur of (mede-organisator), uiteraard ook in het Kuipke, en/of als vurig propagandist van het baanwielrennen. Hij zorgde achter de schermen ervoor dat zesdaagsen uitgroeiden tot een totaalspektakel.
Voor zijn uitzonderlijke bijdrage aan de Olympische Beweging in ons land ontving hij in 2014, samen met Gaston Roelants, de Orde van Verdienste van het BOIC.
———-
Eddy Merckx: “Sercu was een fantastische kerel, rechtuit en zocht altijd compromis”
artikel : http://www.sporza.be

19.4.2019 – De wielerwereld heeft afscheid genomen van de koning van de Zesdaagse, Patrick Sercu. Sporza sprokkelde reacties. Te beginnen met een aangeslagen Eddy Merckx. “Patrick was een fantastische kerel, een goede man.”
Eddy Merckx: “Patrick zijn snelheid, ik mijn uithouding: we waren een goed pistekoppel”

Samen met Eddy Merckx reed en won Patrick Sercu vele zesdaagses. In een gesprek met Sporza blikt Merckx terug op de band die hij met Sercu had. “Het was een vriend die ik al sinds mijn zestiende of zeventiende kende. Dit is een groot verlies voor mij.”
“Onze band gaat heel ver terug. Van de jaren 1960 op de wielerbaan in Brussel. Toen waren we concurrenten, nadien werden we ploegmaats. Samen hebben we 15 zesdaagses gewonnen, waaronder de Zesdaagse van Gent in 1965. Dat zijn prachtige herinneringen. Patrick was snel, ik had de uithouding. We waren een goed koppel, maar op de piste was hij zeker een betere renner dan ik.
“Patrick haalde ook de groene trui in de Ronde van Frankrijk. Hij kon veel meer dan enkel op de piste rijden”, legt Merckx uit. “Hij brak door in een periode waar er veel grote kampioenen waren in België (jaren 1970). Daarmee is zijn carrière op de weg misschien wat onderbelicht.”

Merckx houdt niets dan goede herinneringen over aan Sercu. “Het was een fantastische kerel, een goede man. Hij was rechtuit, wond er geen doekjes om en zocht altijd naar een compromis. Dat kon ik appreciëren aan hem en daarom heb ik ook zo lang met hem gereden.”
De laatste jaren ging het minder met de gezondheid van Sercu. “Ik heb hem nog een paar keer gezien, maar het ging heel moeilijk met hem de laatste tijd. Hij zag er heel erg van af”, besluit Merckx.
———-
Frank Hoste: “Patrick Sercu was de Merckx van de piste”

“Het overlijden van Patrick Sercu deed me toch schrikken”, vertelt Frank Hoste aan Sporza. “Ik heb de Zesdaagse van Gent nog tegen hem gereden. Ik reed toen met René Pijnen, hij reed samen met Roger De Vlaeminck.”
“Of hij de beste renner ooit was op de baan? Zeker, maar hij kon ook ritten winnen in de Tour, zelfs de groene trui won hij er. Als je dat als pistier kunt, dan ben je wel iets meer dan enkel een pistier. Sercu had ook het geluk om samen met Merckx zesdaagses te rijden, toen is zijn naam ook wat groter geworden.”
In het huidige peloton, of bij uitbreiding het tijdperk na Sercu, ziet Hoste niemand die vergeleken kan worden met de zesdaagsekoning. “Ik zie Wiggins, maar dat was een totaal andere soort renner. Ook Iljo Keisse, Etienne De Wilde of Stan Tourné kan je niet met hem vergelijken. Hij was echt de top, de Merckx van de piste.”
“Hij was misschien niet onklopbaar in zijn vak, maar hij was wel een van de grootsten die ik ooit gekend heb. De manier hoe hij koerste, hoe hij demarreerde. Hij had ook een enorme invloed op de Zesdaagse zelf. Als het vollenbak koers was, jacht in de ploegenkoers, was het helemaal stil. Er mocht geen muziek zijn, enkel het publiek. Zo een man was hij.”

