13e EEUW

Gent was sinds de aanstelling van het stadsmagistraat (de XXXIX, 3 x 13) in 1228 geëvolueerd tot een oligarchie waarbij de bevoorrechte klasse de macht in handen had tot baat van hun stand. De uitbreiding van het centrum evolueerde tot voorbij de eerste verdedigingsgordel. Omliggende gronden werden aangekocht en de oppervlakte van Gent groeide aan tot zo’n 644 hectare. Dit gebied moest natuurlijk beschermd worden. Na overeenstemming tussen de schepenen met de abt van St.-Pieters in 1254 verrezen er verschillende stadspoorten op de belangrijkste toegangswegen.

Op het St.-Pietersdorp was er de Petercelle- of Kortrijkse poort en de Heuverpoort en bij het Arteveldeplein de Steenpoort en de Koepoort. Aan het einde van de Lange Violettestraat verving de Keizerpoort de eerder opgerichtte Vijfwindgatenpoort. Aan het kruispunt van het Keizersvest met de Sint-Lievenslaan bevond zich de Sint-Lievenspoort.

Verder was er de Muidepoort en de Brugse poort in het noordoosten en op het landgoed van de St.-Baafsabdij verschenen de Spitaalpoort en Dendermondse Poort.

Pas in de 16e eeuw werd de Antwerpse- of Geuzenpoort geconstrueerd.

Bij zones die niet door omwalling of poorten waren afgesloten was er de mogelijkheid deze door middel van sluizen onder water te laten lopen. Zo waren er de Grote Spei aan de Nederschelde, het Kuipgat aan de Leie en aan de Opperschelde het Braamgat.

Geef een reactie

Gelieve met een van deze methodes in te loggen om je reactie te plaatsen:

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.