Playboy

Op 8.10.2024 verschijnt het vijfhonderdste nummer van de Nederlandse “Playboy“. Dat roept de vraag op wie of wat er eerder was, de “Playboy” of de “playboy”?

Geen pardon
Playboy” in de goede betekenis van het woord : “kunstminnend, trots, ijdel en zelfingenomen”. We zien hier geen rechtstreekse verwijzing naar erotiek. Die associatie zie je in Nederlandse teksten pas opduiken vanaf de jaren 1950 – wellicht onder invloed van het Amerikaanse tijdschrift dus. Zo schreef Gerth van Zanten in 1954 in een boekje getiteld “Geen pardon voor de dames” het volgende : “Je bent toch wel echt het type van een playboy met geld. Er is altijd iets verdachts aan dat type.”

Een “playboy“, aldus de Dikke Van Dale, is een “elegant geklede, knappe, financieel onafhankelijke jongeman, die zijn tijd doorbrengt in het societyleven, met uitgaan en het versieren van vrouwen”.

Dergelijke mannen bestaan al heel lang. Ooit las ik de twaalfdelige memoires van Giacomo Casanova – een van de grootste vrouwenversierders aller tijden. Casanova leefde van 1725 tot 1798. Hij besteedt ongeveer duizend van de drieduizend pagina’s aan gedetailleerde beschrijvingen van zijn honderden solo’s, duo’s of trio’s met nonnen, adellijke dames, moeders en dochters.

Don Juan
Eén van Casanova’s voorgangers was “Don Juan” – voluit Don Juan Tenorio. Deze legendarische vrouwenversierder duikt omstreeks 1630 voor het eerst op in een boek van Tirso de Molina, namelijk in “El burlador de Sevilla y convidado de piedra” (‘De vrouwenverleider van Sevilla en de stenen gast’). Naar alle waarschijnlijkheid is Don Juan een fictieve figuur.

Als begrip kreeg Don Juan vooral bekendheid door de opera “Don Giovanni” van Mozart uit 1787. Daarin wordt hij afgeschilderd als een seksuele atleet die volgens de boekhouding van zijn dienaar het bed deelde met 2065 vrouwen: 1003 Spaanse, 640 Italiaanse, 231 Duitse, 100 Franse en 91 Turkse vrouwen.

Elegant gekleed
Het eerste nummer van de Amerikaanse editie van de Playboy verscheen in 1953, met foto’s van Marilyn Monroe op het omslag en op de middenpagina’s. De Nederlandse editie bestaat sinds oktober 1982. Was het woord playboy toen al in omloop? En hoe zit dat met het Engels?

Het Engels blijkt playboy al te kennen sinds het begin van de zeventiende eeuw. Aanvankelijk werd het gebruikt voor een jonge mannelijke acteur – een “speeljongen” dus. Vanaf het begin van de negentiende eeuw wordt het gebruikt voor “a person, usually a wealthy man, who leads a life of pleasure, especially one who behaves irresponsibly or is sexually promiscuous”, aldus de definitie in de “Oxford English Dictionary (OED)”.

Mooie definitie vind ik dat, omdat er zo duidelijk een oordeel in doorklinkt. Het gaat hier om een doorgaans rijke man – niet speciaal een jongeman dus – die zich onverantwoordelijk gedraagt, want hij leidt een leven vol lol en is seksueel promiscue. Of dit met mannen of vrouwen is, staat er niet bij. Opmerkelijk is verder dat deze betekenis volgens de OED ontstond in Ierland, sinds lang een bastion van het katholicisme.

Een Iers toneelstuk
Het Nederlands kent het woord playboy sinds het begin van de twintigste eeuw, dus ruim voordat Hugh Hefner het gelijknamige tijdschrift oprichtte. In 1907 publiceerde de Ierse schrijver John Millington Synge een toneelstuk getiteld “The Playboy of the Western World“, over een brute Ierse jongeman die veel succes heeft bij vrouwen in een Iers dorp. Dat stuk had veel impact. Ook in Nederlandse kranten is er met grote regelmaat over geschreven. “Engeland juichte over den “Playboy”, die den Ier schilderde gelijk Engeland hem dacht: schaamteloos, grof, verwilderd, den barbaar van Europa”, aldus “De Maasbode” in 1912.

Zelfingenomen Oostenrijkers
Hier wordt Playboy dus aangehaald als woord uit de titel van dat toneelstuk. In overdrachtelijke zin vond ik playboy voor het eerst in 1923, in een uitgebreide beschouwing over het karakter van de Oostenrijkers, in het bijzonder van de (mannelijke) inwoners van Wenen, toen een centrum van kunst en cultuur. De Oostenrijke correspondent van De Preanger-bode ging hier in 1923 helemaal op los.

Hier volgt een relatief lang citaat, maar ik vind het te mooi om verder in te korten :

“Hij is een beminnelijk en innemend schepsel, een charmeur. Iedere vreemdeling is opgetogen over de vrolijke, ironische, hartelijke, sentimenteele aard van Oostenrijk, ieder vreemdeling bewondert zijn bijzonder talent voor muziek, dans, spel en alle soorten kunst en ambachten, en hij voelt de zachten, luxe-achtigen aard van den Weener, vergeleken bij de Pruisische manier van doen, als een weldadig contrast. De Weener is zich bewust van den indruk, dien hij bij persoonlijke kennismaking verwekt, en hij is trots op zichzelf. Inderdaad is hij, net als de Ier, verliefd op zijn eigen persoonlijkheid. Hij schept er een oneindig genoegen in, dat de wereld zich met zijne zaken dient te bemoeien. Voor hem is Wenen de belangrijkste plaats ter wereld. En de beste. Waarvoor heeft hij de rest van de wereld nodig? Want hij is – in de goede betekenis – de “playboy” van Europa.”

———-

Bron :

http://www.ensie.nl : WoordHoek – Ewoud Sanders (2024) 7.10.2024