Niet enkel qua sportprestaties drukte Sercu zijn stempel op de zesdaagses. “Hij had een invloed op alles”, gaat Hoste voort. “De koers zelf, het programma. Ook toen hij nog renner was. Hij kon zeggen dat er geen dernykoers zou zijn, maar nog een puntenkoers of een jacht van drie kwartier, omdat het beter zou zijn voor het publiek. Het was een grote meneer.”
———-
Tourné: “Sercu was één van mijn voorbeelden”
Ook Stan Tourné, die Sercu maar al te goed kende vanop de piste, is erg aangedaan van het nieuws. Al kwam het niet als een verrassing. “Deze zomer ben ik Patrick gaan bezoeken en toen zag hij het al niet meer zitten met zijn huidige toestand. “Hoe sneller ze me komen halen, hoe liever”, vertrouwde hij me nog toe. Dat is iets waar ik zeker troost in vind, dat één van zijn laatste wensen nu is uitgekomen, al is het niet makkelijk.”
“Ik ben opgegroeid in de voetsporen van Patrick, ik kende hem al sinds mijn jeugd. Hij is één van de voorbeelden voor wat mijn leven betekend heeft.”
Tourné is het voorts helemaal eens met Frank Hoste: “Ik zou zeggen dat Merckx en Sercu vergelijkbaar waren. De ene op de weg, de andere op de piste. Ik denk niet dat er ooit nog zo’n twee grote renners zullen komen. Ik heb echt het geluk gehad om in hun sporen te kunnen meelopen en meedrijven. Ze zijn toonbeelden geweest voor mij”, aldus Tourné.
———-
19.11.2023 : Missie geslaagd. Robbe Ghys en Lindsay De Vylder winnen 82e Gentse Zesdaagse





Dag 5 : Jawadde! Tuur Dens breekt voor de 4e keer in 5 dagen het record op de tijdrit over 500 meter: 26″052

———-
Toekomstzesdaagse
Naast de 82e Zesdaagse van Gent (14-19 november) staat traditioneel ook de Toekomstzesdaagse voor beloften in ‘t Kuipke op het programma. Daarnaast is er opnieuw ruimte voor een tweedaagse voor vrouwen, op vrijdag en zaterdag, en komen ook de G-sporters aan bod in het geheel. Zij krijgen woensdag hun forum. Matchmaker Christophe Sercu geeft meer uitleg.

“De renners die uitkomen in de Toekomstzesdaagse krijgen net als bij de profs een heel gevarieerd programma aangeboden”, zegt Sercu. “De eerste drie dagen staan er puntenkoersen en een tijdrit op het programma. Zo kunnen alle deelnemende koppels wat wennen aan de specifieke piste in ‘t Kuipke. Pas vanaf vrijdag doet de ploegkoers zijn intrede bij de beloften. Wij starten dit jaar met vier volledig Belgische ploegen. Wie daar deel van zal uitmaken is tot op heden niet geweten. Er zijn immers nog de Belgische kampioenschappen op de piste in Heusden-Zolder.” Voor het eerst worden er geen gele en groene trui uitgereikt in de Toekomstzesdaagse.

Ook de vrouwen komen in ‘t Kuipke in actie. Dit met een tweedaagse op vrijdag en zaterdag. “Op de openingsavond werken zij een individuele afvalling en een puntenkoers af. Op zaterdag staat ditzelfde programma op de agenda. Ook hier pakken we uit met een kwalitatief sterk deelneemstersveld met daarbij natuurlijk wereldkampioene op de weg Lotte Kopecky.”
“Wij maken ook ruimte vrij voor de G-sporters. Die gaan woensdag aan de slag (tijdrit 500 meter, tijdrit 166 meter, achtervolging, tijdrit 1 kilometer) en op vrijdag is er een tijdrit over 1 kilometer voor Special Olympics”, besluit Sercu. (Artikel: Belga – Jens Heylen)
———-
Piste van ’t Kuipke is klaar voor Zesdaagse dankzij parketlegger Nico: “Mijn piste is veiliger dan de weg”

13.11.2023 – Morgen barst in ’t Kuipke van Gent de Zesdaagse los. Een groot feest met in de hoofdrol de beste baanwielrenners ter wereld en de mythische houten wielerpiste. Die is in goede handen van parketlegger Nico Impens. “Na zestien jaar durf ik beweren dat mijn piste veiliger is dan de wegen tijdens grote koersen”, vertelde hij aan Radio 2-reporter Margaux van de regio.

De Gentse Zesdaagse, een wielerfeest waarvoor heel wat fans afzakken naar Gent. Zes dagen lang koersen de beste baanwielrenners van de wereld tegen elkaar op de houten wielerpiste.
Die wordt vakkundig onderhouden door parket expert Nico Impens. “Hier ligt ongeveer 900 meter parket. Elke plank moet goed liggen. Ik begin anderhalve maand voor de start van de Zesdaags aan het onderhoud. Ze moet volledig in orde zijn voordat de renners erop komen.”
Dat wil zeggen: geen splinters, vuiligheid of scheuren in het parket. “Per halve meter stap ik de piste omhoog en omlaag, zoekend naar onregelmatigheden”, zegt Nico. “Op de heel steile stukken hang ik zoals een bergbeklimmer vast. Als het hout te hard beschadigd is, vervang ik de stukken.”
“Vorig jaar heb ik de piste nog helemaal met de hand geschuurd”, zegt Nico. “Dit jaar heb ik vooral werk gehad aan de onderkant van de piste. Die zie je natuurlijk niet tijdens de koers, maar die houten structuur draagt wel alles.”

