De stad Gent breidde zich in de 14e eeuw nog verder uit. De omwalling kwam steeds verder te liggen waardoor bepaalde poorten, zoals de Vijfwindgatenpoort, aan belang inboette.
De St.-Lievenspoort en de Keizerpoort werden opgericht aan de Keizersvest, een nieuw gegraven gracht tussen de Nederschelde en de Oude Schelde. De “Heerlijkheid van Ravenschoot” en het “Zand” kwamen zo binnen de stadsomheiniing te liggen.
Rond het St.-Baafsdorp werd in 1325-1326 een ringgracht aangelegd waarbij twee poorten werden opgericht nl. de Hospitaalpoort en de Dendermondse poort.
Eind 14e eeuw bedroeg de omwalde oppervlakte 644 hectare met een omtrek van 12718 meter.