Op enkele tientallen meters van het Gravensteen staat Manneke Pis weinig verhullend te pronken boven de inkom aan de Kraanlei 17.
De legende onthult dat Boudewijntje, alias Manneke Pis, een vondeling was die graaf Filips had meegebracht bij terugkeer van zijn kruistocht naar het Heilige Land.
Onenigheid over een grafelijk voorstel betreffende de uitwisseling van een voornaam relikwie met de abt van St.-Vaas liet deze zich tegenover Graaf Filips ontvallen dat hij in zijn tederste genegenheden zou getroffen worden.
En zo geschiedde. Het lieve Boudewijntje veranderde in een stout en opvliegend baasje. Daarbij hield hij ook nog eens op met groeien. Wat eens een aangenaam jongetje was werd nu door iedereen gemeden. Echter, door zijn pesterijen en afkeurend gedrag kreeg hij wel meer aanzien bij de gewone bevolking.
Feestelijkheden bij de terugkeer van de kruisvaarders maakten een einde aan de fratsen van Boudewijntje. Tijdens de stoet, waarbij hij wederom meerdere personen te grazen nam, moest Boudewijn dringend een plasje doen. Aan de Kraanlei gekomen hief hij zijn gewaad omhoog en begon zijn gevoeg te doen in het bijzijn van giechelende kijklustigen.
Toen viel er een stilte. De processie was voorbijgetrokken doch Boudewijntje was nog bezig met zijn plasje. Bij hem gekomen bleek dat hij was getransformeerd tot een stenen afgietsel. Graaf Filips barstte in tranen uit bij het aanzien van zijn geliefd kind. De bevolking vroeg de Graaf het beeldje te mogen houden om het aan de woning te plaatsen alwaar Boudewijntje tot steen was geworden. En zo gebeurde.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.