Valpartijen
Nico onderhoudt de piste al 16 jaar. “Ik ben begonnen na de dramatische valpartij van Isaac Gálvez” (Die overleed na een valpartij tijdens de Zesdaagse in 2006, nvdr). Er komt dus veel verantwoordelijkheid kijken bij de job. “De eerste jaren was ik er niet gerust op. Ondertussen durf ik beweren dat mijn piste veiliger is dan de wegen in Vlaanderen of Frankrijk tijdens grote koersen. Alles wordt hier meermaals gecontroleerd voor het zover is.”
Kippenvel
Hoewel Nico heel hard uitkijkt naar de start van het wielerfeest, geniet hij nu van de rust. “Dit is mijn favoriete moment. De wielerpiste staat klaar. Morgen breekt het feest hier los. Maar nu is hier niemand en is het heerlijk stil. Daar krijg ik kippenvel van.” (Artikel : https://www.vrt.be/ – radio2)

———-
Van wielerpiste naar voormalig militair domein: 500 bomen van de Floraliën krijgen tweede leven
8.2.2023 – Het stukje bos op het middenplein van het Gentse Kuipke was een van de blikvangers van de laatste editie van de Floraliën. De vijfhonderd boompjes kregen woensdag een bijzonder plekje in Het Leen, een voormalig militair domein in Eeklo. “Het Floraliënbos is een verrijking voor het domein, dat zo opnieuw een stukje uitbreidt.”

Wat een mooi verjaardagscadeau voor “Het Leen”, het provinciaal domein dat zijn vijftigste verjaardag viert. Het “Kuipkebos” creëerde vorig jaar tijdens de Floraliën een bijna surrealistisch beeld. Op de plek waar tijdens de Zesdaagse honderden supporters de voorbijzoevende renners toejuichen, konden bezoekers in alle stilte en in een mystieke sfeer een korte boswandeling maken.
Het bos was een ontwerp van het Gentse bureau Kollektif van landschapsarchitecten Björn Bracke en Joke Vande Maele, die zo het brede publiek wilden sensibiliseren over de belevingswaarde van bomen en biodiversiteit.
Plantdag
Al die bomen kregen de voorbije weken een plekje in “Het Leen” en vormen samen het Floraliënbos, op een stuk grond van anderhalve hectare aan de achterzijde van het domein in Waarschoot. Woensdag was er een plantdag, waarop peters en meters hun boompjes konden planten. (Lees verder onder de foto)
“We hebben voor de Floraliën vijfhonderd jonge bomen binnengehaald in ’t Kuipke”, zegt Vande Maele. “Omdat we het belangrijk vonden dat de bomen achteraf niet op een composthoop zouden belanden maar een nabestemming zouden krijgen, hebben we ze met de grootste zorg behandeld en hebben we ze tijdens de Floraliën elke ochtend en avond met de tuinslang water gegeven. Met deze plantdag is de cirkel rond. Dit is een mooie afsluiter van ons project.”

Na de Floraliën werden de bomen nog even verzorgd in het Proefcentrum voor Sierteelt in Destelbergen, maar nu kregen ze dus een definitieve bestemming in Eeklo. “We hebben als provincie de bomen van het Kuipkebos geadopteerd”, zegt gedeputeerde van Recreatiedomeinen An Vervliet (N-VA). “De bomen kunnen nu voortleven, we verrijken ons Leen en we breiden het uit met het Floraliënbos. In Het Leen houden we regelmatig plantacties. We ontfermen ons met heel veel plezier over deze bomen: zo maken we verder werk van bosuitbreiding.”
Cirkels
De bomen worden geplant in cirkels, verspreid over het terrein. Daartussen moet dan spontane verbossing komen. Alle boomsoorten – berk, haagbeuk, linde en eik – krijgen voldoende ruimte zodat het op termijn mooie uitgegroeide bomen worden.
———-

15-20 november 2022: Piste viert 100-jarig bestaan, samen met het afscheid van de Gentse wielertrots Iljo Keisse!

