Grappen : Gentenaars

Gerrit gaat in het Gents Universitair Ziekenhuis op ziekenbezoek bij Willem, een vriend van wie zijn vrouw aan Gerrit heeft verteld dat zijn laatste uren zijn aangebroken. Ze heeft wel gevraagd aan Gerrit hier niks over te vertellen aan Willem en het bezoek zo positief mogelijk te laten verlopen. “De waarheid zou hem alleen maar demoraliseren”, zei zijn vrouw. Allée, de Gerrit komt aan Willem zijn bed te staan, waarop deze zelf direct reageert : “k zie d’ er maar ellendig uit hé, moatje?” Waarop Gerrit antwoord : “Moar bijnieg gij. Weet e, veur iemand die op stirven ligt ziede gij der nog hiel goed uit … “.

———-

Er zitten drie mannen aan de toog en alle drie redelijk beschonken.
Zegt Joris : “‘Ek zien van Brugge en in Brugge hebben ze lange pieten !”
Reageert de Daniël : “Ik ben van Gent en in Gent ein ze gruute ballen !”
Begint Jérome ineens te lachen.De tranen stromen van zijn gezicht.
“Waarom moet jij zo lachen ?”, vraagt cafébaas Guido.
“Awel”, zegt de man, “‘Ik ben van Gentbrugge !”

———-

Jantje kijkt aandachtig toe hoe mama haar gezicht met crème insmeert.
“Waarom doet jij dat mama ?” vraagt hij.
“Dan is je mama veel mooier” zegt zij. En eindigt het smeren.
Merkt Jantje nuchter op: “Het werkt niet echt hé mama?”

———-

Jantje gaat bij oma en opa logeren ergens aan de Gentse Dampoort. Moet Jantje plots naar het toilet. Zegt Jantje : “Oma, ik moet piesen”. Reageert oma : “Jantje, wat een vunzig woord. Zeg in het vervolg maar fluiten”. Even later gaan ze slapen. Jantje slaapt echter in een bedje achter een steunmuurtje op de slaapkamer van oma en opa. Waarbij Jantje opeens zegt : “Opa, ik moet fluiten”. Reageert Opa : “Jantje, je kunt toch niet zomaar midden in de nacht fluiten”.Zegt Jantje : “Maar ik moet echt!” Waarop Opa zegt : “OK. Fluit eens heel zachtjes in opa zijn oor …

———-