Godfried van Bouillon
°1060 – †1100
De verdediger van het Heilige Graf.
Als Godfried IV gekend als hertog van Neder-Lotharingen van 1089 tot 1100 en leidde mee bij de Eerste Kruistocht.
In de XIe eeuw geven de abdijbewoners blijk van een vrome levenswandel. Nooit was de hoop op de hemel zo groot, de vrees voor de hel zo fel. De kerkelijke vorsten verwerven een onbetwist gezag. Zo kunnen zij een gebied onder interdikt stellen. Dan is daar alle kerkelijke hulp verboden. En ook : de ziel van wie in doodzonde sterft gaat naar de hel.
Grootgrondbezitters werden kleine vorsten. Zij hadden vrijen en dienstbaren bewapend en gedrild. Ruiters en ridders werden als vrije mannen, zelfs als edelen aanzien. Ze droegen helm, lans en schild. Op het platteland bewoonden zij versterkte hoeven, in de bergstreken torens, donjons.
Ridders moesten hun roem zoeken in de strijd voor godsdienst, vorst, zwakken en wezen. Ruim 3 eeuwen gingen zij op kruistocht.
Pelgrim Pieter De Kluizenaar riep de christenen op tot bevrijding van het Heilige Land Palestina, alwaar het heilige graf van Jezus-Christus zich bevond te Jeruzalem. Dat was in handen van de Mohammedaanse Turken.
De geestdrift der christenen was groot. Als herkenningsteken naaiden de kruisvaarders op hun klederen een rood kruis in wollen stof. Deze eerste van uiteindelijk 7 kruistochten duurde 3 jaar. Jeruzalem werd overwonnen en Godfried van Bouillon werd verkozen tot koning van Jeruzalem. Hij was een vrome edelman, hertog (legerleider) van Lotherrijk. Uit nederigheid weigerde hij een kroon te dragen op de plaats waar Jezus zoveel geleden had. Zo werd hij de verdediger van het Heilige Graf.
In 1100 stierf hij door vergiftiging.