Van 15 tot 20 november 2022 gaat Keisse gekoppeld aan Jasper De Buyst op zoek naar een achtste eindzege. Ook De Buyst kent het klappen van de zweep. De 28-jarige Vlaams-Brabander won de Lotto Zesdaagse Vlaanderen-Gent in 2013 samen met de Duitser Leif Lampater en een jaar later deed hij dat nog eens over met Kenny De Ketele.

Vier dagen na de Lotto Zesdaagse Vlaanderen-Gent neemt Iljo Keisse écht afscheid van de fiets tijdens Merci Iljooo. Hij rijdt er samen met heel wat toppers zoals Ganna, Cavendish, Morkov, Fabio Van den Bossche, … én ook Jasper De Buyst. Iljo wordt er ook uitgebreid gevierd; het wordt dus één groot feest.
———-
De Gentse Zesdaagse

Op 15 oktober 1922 ging in de overdekte “Wintervelodroom”, centraal gelegen in het Citadelpark, de allereerste “Zesdaagse” van start. De piste zou deze in openlucht vervangen die op 21 mei 1911 aan het Arsenaal te Gentbrugge was gesticht door de velo- en motorfietsclub “Les Infatigables”. Dat in de jaren 1919 tot en met 1923 daar de eindmeet van de Ronde van Vlaanderen lag weten slechts weinigen.
Maar de wieg van de georganiseerde wielercompetities in Gent stond veel vroeger op gronden tussen de Leie en het toenmalige verblijf van de Kulders. Daartoe werd onder de blote hemel een heuse piste aangelegd. Een reusachtig succes was de onderneming eigenlijk nooit en zelfs als je de tijdelijke sluitingen tussendoor meetelt, kom je niet aan een bestaan van tien jaar. Wanneer je plaats neemt aan de tramhalte vlakbij het drukke kruispunt van de kleine stadsring met de huidige Groot-Brittanniëlaan, besef dat je op “historische wielergrond” staat, begin 20e eeuw opgeofferd voor de verbinding tussen de Godshuizenlaan en het Sint-Pietersstation.


Een eerste piste in Gent opende zijn deuren op 18 juli 1892 gelegen midden de Bijlokemeersen in de nabijheid van de Leie, tussen de Godshuizenlaan en de Martelaarslaan. Het had de aanzienlijke omtrek van 370 meter en was geconstrueerd in gewapend beton door de gebroeders Picha. Reeds op 1 januari 1895 is de velodroom verkocht geweest omwille van het niet-rendabel zijn. De Association Athlétique La Gantoise heeft er nog een periode gebruik van gemaakt en ook andere sporten als paardrijden, voetbal en tennis vonden er regelmatig plaats. Op 5 november 1901 was het complex volledig afgebroken voor de aanleg van de Albertlaan richting St.-Pietersstation.

Enkele artikels uit die beginperiode:

17 maart 1892. Men weet dat er langs de zijkant van het weesjongensgesticht een nieuwe boulevard gaat komen welke zal leiden van de Godshuizenlaan naar het park van de citadel (Albertlaan). Op de strook grond die beschikbaar blijft tussen deze boulevard en het wezengesticht (Kulders) gaat een koersplein voor velocipèderijders komen. Men zal er een tribune opbouwen waarop 300 mensen kunnen geplaatst worden. Onder de tribune zullen er kamertjes zijn waar de rijders zich kunnen aankleden en tegelijkertijd zullen dienen tot stalling van hun wielpaarden.’s Winters kan de baan dienen voor voetbalwedstrijden of kan het onder water komen te staan ten behoeve van de schaatsenrijders.

20 juli 1892. Maandagnamiddag 18 juli had de opening plaats van de Gentse Velodroom. Het plein ligt midden de Bijlokemeersen in de nabijheid van de Leie. Van vóór 3 uur was er op de Bijlokevest reeds een drukke beweging van personen welke zich naar de Velodroom begaven om de wedstrijden met de velocipèden bij te wonen. De tribune en de andere plaatsen waren dan ook goed bezet en om 3.20 uur nam de wedstrijd aanvang. Het rijperk heeft een eironde vorm, is gemetst en met cement bekleed. Aan de omkeer heeft het zulk een grote zwenking, dat men zich onwillekeurig afvraagt hoe het mogelijk is dat de trapwielers zich daar kunnen op recht houden. Men mag echter niet vergeten dat de middelpuntvliedende kracht zulke schikking vergt. Er waren koersen voor bicycletten over 800, 2200, 3700 en 10 000 meter, ook handicaps en tandemkoersen. De heer Raedemaker heeft in 21 seconden de omloop van de velodroom afgelegd die 370 meter omvat. Gisteren had de heer Coppens, scheepsbouwer en woonachtig op de Godshuizenboulevard, vergezeld van zijn vrouw, zoon en schoonzuster, achter de Velodroom een vlot in de Leie gemeerd waarop hij stoelen had geplaatst. In het terugkeren deed een opvarende door een onbehendige beweging de boot omslaan. De vier personen die er in zaten vielen in het water. De mannen verloren hun koelbloedigheid niet, grepen de twee vrouwen vast en klampten zich aan een koord die men hen had toegeworpen. Verscheidene lieden waren intussen in boten ter hulp gekomen en redden hen uit hun netelige toestand. De drenkelingen werden onmiddellijk door de geneesheren De Visscheren Walton verzorgd.


