Graaf Diederik van de Elzas
°1100 – †1168
Graaf der Vlaanderen van 1128 tot 1168.
Hij was de zoon van hertog Diederik II van Lotharingen.
Via zijn moeder Gertrudis van Vlaanderen, dochter van graaf Robrecht I van Vlaanderen, kon Diederik van de Elzas aanspraak maken op de titel van graaf van Vlaanderen.
Na de moord op Karel de Goede levert Diederik strijd met de meer Fransgezinde Willem Clito om de troon van Vlaanderen. Met de hulp van Hendrik I van Engeland en door de dood van Willem in 1128 wordt hij de nieuwe graaf van Vlaanderen.
Diederik bezocht verschillende malen Jeruzalem en nam deel aan de tweede kruistocht (1147-1149). Zijn zoon Filips regeerde praktisch alleen over het Graafschap.
In 1150 kwam hij terug van een Kruistocht met de relikwie van het Heilige Bloed dat hij aan Brugge toevertrouwde.
Bij zijn derde bezoek aan het Heilige Land in 1156 trad zijn vrouw Sybille van Anjou, weduwe van Willem Clito en dochter van Graaf Foulque d’Anjou, koning van Jeruzalem, aldaar in het klooster waardoor hij alleen de terugreis moest aanvatten.
Bij zijn eerste vrouw Swanhilde had hij een dochter genaamd Lauretta. Samen met Sybille van Anjou mocht hij nog eens zeven kinderen verwelkomen. Er waren ook nog eens drie buitenechtelijke kinderen.
Onder de ambachten kende Gent in 1164 een korte maar heldhaftige volksopstand.
Diederik sterft te Gravelines-sur-Mer bij terugkeer van zijn 4e kruistocht en werd begraven aan de oevers van de Aa.