28 juli 1892. De bestuurraad heeft de Maatschappij van de Gentse Velodroom gesticht. Van nu af is de wielrijdersbaan aan de Godshuizenboulevard open voor de wielrijders die er zich willen oefenen. De personen die verlangen deel uit te maken van de maatschappij zullen een jaarlijks inleggeld van 20 frank betalen. Voor de nog lopende maanden van 1892 betaalt men 10 frank (0.25€). De personen die niet verlangen lid te worden betalen voor iedere ingang 50 centiemen. Voor alle inlichtingen wendt men zich voorlopig tot de heer Casier, bestuurder van de Linière Saint-Sauveur.
20 augustus 1892. De heer Tanghe, een brusselse velocipèderijder, zal zondag in de Gents Velodroom 24 uur lang rijden. Hij zal zich zaterdag om 05.00u op zijn rijwiel zetten en zich met niets anders voeden dan met verdichte bouillon. De rijbaan wordt met electriciteit verlicht en de uitslagen zullen elk uur bekend worden gemaakt.

24 augustus 1892. De velocipèderennen van 28 augustus in de Gentse Velodroom beloven zeer spannend te zijn. Eén der voornaamste is deze voor het Belgisch Kampioenaat, waarvoor de beste renners zijn ingeschreven. De fanfaremaatschappij “De Vrijheid” zal na het beëindigen van de wedstrijden een volksconcert geven aan het lokaal van de schijfschietingen op de Godshuizenboulevard.
28 maart 1895. De sterke schutter Cody (* in 1906 als “Buffalo Bill” met zijn Wild West Show in Gentbrugge) die thans voorstellingen geeft in de Cirk Lenca op de foor aan het Sint-Pietersplein, is zoals men weet een even behendig ruiter als schutter. Herhaaldelijk reeds heeft hij zich met wielrijders gemeten, laatst nog te Brussel. Hij heeft nu op de Velodroom van de Godshuizenlaan een match aangegaan tegen de gunstig bekende afstandsrijder Gustaaf Stragiers. De inzet is bepaald op 2000 frank (50€). De match zal zaterdag en zondag telkens om 3 uur gereden worden, de eerste dag één uur, de volgende dag twee. De winnaar zal degene zijn welke in de drie uren de grootste afstand aflegt. Cody zal beschikken over tien paarden. Stragiers mag veranderen van rijwiel zoveel hij wil, doch moet rijden zonder gangmakers.
2 mei 1895. Op maandag 29 en dinsdag 30 april hadden op de Gentse Velodroom paardenwedstrijden plaats, ingericht door de Cercle Equestre. Ze hebben een talrijk en voornaam publiek aangelokt. Er waren veel dames en juffrouwen en men bemerkte verscheidene smaakvolle toiletten. Eén der ruiters is bij een haag ten gronde gevallen, echter zonder erg. Eén paard had meer lust om in het publiek dan over de hinderpalen te springen, doch alles liep zonder noemenswaardige hinder af.

8 oktober 1896. De koersen van zondag 11 oktober op de Gentse Velodroom, ingericht door de A. A. La Gantoise, beloven spannend te zijn. Op het programma:
– snelheidskampioenschap voor wielrijders over 1 609 meter;
– kamp voor voetlopers over 1 609 meter;
– gemengd kampioenschap voor wielrijders over 5000 meter;
– kampioenschap voor hagenloop over 110 meter;
– afstandskampioenschap voor wielrijders over 10 000 meter.
10 maart 1897. Toekomende zondag zal op de Velodroom aan de Godshuizenboulevard een match plaatshebben tussen de College Football Club van Melle en de Football Club Gantoise. Begin om 2 1/5 uur stipt.
16 december 1898. Op de Gentse Velodroom wordt een plein voor de lawn-tennis gemaakt, dat in het begin van januari in orde zal zijn.

5 mei 1899. De jaarlijkse internationale paardenwedstrijden welke worden ingericht door de Cercle Equestre van Gent, zullen toekomende maandag en dinsdag om 2 uur plaatshebben in de Velodroom aan de Godshuizenlaan.
20 mei 1899. Er wordt op 28 mei om 3 uur op de Gentse Velodroom een koersdag ingericht. Er zullen kampstrijden zijn voor juniors en liefhebbers, alsook een internationale koers met gangmaking. Gezien de zeldzaamheid van deze wedstrijden in onze stad is het te verwachten dat er bij goed weder veel volk zal zijn.

14 oktober 1899. De kampioenaten van de A.A. La Gantoise zullen op zondag 22 oktober om 2 1/2 uur plaatshebben in de Gentse Velodroom. Op het programma de kampen van 100, 400 en 1609 meter voor voetlopers, de snelheidsloop van 1609 meter, de gemengde koersen van Oost-Vlaanderen over 5000 meter en het kampioenaat van 10 000 meter voor wielrijders.
2 juli 1900. Gisteren werd om 3 uur in de Gentse Velodroom door de soldaten van het garnizoen het krijgsfeest gehouden. Ondanks het slechte weder was het feest een succes. Heel de tribune zat vol toeschouwers, waarbij vele dames. Er was ook een afdeling manschappen van het Franse marineschip Ibis, die met veel belangstelling de verschillende nummers volgden. Alles verliep zonder het minste ongeval. Na afloop heeft de bevelhebber Moreau de inrichters hartelijk gelukgewenst.
15 september 1900. De Gentse Velodroom zal binnen enige maanden verdwijnen. De grond zal door de stad onteigend worden.

29 april 1901. Het krijgsfeest dat zich onder alle opzichten zo goed voordeed, is erg tegengewerkt geworden door het weder. Ook was er veel minder volk dan de inrichters hadden verwacht en ontbraken alle schone toiletten. Vele opperofficieren, de heren gouverneur, burgemeester, enz. vereerden het feest met hun tegenwoordigheid. De verschillende optredens van militaire muziekkorpsen, afgewisseld door oefeningen met veldstukken en onberispelijke schijnaanvallen, stormlopen en gevechten werden met volmaaktheid vertoond. Het slotnummer was voor de meeste toeschouwers gans nieuw. Het gaf ons in het klein het kamperen te zien van een legerafdeling, het aanleggen van een vuur, de uitdeling van de brievenpost, enz. Een schone apotheose was de optocht, die ondanks de slechte toestand van het plein knap werd uitgevoerd. 6 mei 1901 Heden en morgen zullen om 2 uur in de Velodroom de jaarlijkse Concours Hippiques plaatshebben, ingericht door de Cercle Equestre van Gent. Voor deze ruiterfeesten voorziet men zoals gewoonlijk schitterende wedstrijden.
5 november 1901. De Gentse Velodroom is nu geheel afgebroken. Dwars door de gronden zal de boulevard worden aangelegd die van de Godshuizenlaan naar de nieuwe statie Gent-St.-Pieters zal leiden.

De bouw van vele wielerpistes had te maken met het verbod op organiseren van wielerwedstrijden op de openbare weg. Zo verrees in 1893 in de omgeving van de Weidestraat de “Vélodrome Populaire Gantois” en in 1910 de “Vélodrome Gantois” van Oscar Braeckman. Ook aan de Reep als aan de Waalse Krook (Maison Américaine) is toen een overdekte piste tot stand gekomen.




Karel van Wijnendaele, geprezen sportjournalist, sprak reeds over een zesdaagse die begin oktober 1915 georganiseerd werd tijdens de Eerste Wereldoorlog. Er waren toen drie velodromen nl. één te Evergem, één te Mariakerke en één te Gentbrugge. De overwinning ging naar het duo Jules Van Renterghem (Ursel) en Pol Verstraete (Evergem) voor het duo Avile Cocquyt (Mariakerke) en Aloïs Persijn (Nazareth). Op vele plaatsen verboden de Duitsers alle fietsbedrijvigheid maar na een groot protest tegen het algemeen verbod op wielerwedstrijden kwamen zij op hun stappen terug. Door de oorlog lieten vele goede renners het leven en werd het koersbeeld bepaald door plaatselijke renners. Een enige anekdote aan de oorlog verbonden was dat de piste van Mariakerke als stookhout tot nut is geweest.
Na de Wereldtentoonstelling van 1913 diende het pas opgerichte Floraliënpaleis in het Citadelpark voor de opbouw van een demonteerbaar velodroom. In de grote zaal van het Feestpaleis zal een voor die tijd moderne houten wielerpiste van 225m omtrek komen te liggen. Dit wintervelodroom beschikt over “virages” van 7m hoogte waar snelheden tot 85 km/u zullen gehaald worden voor zo’n 8000 toeschouwers.De lengte-doorsnede bedraagt 130m met een breedte van 40m. Ook bokskampioenschappen en wedstrijden voor worstelen zullen hier plaatsvinden. De werken zullen uitgevoerd worden onder leiding van de heren Apostel van Boom en Wampay naar de plannen van de Gentse architect Achiel Goedertier.


Op zondag 15 oktober 1922 om 15.00 u opende de Gentse Wintervelodroom in het Feestpaleis van het Citadelpark haar deuren. Kaartjes waren te verkrijgen aan de winketten van de piste of in het Hotel Continental aan het St.-Pietersstation. Prijzen varieerden van 3 fr. (0.07 €) voor de staanplaatsen tot 10 fr. (0.25 €) voor de loges.

Een gevarieerd programma met o.m. afvallingskoersen, snelheid en achtervolging moeten de nieuwsgierigen boeien. Als slot zal een 2-urenkoers plaatsvinden voor 13 ploegen met de bekendste wielrenners van het moment. Wereldkampioen Luycken had in de voorafgaande dagen de piste al eens kunnen testen en kwam daarbij tot een maximum snelheid van 92 km/u.
De eerste zesdagenkoers is voorzien van 30 oktober tot 5 november 1922. Niet minder dan 16 ploegen waren ingeschreven. Reeds vanaf 5u was er volk aanwezig. Een harmonie zorgde voor de nodige sfeer. Vanaf 7u maalden de renners hun eerste rondjes af. Allerhande premies gaande van 50 frank (1.24 €) geschonken door het Provinciaal Comité van Oost-Vlaanderen tot 25 liter melk, 5 flessen porto, 10 flessen champagne tot zelfs 600 frank (14.87€). De eerste Zesdaagse werd gewonnen door Oscar Egg en Marcel Buysse die in 144 uren 3733.825 km hadden rondgereden.




In 1927 verschijnt er een artikel in het Franse tijdschrift Match over de in moeilijkheden verkerende wielerbanen en velodromen. Gent blijft echter de koerssport promoten. Op 18 februari 1929 wordt melding gemaakt van de aanleg van een nieuwe piste in de “Warme Serre” van het Feestpaleis. De openingswedstrijd van deze nieuwe “Wintervelodroom” vond plaats op 12 oktober 1929. Daarbij won Haemerlinck de 100km koers op eigen kracht in een tijd van 2 uren en 32 minuten.

In de loop der jaren vonden er ook opmerkelijke gebeurtenissen plaats. Zo viel begin februari 1928 het licht uit in Gent alsook in de piste. Wielrenner Verschelden kwam daarbij ten val en werd gekwets weggedragen. Eind oktober 1928 werd naast de piste een nieuwe sport ingehuldigd nl. het Cynodrome of koersplein voor hazewinden. Wat veel volk lokte. Op 17 februari 1930 wordt melding gemaakt van het instorten van een deel van de tribune door het breken van een dwarsbalk waarbij een 20-tal personen van zo’n 3 meter hoogte vielen. In augustus 1930 eindigde de wielerwedstrijd Parijs-Gent in het velodroom van het Feestpaleis. Ook liet de verwarming het dikwijls afweten tijdens pistewedstrijden wat de gezelligheid zeker niet ten goede kwam. Etc.
De Zesdaagse vond in 1955 tweemaal plaats na de beslissing in november de zesdaagse te laten plaatvinden in plaats van februari of maart.
Op 12 november 1962 brandt de velodroom af. Een brandende sigaret leidde tot de ontploffing van enkele butaanflessen met de vernieling van het Kuipke tot gevolg. Na de heropbouw mat de lengte van de piste 166,66 meter met een hellingsgraad in de bochten van 52%. Niemand minder dan Eddy Merckx en Patrick Sercu wonnen in 1965 de eerste editie van de Zesdaagse van Gent na die verwoestende brand.
Patrick Sercu spant de kroon wat betreft het aantal overwinningen in het Kuipke nl. 11! Hij was ook baandirecteur van het Kuipke. Andere grote zesdaagsekoningen waren Rik van Steenbergen, Peter Post en René Pijnen die gekoppeld waren aan publiekstrekkers als
Eddy Merckx, Rik van Looy of Roger de Vlaeminck.



———-
Een domper op het welvaren van het Kuipke was de dodelijke val van de Spanjaard Isaac Galvez in de Zesdaagse van Gent dd.2006. De hele wielerwereld rouwde mee.

Het succes van pistiers als Illjo Keisse, Kenny de Ketele, Jasper De Buyst, Leif Lampater, Moreno De Pauw en Gijs Van Hoecke zorgde nadien voor een continue boost in het pisterennen. Wat het enthousiasme bij de wielerliefhebber en de neutrale toeschouwer voortdurend aanwakkerde.
Op 19 april 2019 komt Patrick Sercu te overlijden. Hij was de grootste pistier die België ooit gekend heeft en voor het Gentse Kuipke het boegbeeld, zowel als sporter als in functie van baandirekteur. Meer dan 2 decennia lang, van 1961 tot 1983, heeft hij als “coureur” mee de wielergeschiedenis geschreven. In 1961, op 17-jarige leeftijd, in Rocourt 2e in het Belgisch kampioenschap sprint. In 1962 Belgisch kampioen op de sprint. Vervolgens wereldkampioen in de sprint in 1963 (België) en olympisch kampioen in 1964 (Tokio) op de kilometer met vliegende start. Nog vele successen zouden volgen om uiteindelijk als de legende “Patrick Sercu” herinnerd te worden.

Het Kuipke staat voor een enorme uitdaging. Andere tijden, andere generatie. Worden het de “feestzesdaagse” of blijven het de zesdaagse van de wielersport?
———-
11.02.2018: Reactie Filip Walenta:

De informatie verstrekt over de eerste Zesdaagse van Gent tijdens WOI is niet correct. Karel Van Wijnendaele vermeld nergens dat die doorging en kon dit trouwens ook niet weten. Tijdens WOI bevond zijn woning in Torhout zich in Operationsgebiet waar de persoonlijke bewegingsvrijheid en de pers tot een absoluut minimum herleid werd uit veiligheidsoverwegingen. Het is wel het Project Karelvanwijnendaele.be die de ontdekking over het bestaan van de Zesdaagse deed en die daarover in 2016 communiceerde in de media.
Een rechtzetting om de geschiedkundige waarheid geen geweld aan te doen is hier wel aanbevolen.
+ Bronvermelding : http://karelvanwijnendaele.be
———-
Ter info:
Wielrenner zonder armen krijgt na wereldtitel polshorloge cadeau, maar hij ziet er zelf de humor van in

16.8.2023 – Niet alleen Remco Evenepoel en Lotte Kopecky vielen op het Super-WK wielrennen in Glasgow in de prijzen. Ook de G-sporters kregen vorige week in Schotland hun kans, daarbij een opvallend moment voor de Spanjaard Ricardo Ten – die net als Lotte Kopecky drie keer wereldkampioen werd in één week tijd.
Spaanse G-sporter krijgt horloge van UCI-voorzitter David Lappartient
Ricardo Ten is een bekende naam in het G-sportcircuit. De 48-jarige Spanjaard stond sinds Atlanta 1996 als paralympiër op zes verschillende Paralympische Spelen. Eerst als zwemmer, later als wielrenner. Ten verloor bij een jeugdincident met hoogspanningskabels zijn beide onderarmen en zijn linkerbeen, maar dat verhinderde hem niet zijn sportdromen na te jagen.
Zo ook op het WK wielrennen in Glasgow. Ten reed net als Lotte Kopecky naar drie gouden medailles in één week tijd. De Spanjaard was in zijn categorie de beste in de tijdrit op de weg, het omnium en de scratch op de piste.Je kan deze inhoud niet bekijken

Dat ging gepaard met opvallende beelden bij een van de medailleceremonies. Op die beelden is te zien hoe Ten uit handen van UCI-voorzitter David Lappartient een luxehorloge van sponsor Tissot krijgt, cadeautje voor elke gouden medaille-winnaar. Een knullig tafereel, gezien de Spanjaard door zijn jeugdongeval geen polsen meer heeft om zijn horloge rond te hangen. Hoe dan ook mocht hij er zo drie mee naar huis nemen.
Ten nam de cadeaus niettemin hartelijk in ontvangst. Bovendien zag hij er zelf de humor van in. Op een ludiek en druk gedeeld filmpje draagt hij een van zijn uurwerken rond zijn bovenarm. Wanneer de vraag “hoe laat is het?” komt, antwoordt hij dan ook gevat: “World champion time!”
Bron:
Gendtsche Tydinghen 2008 – Vol37 N°3
Ghendtsche Tydinghen 2010
Stadsarchief Gent 1984/1985 – René de Herdt
https://www.nieuwsblad.be/ – Thienpondt Chris 8.2.2023
https://www.hln.be/ – DMM 16.8.2023 – 16.4.2019 (Belga)
http://www.sporza.be/nl 19.4.2019
http://www.teambelgium.be 19.4.2019
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.